Ter informatie...
Groet,
TjerkB
En mag dat wel van de de N.A.K. Bouw Bv ?Sprekers uit beide tradities zullen op deze vraag ingaan. Zij spreken op persoonlijke titel. Voor elke bijdrage is 30 minuten beschikbaar, inclusief discussie.
@allzefyr schreef:(...)
Het lijkt ons een geschikt moment om de vraag te stellen in hoeverre vernieuwing en traditie bij het schisma van 1946 en in de jaren daarna een rol hebben gespeeld. Wat veranderde en wat bleef hetzelfde?
Sprekers uit beide tradities zullen op deze vraag ingaan. Zij spreken op persoonlijke titel. Voor elke bijdrage is 30 minuten beschikbaar, inclusief discussie.
(...)
Uit: Bericht op "Do 09 Jun 2016, 13:18"
BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 130-1 (2015) | review 5
Berry Brand, Nieuw licht op oude wegen. De wegen die de apostolische beweging volgde vanaf de oorsprong (circa 1830) tot Het Apostolisch Genootschap anno 2011 (Delft: Eburon, 2013, 704 pp., ISBN 978 90 5972 798 4).
George Harinck, Het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden), Vrije Universiteit Amsterdam
- Het Apostolisch Genootschap is een zelfstandig Nederlands kerkgenootschap dat zijn oorsprong vindt in de apostolische beweging binnen het protestantisme van de negentiende eeuw. Verspreid over het land zijn er tientallen gemeenten. Op het hoogtepunt, na de Tweede Wereldoorlog, telden deze apostolischen zo’n 32.000 leden, in 2001 bedroeg hun aantal omstreeks 17.000. Het Apostolisch Genootschap geniet geen grote bekendheid. In overzichtswerken over de Nederlandse kerk- of religiegeschiedenis komt het niet of nauwelijks aan bod. Andere protestantse denominaties – bijvoorbeeld lutherse, doopsgezinde, remonstrantse en sommige gereformeerde – zijn qua omvang vergelijkbaar of kleiner, maar treden meer in de publiciteit. Het is ook een apart genootschap. Tot voor kort werkte Het Apostolisch Genootschap landelijk of lokaal weinig samen met andere organisaties en het ontbreekt vaak bij gezamenlijke protestantse of christelijke initiatieven, zoals bij het Interkerkelijk Overleg ten tijde van de Duitse bezetting van ons land, terwijl het recentelijk het karakter van de Raad van Kerken in Nederland te christelijk achtte om toe te kunnen treden.
Berry Brand wil met dit vuistdikke boek de geschiedenis van Het Apostolisch Genootschap bekend maken aan buitenstaanders, en de apostolischen – uit wier kring hij afkomstig is – wil hij een kritische reflectie op hun geschiedenis bieden. Dit laatste was nodig, omdat er onder apostolischen wel een geschiedbeeld bestaat, maar dit betrekkelijk apologetisch is, niet gebaseerd op bronnenonderzoek en veelal beschreven door de hoofdrolspelers zelf. Wetenschappelijke geschiedschrijving over de apostolische beweging ontbreekt nagenoeg, zodat dit werk in een leemte voorziet.
De geschiedenis van de apostolische beweging (met miljoenen aanhangers) kent wereldwijd en ook in Nederland veel afsplitsingen en scheuringen. Het Apostolisch Genootschap is zelf in 1951 uit zo’n scheuring ontstaan. Brand beschrijft de geschiedenis van de apostolische beweging als de voorgeschiedenis van het huidige Genootschap en laat andere ‘wegen’, zoals hij het noemt, binnen de beweging grotendeels buiten beschouwing. Dit heeft als nadeel dat het relaas finalistisch van aard is, de plaats van Het Apostolisch Genootschap binnen de beweging onduidelijk blijft en deze geschiedenis die van de ‘overwinnaars’ is, maar het komt de overzichtelijkheid wel ten goede. Hij heeft de geschiedenis van het genootschap in vijf chronologische delen gerubriceerd: het ontstaan van de apostolische beweging, 1830-1863; de nieuwe ordening in deze beweging, 1863- 1910; en dan de perioden onder apostel J.H. van Oosbree, 1901-1946, L. Slok, 1946-1984, J.L. Slok, 1984-2001 en D. Riemers, 2001-2011 (de laatste twee perioden neemt hij samen in het laatste deel).
Reeds aan deze indeling is af te lezen dat het apostelschap in de loop der tijd een steeds persoonlijker dimensie heeft aangenomen. Een apostel is iemand die gezonden wordt om een boodschap over te brengen. Aanvankelijk lag het accent bij de overbrenging van een vaststaande boodschap, die van de bijbel. De apostelen die zich omstreeks 1830 in Groot-Brittannië groepeerden beleefden hun tijd als een crisis en meenden op grond van hun bijbeluitleg dat de wederkomst van Jezus Christus aanstaande was. De protestantse kerken in hun land schonken hier huns inziens te weinig aandacht aan en daarom deden zij dat nadrukkelijk wel, aanvankelijk binnen de kerk, maar na excommunicatie daarbuiten, als zelfstandig kerkgenootschap. De apostolische beweging past in de opwekking die destijds ook elders in Europa in reactie op de Verlichting plaats vond, en die in ons land zich uitte in de protestantse Reveilbeweging en de Afscheiding van de Nederlandse Hervormde Kerk in 1834 en volgende jaren. Terwijl laatstgenoemde bewegingen aansluiting zochten bij de klassieke protestantse kerkelijke leer, bewoog de apostolische beweging – die via Duitsland omstreeks 1863 Nederland bereikte – zich daar na een aantal decennia van af. Het accent verschoof van de boodschap van de bijbel naar de persoon van de boodschapper. Van Oosbree presenteerde zich als de eigentijdse belichaming van de geest van Christus: ‘Zoals Jezus de openbaring destijds was, zo was Van Oosbree dit voor zijn tijd’ (615). Apostel L. Slok ging verder op deze weg. Hij was de ‘man Gods’ die tot een andere zijnscategorie behoorde dan de andere mensen en die onvoorwaardelijk moest worden nagevolgd. De apostelen J.L. Slok en D. Riemers temperden dit idee.
Brand gaat uitgebreid in op de religieuze ideeën van de opeenvolgende apostelen, die hij echter weinig contextualiseert – misschien waren ze er ook wel te particulier voor. Inhoudelijk kun je zeggen dat de weg van Het Apostolisch Genootschap voerde van orthodox naar vrijzinnig en dat in de loop der tijd het verband tussen beide polen
verloren is gegaan. Brand meent echter dat er wel een inhoudelijke rode draad te ontwaren valt. Hij beschouwt de geschiedenis van de apostolische beweging als een transformatie van de wederkomstverwachting die aan de oorsprong ervan stond. Toen die verwachting vervaagde kreeg deze volgens hem een aardse vervulling in de persoon van de apostel, die de geest van Christus belichaamde of de eigentijdse Christus was (621). Tegenwoordig is Het Apostolisch Genootschap een ‘vrijzinnige, religieus-humanistische groepering’ (18) die zich verwant voelt met de apostolische cultuur.
Hoewel Brand relatief veel aandacht besteed aan de ideeën van de apostelen, is ook aandacht voor de sociale kant van Het Apostolisch Genootschap. Voor de negentiende eeuw betoogt hij dat de meeste leden uit de Hervormde Kerk afkomstig waren en in het genootschap de warmte en gemeenschap vonden die ze in de kerk
hadden gemist. Waarom de beweging in de twintigste eeuw, toen de persoonlijke opvattingen van de apostelen ging domineren, haar aantrekkingskracht behield wordt minder duidelijk. De leden van de gemeenschap waren – anders dan in Groot-Brittannië – aanvankelijk laag opgeleid, de kring was hecht, gesloten en met weinig ruimte voor het individu. Dat het soms beklemmend was in die kring raakt Brand aan, maar het blijft toch een bagatel in zijn boek. Hij schrijft dat Van Oosbree’s bezit van twee dure Cadillacs moet worden toegeschreven aan diens ijdelheid, maar komt niet verder dan dat dit sommigen aantrok en anderen tegenstond (225-226). Over apostel L. Slok schrijft Brand: ‘De verering door zijn volgelingen heeft Slok nooit verleid tot misbruik daarvan’ (431). Elders zegt hij dat afwijkende meningen niet werden getolereerd, maar dat er nooit openlijk verzet is geweest (422-423). Daar zou je toch meer van willen weten.
Maatschappelijk hield Het Apostolisch Genootschap zich afzijdig, wat in de praktijk veelal naïviteit betekende. Het keerde zich niet openlijk tegen het nationaalsocialisme. Voor het overige wordt de relatie met de samenleving oppervlakkig geschetst met algemeenheden als dat het patriarchaal leiderschap van de apostel paste bij de culturele context. Het overtuigt niet: dat een journalist een minister met ‘excellentie’ aansprak maakt het niet begrijpelijker dat een apostel zich de autoriteit van Christus aanmat en volledige overgave verlangde (432-433).
De sociale aspecten ontberen een concrete en kritische behandeling. De weinige keren dat het algemeen publiek kennis van Het Apostolisch Genootschap kon nemen, bijvoorbeeld in het artikel ‘Mijn naam is Slok en ik ben God’ in de Panorama van augustus 1974, werd het apostelschap niet als vastberaden leiderschap maar als dwingelandij neergezet. Brand komt niet verder dan de vaststelling dat veel afhangt van de gezichtshoek waaruit de zaak bekeken wordt. De betekenis van de uitzonderlijke status van de apostel – toch het struikelblok voor een buitenstander – voor deze persoon en voor de gemeenschap die hij leidde had een grondiger evaluatie verdiend.
Bron: http://www.recensio.net/rezensionen/zei ... issue.pdf/
© 2015 Royal Netherlands Historical Society | KNHG
Creative Commons Attribution 3.0 Unported License
URN:NBN:NL:UI:10-1-110188 | http://www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505
Bron: https://www.psychologiemagazine.nl/web/ ... sage=28135
- De feiten
De kern van het gedachtegoed van het genootschap is prachtig. Kort samengevat: Er is geen persoonlijke God die invloed uitoefent hier op aarde. God is synoniem voor scheppingskracht, natuurkracht, Het grote wonder, of hoe je het ook wilt noemen. We kunnen ons niet meer verschuilen achter God. Dat legt een enorme verantwoordelijkheid op onze schouders. Wij bepalen op onze eigen vierkante meter, wat we van ons leven maken. Als we willen kunnen we een hemel op aarde bouwen.
In de tijd van apostel L. Slok bleek de apostel niet de oplossing, maar het probleem. (Christologie, Man Gods, Mond Gods, verafgoding, "Mijn God als Apostel voor Hem kniel ik neer"). Er ontstond een normatieve / betuttelende verzorgingscultuur, er werd een enorme claim gelegd op de lidmaten (M'n gaven, m'n haven, m'n krachten en tijd), er was veel sociale controle en overstolisch gedrag. De leden werd een wereldomspannende belangrijkheid van "Het werk" voorgehouden. Het leven van veel leden speelde zich af in de besloten apostolische kring. Kortom het genootschap gleed af naar sektarisme.
Onder de latere apostelen normaliseerden de verhoudingen. Er ontstond meer vrijheid, minder betutteling, De verzorging werd algemener, een soort cafetariamodel: Je plukt maar uit de mand wat jou op dat moment past. Heb je een keer geen zin om naar de dienst te gaan. Prima! Je kunt je afvragen wat vandaag nog het bijzondere is aan het genootschap, wat is de meerwaarde, waarin onderscheidt het zich?
De leden van het genootschap zijn niet meer dan donateurs. Bij de visvereniging heb je meer in te brengen via de algemene ledenvergadering. Binnen het genootschap is geen enkele vorm van verenigingsdemocratie. Anno 2016 is de apostel nog steeds voorzitter van het bestuur en heeft hij in dat bestuur vetorecht. Hij benoemt zijn opvolger en benoemt en ontslaat verzorgers. M.a.w. bestuur en verantwoordelijkheid voor de geestelijke verzorging zitten nog steeds in één hand. In de Raad van Toezicht zitten mensen uit de inner circle rondom de apostel en geen objectieve buitenstaanders. Een beveiliging tegen toekomstig sektarisme is nog steeds niet ingebouwd.
Geplaatst door: Ad - 23-04-2016 10:33
Breken of niet?
ik nam wraak en wil nog steeds wraak
Geplaatst door: Annemieke - 07-06-2007 16:37
TjerkB schreef:@all
Wie ich kürzlich erwähnte in meinem Beitrag vom » 09.06.2010 08:23 « sieht Stammapostel Leber in manches Gotteskind offenbar ein "Querdenker":
Was sind denn das für ungewöhnliche Menschen, so habe ich mich gefragt - Querdenker! "Querdenker gewinnen neue Einsichten, indem sie gewohnte Denkpfade verlassen, Eindeutigkeiten in Frage stellen und bewusst einen Perspektivwechsel vornehmen. Sie entwickeln neue Wege, kluge Strategien und clevere Ideen außerhalb der eingefahrenen Strukturen", las ich dann ins Internet. Das will was heißen! Phantastisch, und großartig auch daß Stammapostel Leber solche Typen sogar mal ganz richtig, zwar indirekt, gewürdigt hat... Es ist gerade darum daß ich vermag ihn hier (weil meine direkten Nachrichten an ihm immer nur seinen Pressesprecher erreichen) aufmerksam zu machen auf noch ein bis heute aktuell geblieben wörtliches Zitat aus EZW-TEXTE Nr. 146 (1999):"Auch Stammapostel Leber würdigte, dass der bisherige Bezirksapostel [i.R. Hagen Wend] »mit Achtung und Respekt für den Nächsten gearbeitet« und durchaus auch ein offenes Ohr für »Querdenker« gehabt habe."
Quelle: »Pressekonferenz« mit einem Pfarrer (NAKtuell am 29.01.2009)
Bron: board.naktuell.de Neues Glaubensbekenntnis schärft Exklusivität » 17.06.2010 12:46 «Erwin Meier-Widmer: Was vertreten wir? (Teil 1)
Dieser Tage hat mir ein 66jähriger Glaubensbruder geschrieben, der mit einem klaren Blick „die Völlereien vieler Apostel“ sieht, aber auch wahrnimmt, wie der Heilige Geist immer mehr aus der NAK gedrängt wird und menschlichem Denken Platz macht. Er hat mir die konkrete Frage gestellt: „Was vertreten Sie eigentlich?“ Diese Frage möchte ich gleich öffentlich beantworten:
Gehen wir vom Selbstverständnis der Neuapostolischen Kirche aus, die sich als „die Kirche Jesu“ ausgibt und sich „in die letzte Zeit“ gestellt sieht, eine Kirche, die sagt:
dann liefert uns diese Kirche selbst schon mit diesen wenigen Aussagen die Hauptrichtung unserer Wünsche:
- der Stammapostel ist das sichtbare Haupt der Kirche auf Erden (Literatur: Präambel der NAKI-Statuten vom 1. 6. 1990)
- der Stammapostel ist der Weinstock (Literatur: Christi Jugend 1948, Seite 170)
- der Stammapostel ist der Sender der Apostel (Literatur: Wächterstimme vom 1. 10. 1949)
- dem Stammapostel nicht restlos zu vertrauen und seinem Wort nur in Gedanken widerstehen zu wollen heißt, sich wider den Sohn Gottes zu versündigen (Literatur: Wächterstimme vom 1. 10. 1949)
- die nächsten Gehilfen des Stammapostels sind die Apostel (Literatur: Fragen und Antworten Nr. 229, Schweizer Ausgabe von 1953)
- die Apostel sind die nächsten Gehilfen des Stammapostels (Literatur: Präambel der NAKI-Statuten vom 1. 6. 1990),
Wir möchten (wieder) Jesum sehn, ihn, den wir lieben (Lied Nr. 164, 4. Strophe), und nicht eine von Menschen geschaffene Apostelamtshierarchie, die in ihrer Selbstanmassung unseren Herrn und Meister Jesus völlig überragt, und zwar nach folgendem Muster:
Denn: In der Kirche Jesu war, ist und bleibt Jesus das alleinige Haupt. (Wir bedauern sehr, dass viele Apostel offensichtlich den unter uns weilenden Jesus nicht sehen können, obwohl er zu den Elfen sagte: „Und siehe, ich bin bei euch alle Tage bis an der Welt Ende“ [Mt 28,20]).
- Stammapostelamt: 5-Stern-General
Stammapostelhelferamt: 4-Stern-General
Bezirksapostelamt: 3-Stern-General
Bezirksapostelhelferamt: 2-Stern-General
Apostelamt: 1-Stern-General
Jesus war, ist und bleibt der rechte Weinstock (Joh 15,1) und der Stammapostel ist und bleibt der falsche. Die Apostel sollen als Reben aus Jesus hervorgehen und aus ihm den Rebsaft bekommen, der allein den Früchten des Geistes Substanz zu geben vermag.
Jesus war und ist und bleibt der Sender der Apostel, entweder durch persönlichen, direkten Sendungsbefehl oder indirekt durch seinen Vertreter, den Heiligen Geist, der sich durch Prophetie offenbart (Mt 10,5 und 28,16–20, Apg 13,1–5 etc.). Auf diesem Weg erfüllt sich auch die Aussage Paulus‘: „Und Gott hat gesetzt in der Gemeinde...“(1. Kor 12,28).
Niemals in der Urkirche wurde ein Apostel durch einen anderen Apostel berufen!
Auch echte Apostel sind Menschen mit Fehlern! Die Deklaration von 1949[1] dagegen ist eine Unfehlbarkeitserklärung des damaligen Stammapostels und somit ein Irrtum! Apostel Paulus hat seinerzeit Apostel Petrus öffentlich gerügt und einen Heuchler geheissen (Gal 2,11–16). Der alte Überheblichkeitsgeist klingt in den Statuten Richard Fehrs vom 1. Juni 1990 immer noch fort. Die Worte Jesu aber gelten heute noch: „Aber ihr sollt euch nicht Rabbi (oder Chefapostel/ Stammapostel) nennen lassen; denn einer ist euer Meister, Christus; ihr aber seid alle Brüder. Und sollt niemand Vater heißen auf Erden; denn einer ist euer Vater, der im Himmel ist (Mt 23,8–9). Vater Krebs und Vater Niehaus lassen grüßen.
Die Apostel sind keinesfalls die Gehilfen des Stammapostels. Es gilt nach wie vor das Jesuwort: „Der Größte unter euch soll euer Diener sein“ (Mt 23,11). Es geht also um 180 Grad in die andere Richtung, als es die alten Stammapostel (inkl. Richard Fehr) darstellen!
Wir wünschen uns, dass sich der Wille Gottes so schnell als möglich erfüllt. Durch den Propheten Jesajas hat er in die letzte Zeit hinein sprechen können, auf dass wir (wir von der Basis) den göttlichen Willen auch erfahren können.
- Anmerkung
[1] Anspielung auf einen Beitrag in dem internen Informationsblatt „Wächterstimme“ vom 1. Oktober 1949, in dem es heißt: Ihm, gemeint ist der Stammapostel, „nicht restlos zu vertrauen und seinem Worte nur in Gedanken widerstehen zu wollen heißt, sich wider den Sohn Gottes zu versündigen“.
Zie ook -op het voormalige Forum van Bauke Moesker- het bericht op "Vr 15 Apr 2011, 21:35", in de thread "Kerkleiding dicteert vernieuwd totaalconcept"
BakEenEi schreef:(...)
In het vertaalde Duitse gezangboek dat onze zangbundel later zou vervangen, ontbrak naast vele andere vertrouwde liederen, ook dit lied - deze bede. De toenmalige stamapostel Streckeisen had weliswaar in overweging gegeven om een aantal oude liederen op te nemen in een supplement bij het nieuwe Nederlandse gezangboek, maar dat hoefde niet, vond destijds apostel Gijsbert Pos (die dit in mijn bijzijn naderhand een keer vertelde). Na de introductie van het nieuwe gezangboek werd het organisten en dirigenten echter min of meer verboden om ook de oude liederen af en toe nog eens ten gehore te brengen. Ik herinner mij om die reden meerdere aanvaringen met "hoge(re) dienaren". Tussen geen van deze zich onverwacht tegen vermeende baldadigheid of zo wapenende hoofdagenten van het nieuw-apostolische geloofsgehoorzaamheidssysteem en mij is het in de jaren daarna ooit nog helemaal goedgekomen. Bij nader inzien waren het dan ook geen dienaren; eerder op die manier handig carrière makende handlangers van angstvallige regeerders die niet goed vooruit konden zien. Dat had ikzelf toen trouwens nog niet door. Ik wist alleen dat mijn Vader in de hemel er beslist anders over dacht. Ook besefte ik niet hoezeer het in mijn kerk "not done" zou blijken te zijn om zulke aangelegenheden aan te kaarten. "Dienaren" in de Nieuw-Apostolische Kerk behoren te worden ondersteund. Stel aan hen dus geen vragen terwijl de antwoorden al bekend zijn. Dat word je namelijk niet gauw vergeven, zo zou de ervaring het mij nog wel leren. Hierdoor werd het mij duidelijk dat er onderscheid valt te maken tussen Zijn werk en een kerk(genootschap). "Better let, as net... " In mijn kerk zouden ze met Zijn werk (!) nog lelijk aan de haal gaan. Vanmiddag dacht ik eraan terug, toen ik in een boek over architectuur de onderstaande uitspraak las:
(...)
- "Wilt u weten wat mij tot voorbeeld heeft gediend?
Een eerlijke boom; hij draagt de takken en die
dragen weer de bladeren. En elk afzonderlijk onderdeel
groeit harmonieus, indrukwekkend, vanaf het moment
dat de kunstenaar God hem heeft geschapen."
Antoni Gaudi
Al was het in mijn kerk geregeld "am strengsten untersagt" om nietsvermoedend een kennelijk verboden onderwerp aan te snijden, zoals ook de districtsapostelen Karlheiz Schumacher en Armin Brinkmann het nog ondubbelzinnig wisten te verwoorden met hun intimiderende slogan "Ein offen bekannter oder sogar am Altar verkündeter Lehrwiderspruch kann nicht hingenommen werden"; Godsgezanten (!) gaan zó niet te werk.
(...)
Uit: Bericht -op het voormalige Forum van Bauke Moesker- op "Za 07 Sep 2013, 21:46", in de thread "Uitgaan van wat het kind nodig heeft, kan niet meer"
TjerkB schreef:(...)
...als ik naga wat in binnen- en buitenland vanuit de Nieuw-Apostolische Kerk als sinds jaar en dag de meest gehoorde klacht is, betreft het feiten en omstandigheden waaronder zielen eenzaam gebukt gaan omdat de kerkleiding ze emotioneel onder de voet loopt. Bestuurders zijn arrogant en hypocriet, niet communicatief en niet transparant. Vandaar op dit forum bijvoorbeeld ook de threads "Wat is een sekte?" en "Misbruik van geloof en vertrouwen". Ik kan iedereen aanraden om in dit verband van Carine Damen het boek te lezen dat van haar in oktober 2013 uitkwam over sektarische bewegingen in Nederland: "Ik was gek van geluk". Bij de Nieuw-Apostolische Kerk is er op dit punt namelijk echt heel wat mis.
(...)
Uit: Bericht op "Vr 29 Apr 2016, 13:19" Opheffingsuitverkoop - alles moet weg!
Groet,TjerkB schreef:(...)
Een enorme bedreiging voor het realiteitsbesef in de Nieuw-Apostolische Kerk is daarnaast het verblind zijn voor ongewenste bijverschijnselen van de beeldvorming die de kerkleiding systematisch bedrijft met uitdrukkelijk de focus op zichzelf. Aan de lopende band en werkelijk allerwegen worden de gelovigen aangespoord ervan uit te gaan dat kerkelijke ambtsdragers, begenadigd met mysterieuze "goddelijke ponden", talentvoller worden en met meer goddelijk gezag bekleed zouden zijn, naarmate dezen hoger op "de ambtsladder" komen te staan. Juist daardoor is het in deze kerk onbetamelijk, ja welhaast uit den boze, om kritiek te hebben op "zegenaars". Wie "Godsgezanten" bekritiseert, staat op tegen God zelf. Uiteraard werkt dit machtsmisbruik in de hand.
(...)
Laten de bazen en bovenbazen eerst maar eens eerlijk en oprecht worden, over het asbest in Nieuwegein, over de beschamende jaarrekeningen die men al jarenlang achterhoudt, of over het onbeantwoord laten van inkomende correspondentie.
(...)
Uit: Bericht op "Wo 08 Jun 2016, 19:49" in de thread "Gerrit Sepers"
@LeviLevi schreef:@Tjerk,
Ik kom tot een onstellende conclusie dat ik niet verzegeld ben!
Op mijn ledenkaart staat dat ik verzegeld ben door van Oostbree.
Maar dat kan helemaal niet, want de man was al overleden!
Het overzeese gebied waar ik destijds vertoefde, viel onder de
bezielende leiding van 'oudste' Tansah Sami.
Eh, en nu?
Groet,
Levi
Bron: Bericht op "Vr 10 Jun 2016, 21:01"
Groet,TjerkB schreef:(...)
Het internationale nieuw-apostolische kerkbestuur heeft als het ware met alle haar ter beschikking gekomen machtsmiddelen een keizerrijk gevestigd en verdedigd, middenin het koninkrijk van God. Het "verlossingswerk" dat de op touw gezette organisatie zou belichamen kreeg de uitwerkingen als die van een verdelgingswerk!
Wie het zover laat komen, is in het geloof naar het evangelie van Jezus Christus zonder enige twijfel behoorlijk de weg kwijt. Ikzelf ben in 1957 als kind "verzegeld" door "apostel" Tjark Bischoff die aan mij "nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" toen de Heilige Geest zou hebben afgedragen. Even los van de omstandigheid dat de bij dit kerkgenootschap gedurig veranderende geloofsleer ook op dit punt naderhand werd herzien, neem ik nu met terugwerkende kracht afstand van alle zegenende gebaren van deze persoon die voor mij pertinent geen Godsgezant heeft kunnen zijn, alleen al gezien het feit dat in die vermeende hoedanigheid hij elke denkbare bevoegdheid te buiten is gegaan door rücksichtslos dienaren te excommuniceren die juist door machtsmisbruik in gewetensnood waren gekomen. Zie respectievelijk de forumberichten op "Zo 04 Nov 2012, 17:31" en "Do 30 Okt 2014, 10:02". Ook trek ik hierbij de handtekening in die ik als veertienjarige bij mijn confirmatie in de Nieuw-Apostolische Kerk ten gevolge van bedrieglijke misleiding heb geplaatst op een ledenkaart.
(...)
Uit: Bericht op "Wo 12 Nov 2014, 17:37" in de thread "Wat is de Nieuw-Apostolische Kerk?"