Die Hoffnung stirbt zuletzt (2)
@all
In aansluiting aan de beide voorgaande berichten in deze thread wil ik nu graag vanuit een wat andere invalshoek ingaan op het evangelie van Jezus Christus want met het onderstaande hangt heel veel samen:
- Terug naar Gods ordeningen
- Het is niet ver naar Bethlehem
- Die Hoffnung stirbt zuletzt
De hele situatie die ik voor mij zag, toen er in het tweede halfjaar van 2010 aanleiding bestond om hier nader van gedachten te wisselen, vond ik
rampzalig: hoogst onoverzichtelijk en buitengewoon zorgelijk. Om mij heen zag ik hoe die omstandigheden werkelijk de oorzaak waren van smartelijk lijden. Deze doffe ellende was voor mij weliswaar niet nieuw, maar de schrik sloeg mij om het hart en ik vroeg mij af: kan ík daar wat aan doen?
(...) Als er iets verschrikkelijks is gebeurd, zal menigeen wensen dat de klok kan worden teruggedraaid. Was het maar een droom en is het eenvoudig níet wáár! Tóch waren er nu wel degelijk broeders en zusters in moeilijkheden geraakt, en die moeilijkheden raakten hun ziel en zaligheid ten diepste. Ben je dan "alleen op de wereld", óf zijn er onder zulke omstandigheden mogelijk nog enkelen met enige ontferming bewogen?
- Geef je lot niet in handen van iemand die tegen je zegt:
[9] ‘Je bent op de goede weg,’
maar die enkel toekijkt als je wat overkomt.
Uit: Sirach 37 (NBV)
Eén ding was duidelijk: wat het geloof betreft deed zich hier een toestand voor, waarbij deze en gene op zijn zachtst gezegd ver van huis waren geraakt.
- Sta even stil, kom tot u zelve,
hebt gij uw toestand overdacht?
Nog is 't de tijd van Gods genade;
zie dus dat gij Zijn wil betracht,
zie dus dat gij Zijn wil betracht!
Wil door de enge poort toch gaan
en geef Gods Geest in u vrij baan,
en geef Gods Geest in u vrij baan.
Bron: Tweede couplet van lied 155, NAK-gezangboek
Gods ordeningen... Dient men dan bij voorkeur de Duitse taal machtig te zijn om daarvan enig begrip te krijgen? Is het wellicht, bezien in het licht van de eeuwigheid, van belang om een catechismus te kennen? (...)
- [4] De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. [5] Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, [6] ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
Uit: 1 Korintiërs 13 (NBV)
Wat is híer nu nog van over?! Het lijkt mij niet onbelangrijk als wij ons dit afvragen en er een goed begrip van krijgen. Voor Jezus Christus leverde het destijds een strikvraag op!
- [34] Nadat de Farizeeën hadden vernomen dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. [35] Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: [36] ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ [37] Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. [38] Dat is het grootste en eerste gebod. [39] Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. [40] Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
Uit: Matteüs 22 (NBV)
Voordien had Hij -vanuit de liefde van zijn Vader- menigeen al kunnen vertroosten en bemoedigen:
- [28] Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. [29] Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, [30] want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Uit: Matteüs 11 (NBV)
Anderen wilden daarbij wel behulpzaam zijn. Wat nu essentieel was om in het oog te houden, lezen wij hieronder:
- [15] Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ [16] Nog eens vroeg hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’ Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’ [17] en voor de derde maal vroeg hij hem: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ Petrus werd verdrietig omdat hij voor de derde keer vroeg of hij van hem hield. Hij zei: ‘Heer, u weet alles, u weet toch dat ik van u houd.’ Jezus zei: ‘Weid mijn schapen.
Uit: Johannes 21 (NBV)
Wie in het geloof ver van huis is geraakt, zal er baat bij hebben om in elk geval in dat opzicht weer vaste grond onder de voeten te krijgen. Wat dat inhoudt? Welnu, hierboven staat het en lastiger wordt het niet!
Een kind kan het begrijpen... Laten wij de ware eenvoud van veel zaken niet geringschatten want:
- Er staat namelijk geschreven: ‘Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen.’
Uit: 1 Korintiërs 1: 19
Daarom is het fijn als wij aanvoelen hoezeer het bezielde gedachten zijn welke de lieddichter als volgt onder woorden bracht:
- Zaligheid, eeuwigheid,
o, verlicht deez' tijd!
Dat toch immer klein het kleine
en het grote groot ons schijne,
zaal'ge eeuwigheid.
Zaal'ge eeuwigheid!
Bron: Vierde couplet van lied 517, NAK-gezangboek
Het kan echter verregaande gevolgen hebben om voorbij te gaan aan wat wel degelijk van grote waarde is:
- Daarop gaf Jakob hem brood en linzensoep. Esau at, dronk en ging meteen weer weg; hij hechtte geen enkele waarde aan het eerstgeboorterecht.
Uit: Genesis 25: 34 (NBV)
Vele raadgevingen helpen ons -ondanks verwarrende omstandigheden die zich kunnen aandienen- om in het geloof op de been te blijven:
- Maak uw roeping waar
[3] Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. [4] Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur. [5] Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, [6] uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, [7] uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. [8] Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar. [9] Wie ze niet bezit is kortzichtig, ja blind, en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden gereinigd is. [10] Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val [11] en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder Jezus Christus.
Uit: 2 Petrus 1: 10 (NBV)
(...)
Toen ik inzoomde op het ongenoegen tussen de nieuw-apostolische kerkleiding en één van onze naasten (!), bleef ik voor mijzelf steken bij de onderstaande tekst in de Bijbel:
- [1] Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ [2] Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer [3] en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. [4] Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. [5] En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op. [6] Wie een van de geringen die in mij geloven van de goede weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken. [7] Wee de wereld met haar valstrikken. Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, maar wee de mens die de valstrik zet!
Uit: Matteüs 18 (NBV)
Hopelijk brengt het bovenstaande ons allen een stap verder, in de goede richting!
[wordt vervolgd]
Groet,
BakEenEi