TjerkB schreef: ↑zo 04 okt 2020, 21:09 (...)
Als ikzelf niet gewerkt had op het bureau van de Centrale Administratie van de Nieuw-Apostolische Kerk, had ik achteraf waarschijnlijk nooit goed genoeg kunnen begrijpen waardoor het werk van de nieuw-apostolische god (zonder hoofdletter) voor mij de glans verloor. Ontelbaar veel keren gebeurde het dat voorvallen niet te rijmen waren met fair play of met de christelijke leer, maar nooit werd er iets serieus uitgepraat of rechtgezet. Steevast viel alles uit ten gunste van "dienaren" of "hogere dienaren". Dat maakte mij diep ongelukkig.
Net als Renske Doorenspleet vond ik dat ik het eerst wel allemaal goed moest uitleggen, wilde ik met kritiek naar buiten komen. Anders zouden vast spot en hoon mijn deel zijn, en ik zou ongenadig worden verguisd.
(...)
@all
Een willekeurig voorbeeld:
In eerste instantie was er dan dus een grafstuk betaald van de offergaven die in de plaatselijke kerkgemeente contant waren ontvangen, maar de districtsapostel die vervolgens de zgn. maandafrekening onder ogen kreeg, was het er achteraf steevast mee oneens dat de kerk zulke uitgaven had moeten bekostigen. Dan droeg hij één van mijn collega's op om de voorganger in kwestie erover in te lichten dat privé-aangelegenheden uit ieders huishoudportemonnee dienen te worden betaald, wat dus alsnog moest gebeuren. Mijn collega had er dan voor te zorgen dat zo'n fout (...) met de volgende maandafrekening was rechtgezet. Ik liep een keer zijn werkkamer binnen, toen er net weer zoiets aan de hand was en hij bij mij zijn hart erover luchtte. Trouwens, ook boeketten die na een "aposteldienst" aan de districtsapostel en/of diens echtgenote werden aangeboden, mochten vanzelf níet uit offergaven worden bekostigd. Enzovoort.BakEenEi schreef: ↑do 20 okt 2011, 16:34 (...)
Meermalen ben ik in mijn werk (op "de C.A." destijds) correspondentie tegengekomen waarbij een grafstuk voor een overledene, gedeclareerd via "de maandafrekening", op last van de kerkleiding alsnog binnen de desbetreffende kerkgemeente uit "eigen middelen" moest worden bekostigd. Ik voel nóg de schaamte die mij dan bekroop: "na een dienstbaar en offervaardig leven zorg je zelf maar voor een waardig afscheid". Vreselijk. Wat dit met mij deed zou voor de hooggeplaatsten een rotzorg zijn.
(...)
Ik kon er niet over uit. Iemand "in de gemeenschap" overlijdt, veelal na een arbeidzaam leven, waarbij doorgaans geen offer te veel was geweest - en dan kan er op last van de districtsapostel, die zélf juist wel van alles en nog wat cadeau krijgt, nog geen grafstukje van af.
Spijtig genoeg moest diezelfde collega het wel vaker ontgelden:
BakEenEi schreef: ↑zo 30 dec 2012, 20:52 (...)
Eén van mijn collega's op de C.A. had zich op zekere dag niet dankbaar genoeg getoond, zodat hem prompt door de districtsapostel werd voorgehouden dat het niet verkeerd zou zijn als hij eens een poosje in een rolstoel moest zitten! Hij was er helemaal kapot van. Op mijn vraag wat hij de "Godsgezant" recht voor zijn raap had geantwoord, begreep ik dat het mijn collega... aan woorden had ontbroken. Enige tijd later stond ik 's middags tegen zessen op het punt om naar huis te gaan, toen ook mij in de gauwigheid door betrokkene een spiegel zou worden voorgehouden. Dat heb ik toen wel even anders opgelost! In een flits zag ik op de balie bij de receptie een doos hosties staan, welke ik -in plaats van gevoelens van verschuldigde eerbied, of gewoon een bal- subiet terugkaatste. Op slag was dit het resultaat van een reeks van schofferingen. (...)
(...)
Niet voor niets heb ik "langs deze mij onsympathieke weg" door de jaren heen maar een aantal zaken openhartig uit de doeken gedaan.
In een flits had ik die doos met hosties dus naar zijn hoofd gegooid. Iets verderop stond een vitrinekast met allerhande trofeeën die ik ook bijna omver had getrokken; zo kwaad was ik. Ik keerde mij om en liep de deur uit. Toen ik de volgende dag weer op kantoor kwam, sprak de "Godsgezant" helemaal nergens over. Ik sluit niet uit dat-ie intussen doorhad dat er domweg grenzen zijn aan... hufterigheid.
Groet,
TjerkB
N.B.
BakEenEi schreef: ↑ma 21 okt 2013, 21:56 (...)
Ikzelf was leerling van de tweede klas (tegenwoordig: groep 4) toen onze juf zich telkens zichtbaar ergerde aan M.; een jongen in mijn klas die moeite had met rekenen en die volgens de juf niet goed oplette. Nadat het een aantal keren was voorgevallen dat zij hem aan het oor trok om hem mores te leren, begon ik te spijbelen. Eén van mijn klasgenootjes wilde wel even doorgeven dat ik de mazelen had want dat heerste toen. Na een aantal dagen kwam mijn moeder erachter dat ik "wegens ziekte" mijn leerervaringen kennelijk elders opdeed. Ikzelf hield juist ontzettend van rekenen. Daarom mocht ik van mijn vader een rekenschrift kopen waarin ik zelf allerlei sommen bedacht met de bedragen op kassabonnen die bij ons thuis speciaal voor dat doel werden bewaard. Ik rekende de antwoorden uit en toen het schrift vol was, vroeg ik aan de juf of zij mijn huiswerk wilde nakijken. Nee dus. In de eerste plaats geloofde ze niet dat ik de sommen zelf had gemaakt want in de tweede klas werd er eenvoudig nog niet boven de 100 gerekend. Voor de rest vond ze het te veel werk om eraan te beginnen. Tegen het einde van het schooljaar was ik jarig. Dan mocht je met je kroontjespen die dag met rode inkt schrijven. Helemaal per ongeluk maakte ik in mijn schrijfschrift toen een vlek. Terwijl ik die met een viltje zat te deppen, werd het potje met de rode inkt door het bevoegde leergezag van mijn tafel gegrist. Het schoonschrijven ging dus verder met de gewone donkerblauwe inkt. Nee, dan was je nog niet jarig. Maar de jongen in mijn klas die het eerder had moeten ontgelden, was in het voorjaar door ziekte van school af gegaan. Op straat kwam ik een grote broer van hem tegen. Die vertelde mij toen dat M. was overleden.
Als ik in die tijd al te weten was gekomen hoe er in de Nieuw-Apostolische Kerk achter de schermen wordt omgegaan met "onwillige leerlingen", was ik de advocaten van de duivel waarschijnlijk spontaan aangevlogen.
(...)