"Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde." (Handelingen 2: 46)
[15] Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! [16] Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. [17] U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. [18] Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien. [19] Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt. [20] Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.
Uit: Openbaring 3 (NBV)
U behoort mijn leven, Heer:
U te dienen is mijn eer!
Al mijn gaven, al mijn tijd,
alles is Uw dienst gewijd! Wijd mijn ogen, dat ze zien
de gena die Gij wilt bien!
Wijd mijn oren, dat - doorboord -
zij meer horen naar Uw woord!
Lofzang op de Heer [12] Nog meer van mijn gedachten zal ik uitspreken,
als de volle maan zo vol ben ik ervan.
[13] Luister naar mij, mijn vrome zonen,
en bloei als een roos bij een waterstroom.
[14] Geur zo aangenaam als wierook
en bloei als een lelie.
Verhef je stem, zing samen een loflied
en prijs de Heer om al zijn daden.
Uit: Wijsheid van Jezus Sirach 39 (NBV)
Zijn w' oprecht in onze wegen,
dan ons pad verlicht steeds is,
smaken wij reeds hier de zegen,
komen aan het doel gewis!
Immer vrolijk, immer voorwaarts,
oog en hart op 't doel gericht!
Heerlijk schoon toch is de weg des levens,
die ons voert van licht tot licht.
Leg uw last op de HEER
en hij zal u steunen,
nooit zal hij dulden
dat een rechtvaardige ten val komt.
Uit: Psalm 55: 23 (NBV)
Wat God doet, dat is welgedaan,
zij d' aanvang van ons weten.
Het komt in 't leven er op aan
dit nimmer te vergeten.
Wat rust het schenkt,
als men bedenkt
aan ied're nieuwe morgen:
God zal vandaag weer zorgen!
[1] Een psalm van Asaf.
Ja, God is goed voor Israël,
voor wie zuiver zijn van hart!
[2] Toch had ik bijna een misstap begaan,
bijna waren mijn voeten uitgegleden,
[3] want ik keek met afgunst naar de dwazen,
benijdde het geluk van wie kwaad doen.
[4] Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard,
hun buik is goedgevuld,
[5] aardse kwellingen kennen zij niet,
het lijden van anderen gaat aan hen voorbij.
[6] Daarom is hoogmoed hun halssieraad
en bedekt geweld hen als een mantel,
[7] hun ogen puilen uit het vet,
van eigenwaan zwelt hun hart.
[8] Ze spotten, spreken kwaad
en dreigen vanaf hun hoge zetels,
[9] ze zetten een mond op tot aan de hemel
en hun tong roert zich overal op aarde.
[10] Daarom lopen de mensen achter hen aan,
drinken hun woorden in als water
[11] en zeggen: ‘Hoe zou God iets weten?
Heeft de Allerhoogste een antwoord?’
[12] Zo zijn de goddelozen ten voeten uit,
ze verrijken zich, onverstoorbaar.
[13] Ja, vergeefs hield ik mijn geweten zuiver
en waste ik mijn handen in onschuld!
[14] Want ik werd gestraft, dag aan dag,
en geslagen, elke morgen weer.
[15] Maar zou ik spreken als zij,
ik pleegde verraad aan Gods kinderen!
[16] Dus bleef ik nadenken, ik wilde weten
waarom – het was een vraag die mij kwelde,
[17] tot ik Gods heiligdom binnenging
en mij hun einde voor ogen bracht.
(...)
[23] Maar nu weet ik mij altijd bij u,
u houdt mij aan de hand
[24] en leidt mij volgens uw plan.
(...)
[28] Bij God te zijn is mijn enig verlangen,
mijn toevlucht vind ik bij God, de HEER.
Van al uw daden zal ik verhalen.
Uit: Psalm 73 (NBV)
Wees immer waakzaam en bereid.
Verlies niet uw gelove
en laat dit in de grootste nood
door niemand u ontroven.
Hij stilt de storm, ook in uw hart;
geeft troost in alle leed en smart.
Heb slechts geloof, Hij is met u.
In Hem zijt gij geborgen.
Als Jezus in uw scheepje is,
waarom dan bange zorgen?
Dan is en vaart en doel gewis,
daagt telkens weer de morgen.
Of stormen al loeien, geen sterre daar blinkt,
de lucht zich verdonkert al meer,
vertrouwend op God mij de moed niet ontzinkt.
't Is mij goed, 't is mij goed in de Heer!
't Is mij goed in de Heer.
't Is mij goed, 't is mij goed in de Heer!
[13] Daarop vertrokken David en zijn mannen uit Keïla en begonnen rond te zwerven, nu hier en dan daar. Hun aantal was inmiddels aangegroeid tot zeshonderd. Toen Saul hoorde dat David uit Keïla was ontkomen, brak hij zijn veldtocht af.
[14] David en zijn mannen verschansten zich in rotsholen in de met kloven doorsneden woestenij ten oosten van Zif. Saul stuurde elke dag verkenners uit om David op te sporen, maar God leverde hem niet aan hem uit.
Uit: 1 Samuël 23 (NBV)
Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus' borst,
daar vind ik rust en vrede,
waarnaar mijn ziele dorst.
Hoor, hoe de vreugdezangen
klinken uit d' hemelsfeer.
Daar brengen de verlosten
God, onze Vader, eer!
Veilig in Jezus' armen,
veilig aan Jezus' borst,
daar vind ik rust en vrede,
waarnaar mijn ziele dorst.
[42] Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. [43] Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.
Uit: Matteüs 25 (NBV)
Sta eens stil; bedenk toch heden,
mensenkind, waar wilt gij heen?
Blijf niet langer 't pad betreden,
dat naar d' afgrond leidt alleen!
Zij die in tranen zaaien, zullen oogsten met gejuich.
Uit: Psalm 126: 5 (NBV)
Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?
Uit: Lukas 18: 8 (NBV)
Merk op mijn tranen, Heer en zie mijn smart.
O Heer, hoe goed zijt gij, heelt Gij mijn hart!
Ontsluit toch op Uw woord mij Uw genadepoort!
Hoe dank ik U daarvoor, Jezus, mijn Heer!
Bron: NAK-koorboek, tweede couplet lied 133
Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’
Uit: Johannes 4: 10 (NBV)
Wat kost'lijk levend water
en zuiver als kristal,
vloeit uit de troon des Heren,
heil brengend overal.
Niet vergeefs, o stroom des levens
stel 'k mijn hoop op U.
Niet vergeefs, o stroom des levens
stel 'k mijn hoop op U.
[19] Broeders en zusters, als een van u afdwaalt van de waarheid en een ander laat hem daarheen terugkeren, [20] dan mag hij weten: wie een zondaar van het dwaalspoor terugbrengt, redt hem van de dood en wist tal van zonden uit.
Uit: Jakobus 5 (NBV)
't Leven biedt veel verdriet,
dat ons dikwijls bindt.
Angst, waarvan de ogen spreken,
nood, waardoor de harten breken;
koud is vaak de wind.
Koud is vaak de wind.