TjerkB schreef: ↑di 05 mei 2020, 17:30
(...)
Aangezien apostel Wiegman op 22 april jl. stelde...
(...)
We kennen onze historie…
hebben een onderzoek door externen laten uitvoeren
en gesprekken gevoerd met leden en voormalig leden.
We hebben geleerd…
(...)
... was ook ik benieuwd wat dit kan hebben behelsd. Mogelijk werd het vóór 2013 ingewonnen "commentaar" bedoeld bij
het Kaski.
(...)
@all
Onder verwijzing naar de quote hierboven, wil ik aan
het vorige bericht graag het onderstaande toevoegen.
Voor de zielen die bij het Apostolisch Genootschap hebben geleden onder de strenge hiërarchie en het benauwend gestandaardiseerde gemeenteleven, zal het onwezenlijk hebben aangevoeld dat apostel Bert Wiegman na diens aanvankelijke verklaring die erop neerkwam "lessons learned, blablabla", toch wel wilde toegeven dat de impact van misdragingen van ambtsdragers groter is geweest dan eerder intern werd gecommuniceerd. Onterecht gebeurde dat namelijk steevast onder bedekte termen, zelfs door een wetenschapsbeoefenaar:
BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 130-1 (2015) | review 5
Berry Brand, Nieuw licht op oude wegen. De wegen die de apostolische beweging volgde vanaf de oorsprong (circa 1830) tot Het Apostolisch Genootschap anno 2011 (Delft: Eburon,
2013, 704 pp., ISBN 978 90 5972 798 4).
- (...)
Berry Brand wil met dit vuistdikke boek de geschiedenis van Het Apostolisch Genootschap bekend maken aan buitenstaanders, en de apostolischen – uit wier kring hij afkomstig is – wil hij een kritische reflectie op hun geschiedenis bieden.
(...)
Hoewel Brand relatief veel aandacht besteed aan de ideeën van de apostelen, is ook aandacht voor de sociale kant van Het Apostolisch Genootschap. Voor de negentiende eeuw betoogt hij dat de meeste leden uit de Hervormde Kerk afkomstig waren en in het genootschap de warmte en gemeenschap vonden die ze in de kerk
hadden gemist. Waarom de beweging in de twintigste eeuw, toen de persoonlijke opvattingen van de apostelen ging domineren, haar aantrekkingskracht behield wordt minder duidelijk. De leden van de gemeenschap waren – anders dan in Groot-Brittannië – aanvankelijk laag opgeleid, de kring was hecht, gesloten en met weinig ruimte voor het individu. Dat het soms beklemmend was in die kring raakt Brand aan, maar het blijft toch een bagatel in zijn boek. Hij schrijft dat Van Oosbree’s bezit van twee dure Cadillacs moet worden toegeschreven aan diens ijdelheid, maar komt niet verder dan dat dit sommigen aantrok en anderen tegenstond (225-226). Over apostel L. Slok schrijft Brand: ‘De verering door zijn volgelingen heeft Slok nooit verleid tot misbruik daarvan’ (431). Elders zegt hij dat afwijkende meningen niet werden getolereerd, maar dat er nooit openlijk verzet is geweest (422-423). Daar zou je toch meer van willen weten.
(...)
De sociale aspecten ontberen een concrete en kritische behandeling. De weinige keren dat het algemeen publiek kennis van Het Apostolisch Genootschap kon nemen, bijvoorbeeld in het artikel ‘Mijn naam is Slok en ik ben God’ in de Panorama van augustus 1974, werd het apostelschap niet als vastberaden leiderschap maar als dwingelandij neergezet. Brand komt niet verder dan de vaststelling dat veel afhangt van de gezichtshoek waaruit de zaak bekeken wordt. De betekenis van de uitzonderlijke status van de apostel – toch het struikelblok voor een buitenstander – voor deze persoon en voor de gemeenschap die hij leidde had een grondiger evaluatie verdiend.
George Harinck, Het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden), Vrije Universiteit Amsterdam
Bron:
http://www.recensio.net/rezensionen/zei ... issue.pdf/
© 2015 Royal Netherlands Historical Society | KNHG
Creative Commons Attribution 3.0 Unported License
URN:NBN:NL:UI:10-1-110188 |
http://www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505
Zie ook het bericht op "
vr 10 jun 2016, 23:28" in de thread "Historische Bijeenkomst (1946-2016) op 17 september 2016"
Kennelijk was het achterhaalde machtsmisbruik ook met een "door externen" voorheen al uitgevoerd onderzoek onvoldoende gebleken. Let wel: het betreft nu niet alleen de misstanden van weleer maar ook hoe die aansluitend onder het tapijt mochten worden geveegd. In dat verband ben ik er niet gerust op of die geschiedvervalsing (!) niet aanstonds tevens plaatsgrijpt bij de
Vrije Universiteit Amsterdam.
Waarschijnlijk heeft de behoedzame erkenning van de geestesnood die slachtoffers hebben doorgemaakt, weer veel bij ze losgemaakt. Echter, wie a zegt, moet ook b zeggen. Indringende getuigenverklaringen op de website
https://apostelkinderen.nl laten intussen een golf van emoties zien. Ongetwijfeld leidt dit tot herbelevingen en opnieuw kan men zich overweldigd voelen door onmacht, boosheid, eenzaamheid; intens verdriet. Dan is er maar weinig voor nodig of men dobbert tussen hoop en vrees, zolang de kerkleiding na de evidente misslag van haar
landelijke woordvoerder de nood niet concreter lenigt dan met de laatste woorden van apostel Bert Wiegman.
Het is niet fijn in zo'n rollercoaster te belanden en dan ook nog te riskeren heimelijk ervan te worden verdacht het humeur te bederven bij degenen die popelen van ongeduld om het bedenkelijk vage en deels ook omstreden gedachtegoed bij het Apostolisch Genootschap academisch gelegaliseerd te krijgen. Een denktank werd in de benen gebracht en geen prijs leek te hoog om het prestigeproject te financieren. En passant zouden de founding fathers tot in lengte van dagen worden geëerd in een hall of fame. De glorieuze zegetocht was marketing-technisch al helemaal uitgestippeld, het jubileumjaar aanstaande; het feest na de intensive care kon praktisch beginnen.
Navenant nam de volslagen eenzaamheid weer toe bij hen, ten koste van wie de feestgangers zich op deze manier omhoog werkten om in de picture te komen. Ondanks de bij ze afgedwongen offers met een destijds door angst gegeseld gemoed, hoefden de monddood gewenste onderdrukten niet te rekenen op een uitnodiging voor het galadiner. Waren ze zoals de intelligentsia in de welaangename tijd maar wat beter dankbaar en wat fijner blij geweest. Hadden ze hun bescheiden plaats geweten, dan was er nu toch niets aan de hand? Het mag duidelijk zijn: op een meer ongelegen tijdstip had de commotie vanwege het boek "Apostelkind" zich niet kunnen aandienen.
- [42] Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. [43] Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.
Uit: Matteüs 25 (NBV)
Wat valt er nu verder nog te zeggen? Het zou mooi zijn als de kerkleiding de sterallures die zij kreeg, bij nader inzien van harte wil laten varen, in ruil voor goudeerlijk respect. Stel daarna de pretenties omwille van de prijsgegeven moraliteit toch liefst naar beneden bij. Stop met imponeren. Reik de hand aan hen, die tegenover degenen die voor bullebak of breinbaas speelden, geen verweer hadden.
Groet,
TjerkB