TjerkB schreef: ↑ma 12 mei 2014, 21:16
(...)
"Voor het goud der waarheid, kostelijk brood uit de hemel, helder levenswater, ware gemeenschapszin, heilige liefde, Zijn (!) vrede en rust, geborgenheid, erbarmen, de reine Jezusleer, levende apostelen, vergeving van zonden, het Heilig Avondmaal en de werkzaamheid van de Heilige Geest, uitverkoren kinderen Gods, balsem voor de ziel en ogenzalf, eenheid onder de dienaren en machtige stromen van zegen; daarvoor was er voor levenden en ontslapenen maar één adres, namelijk... míjn kerk. Zó werd het ons voorgehouden. Tegen wie aldus in de gehoorzaamheid stond zou worden gezegd: 'Over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal Ik u zetten.' Ja, zó worden de goddelijke beloften vervuld."
Dit was bij de verkondigde geloofsleer althans de theorie. Maar de praktijk toonde zich weerbarstig. Gelukkig hadden ieders fouten en tekortkomingen God niet in de weg gestaan. Om niettemin "daders des Woord" te kunnen zijn, ging het erom te doen "wat er gezegd werd". Het woord Gods, wel te verstaan; verbroken door eenvoudige dienaren die in de nauwste verbinding staan met hun zegenaars, en dezen "langs de geordende weg" met hun districtsapostel en met "onze dierbare stamapostel". Zo tevens met hun Zender, Jezus Christus, en met de trone Gods. De geborgenheid van onze ziel lag in de navolging; in het opblikken naar de knechten Gods; ze te ondersteunen in hun hoogheilige taken en opdracht.
(...)
Menigeen zal zich in de "situatieschets" hebben herkend. Echter, "de situatie" is daarmee nog lang niet compleet geschetst! De kerk bestaat immers uit ongeveer drie "lagen" waarbij er onderscheid valt te maken tussen gemeenteleden en plaatselijke dienaren enerzijds, leidinggevende ambtsdragers anderzijds en bovendien nog "hoge dienaren" die tevens in "een gebiedskerk" en/of internationaal (royaal) bezoldigde -volledig eindverantwoordelijke- bestuursleden zijn. In de situatieschets handelde het over de realiteit zoals men die op de kerkvloer door de jaren heen heeft kunnen ervaren. Doch de van bovenaf in de kerk aangebrachte hiërarchische organisatiestructuur laat gelovigen van elkaar vervreemden.
Ervan uitgaande dat -met alle respect overigens- globaal kan worden gesproken van een onderlaag, een tussenlaag en een bovenlaag, komt nu het belang op om óók te weten hoe er in grote lijnen wordt "gedacht" in kringen van "districtsdienaren" en van kerkbestuurders. Hoe ervaren zij het gemeenteleven en wat staat ze in de geloofspraktijk voor ogen? Waarschijnlijkheid zal het voor de onderlaag geen verrassing zijn dat de middenlaag ten aanzien van het gemeenteleven een andersoortige realiteit meemaakt. Tegelijkertijd zal het de middenlaag niet verwonderen dat de bovenlaag zich in een organisatorische setting bevindt waarvan details bij nadere beschouwing nauwelijks kenbaar zijn.
Alleen al ten aanzien van de praktische geloofsbeleving binnen de kerkgemeenten bestaan derhalve "werelden van verschil" op grond van ieders persoonlijke positie in het kader van "dienen en leiding geven". Vanuit het verleden kent menigeen nog wel de uitdrukking "op deze wereld, maar niet ván deze wereld", waarmee werd bedoeld dat gelovigen het geestelijk leven in de maatschappelijke context -als het goed is (...)- voorop gesteld wensen te zien. Concreet: de nieuw-apostolische geloofsleer (in theorie synoniem aan "de reine Jezusleer") dient bij alles wat men in het leven onderneemt leidend en richtinggevend te zijn. Enkelen vullen hierbij in wat dit voor alle (!) anderen heeft te betekenen...
Met dit werkelijkheidsbesef komt het er in de Nieuw-Apostolische Kerk op neer dat een leus als "An Deinem Hand, lieber Stammapostel, eilen wir zum Ziel" feitelijk ieders motto moet zijn. Volgens de nieuw-apostolische geloofsleer is de voorzitter van het internationale kerkbestuur namens God de eerstaangewezene om te verklaren wat gelovigen te doen staat om het eeuwige leven te hebben binnen het koninkrijk Gods in de hemel. De "stamapostel" tezamen met de "districtsapostelen" bepalen welke leerstellingen een ieder daartoe voor ogen moeten staan. Tevens formuleert de kerkleiding standpunten in ethische kwesties zodat gelovigen ook in dat opzicht weten wat Gods bedoelingen zouden zijn.
In de Nieuw-Apostolische Kerk is er dus onder -gelijkwaardige- "kinderen van één Vader" (!) een piramidestructuur van toepassing verklaard waardoor een soort van kastestelsel zich heeft kunnen ontwikkelen. Bovenaan staat een kleine geestelijke elite die nagenoeg alles voor het zeggen heeft; daaronder een grotere groep die het gevestigde gezag ten uitvoer moet brengen en moet handhaven, en ten slotte al degenen die aan de basis van de organisatie staan en die zich als ondergeschikten bij de beschreven toestand hebben neer te leggen. Indien het volk murmureert, wordt zulks om redenen van het bovenstaande niet op prijs gesteld. Er heerst eenrichtingverkeer in de communicatie.
Dat heet: dictatuur.
Terugkomend nu op de rangen en standen; in de Nieuw-Apostolische Kerk onderscheidt men dus aanzienlijken en minder aanzienlijken. Het gezag van een priester kan niet tippen aan het gezag van een apostel. Wat een priester uiteenzet kan te allen tijde worden overruled door wat elke ambtsdrager met een opvolgende hogere geestelijke bediening daarbij achteraf nader uiteenzet. Individuele gelovigen behoren hun eventuele vragen eerst voor te leggen aan de geestelijk verzorger met het voor ieder persoonlijk eerste hogere ambt. Komt men er niet uit, dan moet men in beginsel zijn bij de geestelijk verzorger met het tweede hogere ambt, enzovoort. Velen raken gaandeweg ontmoedigd en geven het op...
(...)
Uit: Bericht op "
ma 12 mei 2014, 21:16", in de thread "Drieluik d.d. 12-02-2010"