TjerkB schreef: ↑vr 05 aug 2022, 18:21(...)
Steeds meer vragen kwamen er bij mij op. Ook heb ik nu een vraag over de prediking van stamapostel Schneider, jl. zondag 31 juli in Suriname:
(...)
Zou het namelijk niet zegenrijker zijn, voorafgaande aan een viering van het Heilig Avondmaal, de hand terug te geven waar Hij een vinger gaf?
(...)
@all
De nieuw-apostolische geloofspraktijk kenmerkt zich erdoor dat aan de gemeenteleden "vanaf het altaar" overwegingen worden voorgehouden, waarbij in het gesproken woord zuiver "afgebeden" openbaringen van de Heilige Geest zouden zijn neergelegd. Hoe valt daar dus nog gepast op te reageren, anders dan (naar Deuteronomium 27: 15-26) overal maar Amen! op te zeggen? Als er met zó veel gezag lijkt te worden gesproken; dan neigt misschien wel elke vraag, laat staan een weerwoord, naar een daad van verzet. En anders verkeert de betrokkene misschien juist wel in twijfel. Ook dan ben je in de Nieuw-Apostolische Kerk bij wijze van spreken nog niet jarig want: "Zweifel ist eine sehr gefährliche Krankheit, die muss sofort bekämpft werden. Wenn ein Zweifelsgedanken sich in uns festsetzt, dann müssen wir ihn sofort bekämpfen." (...) Waarvan akte!
Als God ooit een vinger gaf, namen sprekers in kerkelijk verband menigmaal de hele hand en "dienaren" werden... grootwaardigheidsbekleders. Allengs werden er krachttermen gebezigd als "Godsgezant", "dienaar en zegenaar", "Oberhirte" en "geistliches Oberhaupt aller neuapostolischen Christen", "Kirchenpräsident und Stammapostel" of elders "onze dierbare Levensvriend, geestelijke (of Geliefde) Leidsman, eigentijdse Christus, Gezalfde Gods, God als Apostel, Grootmacht der Liefde, Heiland der Mensheid, Inspirator, Levende Norm, Levensgids, Levensvoorbeeld, Man Gods, Mond Gods van deze tijd, Raadsman, Startpunt, Vader, Zegenaar, Zaaier, Zielenbruidegom en Zielenhelper en Zielenminnaar". Enzovoort. Goddank echter hebben velen, aan wie op deze manier het goddelijke heil werd onthouden, het toch maar geriskeerd om zichzelf te herpakken.
Vandaar hierboven mijn vraag...
- [41] Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. [42] Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. [43] Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” [44] Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” [45] En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.”
Uit: Matteüs 25 (NBV)
- O, wil toch van het Levenswoord
geen hoorders zijn alleen.
Of't al dan niet uw zin bekoort,
gaat om te doen eerst heen.
Dan komt er vrede in uw huis
en blijheid in 't gemoed.
Dan vindt gij kracht om zelfs uw kruis
te dragen welgemoed
Bron: Eerste couplet van lied 113 (gezangboek HAGEA, 1953)
TjerkB
P.S.
TjerkB schreef: ↑za 13 apr 2019, 15:59(...)
Overigens:
het woord "ambtslichaam" dient te worden geschrapt, want het lichaam van Christus kent geen aparte bloedsomloop voor ambtenaren!
Begin februari 2010 schetste ik het beklemmende "gevangeniswezen" binnen de Nieuw-Apostolische Kerk als volgt:
TjerkB schreef: ↑ma 12 mei 2014, 21:16 (...)
"Voor het goud der waarheid, kostelijk brood uit de hemel, helder levenswater, ware gemeenschapszin, heilige liefde, Zijn (!) vrede en rust, geborgenheid, erbarmen, de reine Jezusleer, levende apostelen, vergeving van zonden, het Heilig Avondmaal en de werkzaamheid van de Heilige Geest, uitverkoren kinderen Gods, balsem voor de ziel en ogenzalf, eenheid onder de dienaren en machtige stromen van zegen; daarvoor was er voor levenden en ontslapenen maar één adres, namelijk... míjn kerk. Zó werd het ons voorgehouden. Tegen wie aldus in de gehoorzaamheid stond zou worden gezegd: 'Over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal Ik u zetten.' Ja, zó worden de goddelijke beloften vervuld."
Dit was bij de verkondigde geloofsleer althans de theorie. Maar de praktijk toonde zich weerbarstig. Gelukkig hadden ieders fouten en tekortkomingen God niet in de weg gestaan. Om niettemin "daders des Woord" te kunnen zijn, ging het erom te doen "wat er gezegd werd". Het woord Gods, wel te verstaan; verbroken door eenvoudige dienaren die in de nauwste verbinding staan met hun zegenaars, en dezen "langs de geordende weg" met hun districtsapostel en met "onze dierbare stamapostel". Zo tevens met hun Zender, Jezus Christus, en met de trone Gods. De geborgenheid van onze ziel lag in de navolging; in het opblikken naar de knechten Gods; ze te ondersteunen in hun hoogheilige taken en opdracht.
(...)
Menigeen zal zich in de "situatieschets" hebben herkend. Echter, "de situatie" is daarmee nog lang niet compleet geschetst! De kerk bestaat immers uit ongeveer drie "lagen" waarbij er onderscheid valt te maken tussen gemeenteleden en plaatselijke dienaren enerzijds, leidinggevende ambtsdragers anderzijds en bovendien nog "hoge dienaren" die tevens in "een gebiedskerk" en/of internationaal (royaal) bezoldigde -volledig eindverantwoordelijke- bestuursleden zijn. In de situatieschets handelde het over de realiteit zoals men die op de kerkvloer door de jaren heen heeft kunnen ervaren. Doch de van bovenaf in de kerk aangebrachte hiërarchische organisatiestructuur laat gelovigen van elkaar vervreemden.
Ervan uitgaande dat -met alle respect overigens- globaal kan worden gesproken van een onderlaag, een tussenlaag en een bovenlaag, komt nu het belang op om óók te weten hoe er in grote lijnen wordt "gedacht" in kringen van "districtsdienaren" en van kerkbestuurders. Hoe ervaren zij het gemeenteleven en wat staat ze in de geloofspraktijk voor ogen? Waarschijnlijkheid zal het voor de onderlaag geen verrassing zijn dat de middenlaag ten aanzien van het gemeenteleven een andersoortige realiteit meemaakt. Tegelijkertijd zal het de middenlaag niet verwonderen dat de bovenlaag zich in een organisatorische setting bevindt waarvan details bij nadere beschouwing nauwelijks kenbaar zijn.
Alleen al ten aanzien van de praktische geloofsbeleving binnen de kerkgemeenten bestaan derhalve "werelden van verschil" op grond van ieders persoonlijke positie in het kader van "dienen en leiding geven". Vanuit het verleden kent menigeen nog wel de uitdrukking "op deze wereld, maar niet ván deze wereld", waarmee werd bedoeld dat gelovigen het geestelijk leven in de maatschappelijke context -als het goed is (...)- voorop gesteld wensen te zien. Concreet: de nieuw-apostolische geloofsleer (in theorie synoniem aan "de reine Jezusleer") dient bij alles wat men in het leven onderneemt leidend en richtinggevend te zijn. Enkelen vullen hierbij in wat dit voor alle (!) anderen heeft te betekenen...
Met dit werkelijkheidsbesef komt het er in de Nieuw-Apostolische Kerk op neer dat een leus als "An Deinem Hand, lieber Stammapostel, eilen wir zum Ziel" feitelijk ieders motto moet zijn. Volgens de nieuw-apostolische geloofsleer is de voorzitter van het internationale kerkbestuur namens God de eerstaangewezene om te verklaren wat gelovigen te doen staat om het eeuwige leven te hebben binnen het koninkrijk Gods in de hemel. De "stamapostel" tezamen met de "districtsapostelen" bepalen welke leerstellingen een ieder daartoe voor ogen moeten staan. Tevens formuleert de kerkleiding standpunten in ethische kwesties zodat gelovigen ook in dat opzicht weten wat Gods bedoelingen zouden zijn.
In de Nieuw-Apostolische Kerk is er dus onder -gelijkwaardige- "kinderen van één Vader" (!) een piramidestructuur van toepassing verklaard waardoor een soort van kastestelsel zich heeft kunnen ontwikkelen. Bovenaan staat een kleine geestelijke elite die nagenoeg alles voor het zeggen heeft; daaronder een grotere groep die het gevestigde gezag ten uitvoer moet brengen en moet handhaven, en ten slotte al degenen die aan de basis van de organisatie staan en die zich als ondergeschikten bij de beschreven toestand hebben neer te leggen. Indien het volk murmureert, wordt zulks om redenen van het bovenstaande niet op prijs gesteld. Er heerst eenrichtingverkeer in de communicatie. Dat heet: dictatuur.
Terugkomend nu op de rangen en standen; in de Nieuw-Apostolische Kerk onderscheidt men dus aanzienlijken en minder aanzienlijken. Het gezag van een priester kan niet tippen aan het gezag van een apostel. Wat een priester uiteenzet kan te allen tijde worden overruled door wat elke ambtsdrager met een opvolgende hogere geestelijke bediening daarbij achteraf nader uiteenzet. Individuele gelovigen behoren hun eventuele vragen eerst voor te leggen aan de geestelijk verzorger met het voor ieder persoonlijk eerste hogere ambt. Komt men er niet uit, dan moet men in beginsel zijn bij de geestelijk verzorger met het tweede hogere ambt, enzovoort. Velen raken gaandeweg ontmoedigd en geven het op...
(...)
Uit: Bericht op "ma 12 mei 2014, 21:16", in de thread "Drieluik d.d. 12-02-2010"
(...)
Heus, wat hier speelt is misbruik van geloof en vertrouwen. Goddank werd juist dít fenomeen elders allang als zodanig onderkend:
(...)TjerkB schreef: ↑wo 04 mar 2015, 05:44 (...)
De Nieuw-Apostolische Kerk en haar statuten zijn natuurlijk niet met de schepping meegegeven. Dat zouden sommige "hogere verantwoordelijke leidinggevenden", met welke imponerende termen betrokkenen hun vermeende belangrijkheid zelf wensen te onderstrepen, misschien wel anders willen zien, maar zolang de aangesloten leden volgens diezelfde statuten niets in te brengen hebben, past het deze leden uiteraard om zich ervan bewust te zijn dat naïviteit en fatalisme niet bepaald gaven zijn van de Heilige Geest.
Ten slotte:
(...)(...)
Hoe komt het dan dat wij in de Nieuw-Apostolische Kerk tóch veel blijmakende en zegenrijke momenten hebben meegemaakt? Dat komt door de integriteit van liefhebbende verzorgende dienaren die bij de oprichtingsakte geen stem hadden!! Bovendien: “Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.” (Mat. 18: 20, NBV) Samenvattend, ik heb vorige week gedacht aan het volgende…
In 1934 keerde een aantal Duitse theologen zich af van de christenen die meetrokken in het kielzog van Hilters nationaal-socialisme. Dat uiteindelijk dood en verderf zaaiende regiem had bij mijn weten destijds al meer dan 85% van alle Duitse christenen geassimileerd. Zo kwamen de “Barmer Thesen” tot stand in de zogenaamde Bekenntnis-synnode. Eén van de betreffende theologen was Karl Barth. Het signaal dat men (in Barmen) afgaf met deze zeer kernachtige Thesen klinkt trouwens tot op heden door in wat christenen in het protestantse geloof fundamenteel belijden. Een tweetal van de bedoelde Thesen:
(...)
- Jezus Christus, gelijk van Hem in de Heilige Schrift getuigd wordt, is het ene Woord Gods, dat wij moeten horen, in leven en sterven vertrouwen en gehoorzamen (Joh. 14: 6, 10: 1 en 9). Wij verwerpen de valse leer dat de kerk als bron van haar verkondiging behalve en naast dit ene Woord van God ook nog andere feiten en machten, gestalten en waarheden als Gods openbaring kan en moet aanvaarden.
- Zoals Jezus Christus Gods toespraak is van de vergeving van al onze zonden, zo en met gelijke ernst is Hij eveneens Gods krachtige aanspraak op ons ganse leven; door Hem gewordt onze blijde verlossing uit de goddeloze bindingen van deze wereld tot een vrije en dankbare dienst aan Zijn schepselen (1 Cor. 1: 30). Wij verwerpen de valse leer dat er terreinen van ons leven zijn waarin niet Jezus Christus maar andere heren te gebieden zouden hebben, terreinen waarin we niet de rechtvaardiging en de heiliging door Hem nodig hebben.
Oorspronkelijke bron: Bericht op “16-05-2007 21:14 uur” bij NAK-Observer
Zie ook het bericht op "Ma 25 Jun 2012, 21:53" op het voormalige Forum van Bauke Moesker, in de thread “Moat ik soms op myn broer passe?”
Uit: Bericht -op het voormalige Forum van Bauke Moesker- op "wo 04 mar 2015, 05:44", in de thread "Misbruik van geloof en vertrouwen"