| |
HISTORISCH OVERZICHT
OVER
HET ONTSTAAN VAN
HET STAMAPOSTEL
AMBT..
VOORWOORD.
Onderstaand hebben wij een boekje afgedrukt, waarin veel
uitspraken zijn vermeld van J.G.Bischoff.
Deze uitspraken zijn nooit herzien door de Kerkleiding van de Nieuw
Apostolische Kerk. Wel houd de kerkleiding bij hoog en bij laag vol dat de
"Boodschap van Bischoff"een Goddelijke inhoud heeft gehad. Bischoff heeft
dus de waarheid gesproken, het was God die zijn plannen veranderde! Maar ook
al is Bischoff dan gestorven, heeft hij vele uitspraken gedaan, en dus allen
een Goddelijke inhoud hebben. God veranderd zijn plannen niet. Nooit.
Aangezien Bischoff verkondigde dat hij zijn "Boodschap" persoonlijk van
Jezus Christus had doorgekregen, moet dit laatste dus worden gezien als een
pertinente leugen. Hoewel de kerkleiding dus van mening is dat God beloftes
heeft gedaan, en deze vervolgens niet is nagekomen. Hier is dus ruimte om te
kiezen, óf God is een leugenaar óf Bischoff was
een leugenaar. Wij houden het zeer beslist op de laatste mogelijkheid.
Volgens de uitspraken opgetekend in dit boekje komt er zonder J.G.Bischoff
geen eerste opstanding!
Degene die dus van mening is dat de "Boodschap van Bischoff " een Goddelijke
inhoud heeft, of zelfs een Goodelijke openbaring... conformeert zich ook met
al zijn andere uitspraken als ware die Goddelijk en onvervalst. Daarmee is dan alle hoop op verlossing
vervlogen. Voor u dus geen dag der eerste opstanding, helaas.
Zonder de Stam apostel Bischoff komt er geen Eerste
Opstanding, geen ingaan in
de Bruiloftszaal en geen wonen in het Rijk der
Heerlijkheid"
(Stem van de Wachter)" 15 oktober 1955);
WEBTEAM.
Historisch
overzicht over
het ontstaan van
het Stamapostelambt
Historisch overzicht
over het ontstaan van het Stamapostelambt
De in de jaren 1832 tot 1835 in Engeland geroepen
Apostelen werden overeenkomstig de stammen van het oude verbondsvolk
Is-
israël twaalf arbeidsterreinen toegewezen. Ieder
van deze twaalf arbeidsterreinen kreeg de naam van een stam van het
oude, oorspronkelijke volk Israëls, en ieder der twaalf Engelse
Apostelen werd Apostel van een stam van het nieuwe, geestelijke
Israëlsvolk.
Zo werd het arbeidsterrein Engeland en U.S.A. de
stam "Juda", en toevertrouwd aan de Stamapostel Cardale.
Zuid-Duitsland en Oostenrijk werden als stam "Ruben" door
Stamapostel Woodhouse bediend, enz. In de Katholiek Apostolische
Kerk waren er dus twaalf Stam-Apostelen, die de twaalf stammen
(aposteldistricten) te verzorgen hadden. Dit bleef zo, vele
tientallen jaren daarna toen had in het jaar 1863 de splitsing van
de Apostolische gemeenten zich voltrokken in de "Nieuwe Ordening",
zoals men toen de onder de nieuw geroepen Apostelen staande
apostolische gemeenten aanduidde. Zo was aanvankelijk het
Aposteldistrict Holland de stam "Juda", geleid door Apostel Schwartz
als apostel van deze stam. Noord-Duitsland gold als stam "Ephraiin",
geleid door Apostel Preusz, enz.
Ieder van deze apostelen, zowel van de oude als
van de nieuwe ordening, was stamapostel van zijn stam
(aposteldistrict), maar aangaande allen sprak en schreef men alleen
maar van "apostelen".
Om de oorspronkelijke betekenis van het woord
stamapostel nog meer te verduidelijken, moge worden opgemerkt, dat
er in de eerste tientallen jaren van de "Nieuwe Ordening" ook
stam-opzieners waren. In de Duitse uitgave "Alte und neue Wege"
staat op bladzijde 323 te lezen, dat de latere Apostel Kofman, na
het heengaan van Apostel Schwartz van 1895 tot 1898 het
stamopzienersambt in de stam "Juda" (aposteldistrict Holland) heeft
gedragen. En op bladzijde 329 staat vermeld, dat Hermann Niehaus in
het stervensjaar van Apostel Menkhoff, 1895, stamopziener werd voor
de stam "Isaschar" (aposteldistrict Westfalen/Rheinland).
(Noot van de vertaler :
In de Nederlandse uitgave: "Oude en nieuwe Wegen"
komt dit niet zo naar voren, daarin kunnen wij echter op bladzijde
408 lezen, dat er omstreeks het jaar 1870 onder Apostel Schwartz
zgn. stamambten bestonden, nl. ook stamopzieners, stamprofeten,
stamevangelisten en stamherders).

Stamapostel F.Krebs. |

Stamapostel H.Niehaus |
3
Lange tijd hadden de apostelen van de Nieuwe Ordening
weinig contact met elkaar, vooral het gebrek aan gemeenschappelijke
samenkomsten en daarmee aan gedachten- en meningsuitwisseling over de
geloofsleer deed zich gelden. Dit gebrek werd in't bijzonder ingezien
door Apostel Schwartz, die naar een meer ééndrachtig samenwerken van de
apostelen streefde, zonder echter zelf zo'n éénheid volledig bereikt te
hebben. Schwartz heeft echter in geen geval het stamapostelambt in de zin
van een opperste leider van alle apostelen gedragen, zoals het hier en
daar in de nieuw-apostolische schrifturen wordt vermeld.
Apostel Krebs, die de Apostel Schwartz zeer toegedaan
was, heeft na diens heengaan energiek aan de verwerkelijking der
aposteléénheid gearbeid en dit ook uiteindelijk kunnen bereiken. Hij
werd echter beslist niet door Schwartz voor het Stamapostelambt bestemd
Ar' en ingezet.
Tijdens een grote dienst in Bielefeld, welke volgens
de verklaring van deelnemers in 1897, naar andere berichten in het jaar
1896 plaatsvond, verklaarde Apostel Niehaus, dat éénhoofdige leiding van
de apostolische gemeenten noodzakelijk was en dat hiertoe uit alle
apostelen de apostel Krebs als Stamapostel gekozen werd.
't Is beslist van geen enkel belang, of Krebs in 't
jaar 1896 of 1897 Stamapostel en hoofdleider der apostolische gemeenten
werd, dan wel te weten, welke betekenis het nieuwe Stamapostelambt zou
hebben en het zeker ook lange tijd op door God gewilde wijze had. Maar
in dit opzicht is er sedert de benoeming van Apostel Krebs tot
Stamapostel zeer veel veranderd.

Stamapostel J.G.Bischoff |

Stamapostel W. Schmidt |
In de tijd, dat Krebs Stamapostel was, ging het deze
Godsman daarom, de éénheid onder de apostelen te verzorgen, in alle
geloofsaangelegenheden eenwerkelijk éénzijn onder de apostelen te
bevorderen, alle dragers van het apostelambt nader tot elkaar te
brengen, hij meningsverschillen bemiddelend op te treden, in
crisisgevallen conflicten uit de weg ruimend en verzoenend te werken,
bij moeilijkheden te helpen, enzovoort; maar niet om te werken als een
toonaangevende en bevelende meerdere of in alle geloofszaken beslissende
leraar.
Er werd dan ook gedurende de tijd van de benoeming
van Apostel Krebs tot Stamapostel tot op de dag van zijn heengaan, 21
januari 1905, in de apostolische gemeenten altijd weer over "Vader
Krebs" of " Apostel Krebs " gesproken en geschreven, echter nooit over
"Stamapostel Krebs".
In de in die tijd door Apostel Bornemann weder
uitgegeven "Herold" is nimmer sprake van "Stamapostel Krebs", maar
steeds weer slechts van "Apostel Krebs". Zelfs in de Herold-uitgave van
februari 1905, waarin een "in memoriam" betreffende de in januari 1905
ontslapen Apostel Krebs werd gepubliceerd, schreef men alleen over
"Apostel Krebs".
Daaruit blijkt, dat Stam apostel Krebs als een
"primus inter pares", dat wil zeggen als "eerste onder zijnsgelijken"
gold en dat hijzelf
4
zich als zodanig betoond heeft. Hij was en bleef
broeder onder de broeders in de kring van zijn medeapostelen, zonder
bijzondere voorrechten te hanteren.
Zouden wij de zich over tientallen jaren
uitstrekkende veranderingen en afwijkingen van de oorspronkelijke
betekenis van het Stamapostelambt en dat, wat intussen in de Nieuw
Apostolische Kerk uit het Stamapostelambt geworden is, slechts in
beperkte mate willen optekenen, dan zou dit een omvangrijk boek worden.
In 't bestek van dit geschrift kunnen wij slechts op hoofdzaken ingaan.
In november 1947 verzochten alle toentertijd in
Europa werkzame apostelen de in die tijd bijna 77-jarige Stamapostel
Bischoff per brief, gezien zijn hoge leeftijd toch spoedig een opvolger
in te zetten. Bischoff schreef toen op 21 mei 1948 een
apostelbijeenkomst uit, waarbij op zijn beschikking een geheime stemming
plaats vond om zijn opvolger aan te wijzen. Overeenkomstig de
éénstemmige uitslag van deze geheime keuze, waaraan korte tijd daarna
ook alle overzeese apostelen schriftelijk hun toestemming gaven, werd op
1 augustus 1948 door Bischoff de Apostel Kuhlen voor het Stamapostelambt
aangewezen met dien verstande, dat Apostel Kuhlen zolang Bischoff nog
tot de arbeid in staat was, als Stamapostel-helper zou arbeiden en ten
tijde, waarop Bischoff door de Heer opgeroepen zou worden, zonder meer
diens plaats als Stamapostel zou innemen.
Uit beweegredenen, die hier niet uiteengezet zullen
worden, werd door machten, die grote invloed hadden op Bischoff, spoedig
na die inzetting getracht hem te overreden, dat hij toch geen opvolger
meer nodig had, aangezien hijzelf 's Heren werk der eindtijd voleindigen
zou en hij de laatste Stamapostel zou zijn. Daarmede samengaand werd
Bischoff letterlijk verheerlijkt. Een voorbeeld daarvan:
Niet langnahet begin van de tweede wereldoorlog moest
het verschijnen van de "Wchterstimme" worden gestopt. Toen daarna op 1
oktober van het jaar 1949 dit tijdschrift (uitgever en voor de inhoud
verantwoordelijk: J. G. Bischoff; drukkerij en uitgeverij: Friedrich
Bischoff) weer verscheen, was meteen al in het eerste nummer in een
artikel met het opschrift "De sleutel van het hemelrijk" het volgende te
lezen (uittreksel):
"Wanneer de Apostelen des Heren in opdracht van hun Zender (dat is en blijft
de door goddelijke getuigenissen verkoren Stamapostel) ook van mensenkinderen
Godskinderen kunnen maken, dan zijn zij, indien hun arbeid voor de eeuwigheid
succesvol zal zijn, aangewezen op de sleutel van het hemelrijk inde Stamapostel.
Krachtens zijn bijzondere opdracht -en nu komen wij tot de hoofdzaak - en het
hem ten deel gevallen hoogste inzicht, kan slechts hij de tijdovereenkomstige
wil Gods ontsluiten, en door de slechts door hem verondigde leer allen die
gelovig tot hem opzien de mogelijkheid verschaffen, aan het einde in het door
Jezus bereide rijk in te gaan. Deze door de Heer
uitverkorene heeft de Zoon Gods blijvend geschonken: de macht tot verklaring, de
gave van het ware inzicht en het vermogen, de tijd van het goddelijke uur
precies vast te stellen. Zonder dit laatste moet al het andere, in goddelijke
zin, stukwerk blijven. Alleen onder de bekrachtiging van de Stamapostel zal de
arbeid der apostelen en der trouwe broeders ook de erkenning van de hemelse
Vader vinden, want Hij is het, die door Zijn Zoon deze ordening gesteld en
gegeven heeft.

Stamapostel E.Streckeisen |

Stamapostel H.Urwyler |
- Door de aan de huidige Stamapostel overgegeven
sleutel van het hemelrijk zijn ons alle inzichten, die het werk
Gods zo hoog verheffen boven alle godsdienstrichtingen,
geworden. Ook de goede en nieuwe gedachten, die hier en daar in
de diensten uit apostelen en broeders geboren worden, vinden e
hun oorsprong in de geest van de Stamapostel, hun bron, alvorens
ze in de woorden der ambtbroeders weerklank en uitdrukking
vinden. Juist het feit, dat de Stamapostel alleen daarover kan
beslissen, en dat hij de uiteindelijke autoriteit naar Gods wil
moet zijn en blijven, geeft deze gedachten hun bekrachtiging en
ontsluit de geheimenissen van het Rijk Gods zelf. - Door de in
hem wonende grote liefde, zoals geen tweede ze bezit, wordt
zelfs diegenen het hemelrijk nog ontsloten, die bij anderen geen
opname meer vinden. -Zijn klare taal zoals we ze tevergeefs
steeds weer zoeken bij de bekwaamste broeders, ontsluit het
hemelrijk zelfs voor hen, die buiten hem niemand anders goed
begrepen hebben. - Zijn dit geen zichtbare bewijzen, dat ook de
tegenwoordige Stamapostel de sleutel van het hemelrijk, het
belangrijkste voorrecht van alle apostelen, de hoogste
verplichting van de zijde van Christus gegeven is? Krachtens
deze ontvangen sleutel handelde hij in de achterliggende jaren
met een wijsheid, die boven elk menselijk verstand verheven is.
- Wie zich van deze, in het bezit van de Stamapostel bevindende
sleutel wil bedienen, moet het hart van
die man bezitten, die het volle vertrouwen van
de Zoon 4^ Gods zijn bezit kan noemen. Hem niet onvoorwaardelijk
te vertrouwen en zijn woorden alleen al in gedachten te willen
weerstaan, betekent: tegen de Zoon Gods zondigen."
Deze uiteenzettingen schrijven de Stamapostel een
macht toe, die geen mens gegeven is, en houden zoveel overdrijvingen in,
dat vele der apostelen ontsteld waren over dit artikel en hun grote
bevreemding daarover uitspraken.
De Heilige Schrift leert ons, dat Jezus eens apostelen zond en zenden wil,
dat dus Jezus zelf de Zender van Zijn apostelen is. Zo werd het ook altijd in
apostolische gemeenten geleerd en zo staat het ook in het vierde geloofsartikel
van de Nieuw-Apostolische Geloofsbelijdenis.
6
In het hiervoren aangehaalde artikel uit "Wachterstimme" echter
wordt de Stamapostel als zender der apostelen beschouwd.
In bedoeld artikel wordt gesproken over een
alleen door de Stamapostel verkondigde leer. Welk een afwijking is
dit toch van de in het laatste hoofdstuk van het Mattheus-evangelie
te lezen zendingsopdracht des Heren, waaruit klaar en duidelijk
blijkt, dat Jezus al Zijn apostelen beopdracht heeft, leraars te
zijn overeenkomstig Zijn wil.

Stamapostel R.Fehr |

Stamapostel W.Leber{hoogste geestelijke in rang} |
In de "Wchterstimme" nr. 3 van 1 november 1949 werd
daarop de verhandeling ".... opdat zij allen één zijn!"
gepubliceerd. Daarin staat onder meer:
"Het in nr. 1 van Wchterstimme verschenen
artikel "De sleutel van het hemelrijk " was juist bij de
redactie klaargemaakt, toen onze Stamapostel een brief
ontving, waarvan de inhoud in beknopte vorm de
hoofdgedachten van het bedoelde artikel weergaf. De
woordelijke inhoud van deze brief laten wij hier volgen:
- Hartelijk geliefde Stamapostel! Met
diepe dankbaarheid in het hart heb ik gisteren weer afscheid
van u genomen. Steeds weer bewonder ik de eenvoudige uitleg
van het Woord, waardoor u ons de diepste gedachten
overdraagt. Steeds duidelijker komt naar voren, wat Jezus in
Johannes 14:17 zeide:De Geest der waarheid, welke de wereld
niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem
niet. - Wanneer ik zo de ontwikkeling van het werk naga, dan
is het enkel en alleen aan uw leiding te danken, dat de
Geest der waarheid in reine zin - door geen vreemde geest
vertroebeld - aan de kinderen Gods verkondigd is geworden.
Hier moet ik met de dichter vol ontroering in lof uitroepen:
Wanneer ik dit wonder vatten wil. dan staat mijn geest vol
eerbied stil!
In deze dagen heb ik mij dikwijls afgevraagd: wat is eigenlijk de grootste
gebeurtenis in het werk Gods sinds de uitstorting van de spade regen? - Ik ben
tot geen andere overtuiging gekomen dan deze, dat gij, lieve Stamapostel, als
drager van de hoogste verantwoording des Heren met geen graad van de leer des
Vaders afgeweken zijt. Gij hebt de juiste koers gevolgd! Hoe zou het anders
mogelijk geweest zijn, het volk des Heren met de tot heden toe ontvangen
klaarheid te kunnen bedienen? Door de Geest der waarheid hebt gij ons de leer
van Jezus als Apostelleer in volmaakte reinheid verkondigd en alle verlangende
zielen met de heilsdaden van Jezus in verbinding gebracht. Het werk des Heren is
dankzij uw arbeid ertoe in staat gebracht spoedig voleindigd te worden. - De
hemelse Vader heeft geweten, wie Hij Zijn Geest kon toevertrouwen. Hij heeft
Vader Krebs de aanvang, Vader Niehaus de
voortzetting en u de voleinding van Zijn werk toevertrouwd. Als Paulus reeds kon
zeggen:
7
Het zegel mijn apostelschaps zijt gijlieden
in de Heer !, dan is het verlossingswerk in het teken der
voleinding het zegel van uw Stamapostelambt. Het is
gemakkelijker, het succes van een zaak achteraf te bewonderen,
dan te erkennen, waaraan het succes van een zaak te danken is.
In deze zuivere leer wil ik verder actief en met vreugde uw
dienaar zijn. Aanvaardt u voor heden deze weinige regels als
uitdrukking van mijn liefde en waardering voor u, verbonden met
hartelijke groeten."
Uw dankbare
W.S.
Schrijver van de in dit artikel aangehaalde brief was
Apostel Walter Schmidt, die onmiddellijk na 't verschijnen van de
desbetreffende "Wchterstimme" de toenmalige Stamapostelhelper Kuhlen
opbelde en deze dadelijk daarop bezocht, om hem te vertellen, dat hij
over het aanhalen van zijn brief in verband met een dergelijk artikel in
de "Wchterstimme" hevig ontsteld was, dat hij het geschrevene absoluut
niet zo bedoeld had, enz.
Toen de
apostelen in juni 1950 in Holland
verbleven, deelde de Stamapostel (op 18-6-'50) aan de Apostelen E. en 0.
Gtittinger en R. Schneider in zijn hotelkamer in Eindhoven mede, dat de
Heer hem geopenbaard had, dat hij niet meer zou sterven.
Allengs kwamen er steeds meer geruchten dat de
Stamapostel gezegd had, dat hem een goddelijke openbaring gegeven was,
dat hij niet meer zou sterven, maar het Werk zou voleinden en dat Jezus
nog tijdens zijn leven zou wederkomen. In de kring der Apostelen echter
had de Stamapostel daarover geen enkele mededeling gedaan.
In de "W9.chterstimme" nr. 20 van 15 oktober 1950
stond toen onder het opschrift: "Naklanken van de 21e september 1950"
(deze dag was het 20 jaar geleden dat Bischoff het Stamapostelambt
aanvaard had) te lezen:
"Wanneer wij hem vandaag in jeugdige kracht
zien werken en het volk Gods zien dienen, dan komt bij de
getrouwen, zoals eens onder de broeders, de gedachte op: deze
discipel sterft niet!"
Ja, deze sprake kwam steeds meer en meer naar voren,
zonder dat de Stamapostel zelf daarover in de kring der apostelen iets
gezegd had of de apostelen daarover geschreven had.
In de door de uitgeverij Friedrich Bischoff voor het jaar 1951 uitgegeven
kalender (in boekvorm), die de apostelen in de tweede helft van november 1950
werd toegezonden, stond onder het opschrift "Aan Christus' plaats" een artikel,
hetwelk eveneens Bischoff als de "Voleinder" trachtte voor te stellen. Over dit
kalenderartikel zou zeer veel zijn te zeggen; hier zij slechts opgemerkt, dat
daar in de christelijke Kerkgeschiedenis en in 't bijzonder de
kerkgeschiedkundige ontwikkeling der apostolische gemeenten grondig
8
verdraaid en onjuist werd weergegeven. Volgens dit
artikel zou Schwartz de eerste apostel na de apostelloze tijd geweest
zijn, en zou Bischoff de laatste schakel zijn in de keten van de
Stamapostelen. - In bedoeld kalenderartikel staat over Bischoff ook nog:
"Hij heeft de vaste overtuiging, dat de Heer
de Zijnen nog tijdens zijn leven in 't Vaderhuis zal halen,
aangezien de Heer hem - naar zijn eigen woorden - nog niemand
heeft aangewezen, die het Godswerk op aarde na hem verder zal
leiden."
Deze zin was in tegenspraak met de op 1 augustus 1948
plaatsgevonden hebbende aanwijzing van een opvolger en moet
logischerwijs allerlei vragen en gedachten opgeworpen hebben bij de
leden van de Nieuw-Apostolische Kerk.
Om een uit deze verwarring ontstane dreigende
splitsing en katastrofe in de Nieuw-Apostolische Kerk zo mogelijk te
voorkomen, heeft Apostel Kuhlen toen op 25 november 1950 zijn verzoek om
terugtreding uit het ambt van Stamapostelhelper en opvolger in het
Stamapostelambt ingediend. Over de velerlei beweegredenen, die
aanleiding waren voor dit terugtreden, is in de kerkelijke akten van de
Vereinigung Apostolischer Christen een uitvoerig bericht vastgelegd.
Toch duurde het toen nog meer dan een jaar, dat de
Stamapostel officieel zijn "boodschap" predikte, dat hij niet zou
sterven, maar het Werk zou voleinden. Toen echter werd deze "boodschap"
met oplaaiend fanatisme gepredikt, waarbij alle ambtsbroeders, die niet
instemden met de "boodschap" als ketters aangezien en als boze knechten
voorgesteld werden. Over deze "boodschap" werd zoveel gesproken en
geschreven, dat het boekdelen zou vullen, als men daarover alles zou
willen optekenen.
Hier enige citaten uit Nieuw-Apostolische geschriften,
voor welker inhoud Bischoff verantwoordelijk was.
1. In 't bijzonder als bewijs voor de
Stamapostelkultus en de verafgoding van Bischoff:
Tijdens een Kerstdienst in 1951 in Giessen gehouden,
noemde een Apostel de Stamapostel:
"de grootste - naast Christus - die de aarde
ooit heeft gehad".
Dit heeft Bischoff zonder enige tegenspraak
aangehoord; het verslag van deze dienst heeft hij over de gehele wereld
laten verzenden.
- "Had de Vader over zijn werken Zijns Zoons Zijn welgevallen, dan
rust datzelfde welgevallen ook op de Stamapostel" ("Jugendfreund" 1952,
bladzijde 8);
"De Stamapostel alleen is de geopenbaarde Liefde Gods" ("Amtsblatt"
"De zoon Gods zit aan de rechterhand Zijns Vaders, is heden
9
echter in Zijn eerste knecht, de Stamapostel, in volkomen
mate belichaamd"
("Amtsblatt" 1953, blz. 181);
- "Waarom heeft God Zijn werk niet reeds eerder voleindigd? Aangezien
Hij een man nodig had, zoals een Noach, een Abraham, een Mozes, een
Petrus; daarom had Hij heden een Bischoff nodig om Zijn Werk te
voleinden"
("Wchterstimme: 1953, bladzijde 55);
- "De grootste man van deze tijd"
("Der gute Hirte" 1953, bladzijde 74);
- "De grootste mens op deze aarde"
("Jugendfreund" 1954, bladzijde 51);
- "De voleinder van het Raadsbesluit Gods"
("Unsere Familie" 1953, bladzijde 441);
"Hem heeft de Heer van eeuwigheid af daartoe
uitverkoren, dat tot voleinding te brengen, wat Hijzelf eens
begonnen is" (kalender "Unsere Familie" 1955, bladzijde 48);
- "Hij verkondigt de opheffing der natuurwetten voor degenen, die zijn
woord geloven, dat zij de natuurlijke dood niet zullen ondergaan en
belooft hun naar de goddelijke wil het eeuwige leven"
(Wllchterstimme" 1955, bladzijde 31);
- "Zonder de Stamapostel Bischoff komt er geen Eerste Opstanding, geen
ingaan in de Bruiloftszaal en geen wonen in het Rijk der Heerlijkheid"
(Wchterstimme" 15 oktober 1955);
Volgens "Unsere Familie" 1955, bladzijde 623, zei Bischoff
zelf:
"Wij kunnen voor God treden en verzekeren, dat wij bijzonder
goede en volkomen mensen zijn";
- Onder het opschrift: "Engel van de Mensenzoon" werd verwezen naar
Openb. 14 : 6. In dit verband wefd vermeld: "Deze Engel is en blijft
onze Stamapostel tot aan de heerlijke verschijning van de Zoon Gods....
Het eeuwige Evangelie, dat hij verkondigt, is de door de Heer gegeven
belofte, dat het geheimenis Gods tijdens zijn leven vervuld wordt,
zolang hij de bazuin doet klinken en Stamapostel is" (Kalender 1955,
bladzijde 120);
- "De exponent van goddelijke Heerlijkheid"
(kalender 1956, bladzijde 60);
"De plaats van de Stamapostel kan niet met die van een profeet van het Oude
Verbond vergeleken worden; ze kan ook niet gelijk gesteld worden met die, die de
Ziener van Patmos innam, maar zijn plaats wordt daardoor gekenmerkt, dat zijn
opdracht de grootste is, die de Heer ooit aan een mens heeft gegeven. Wij vinden
een overeenkomst tussen hem en
de Zoon Gods, welke daarin bestaat, dat Jezus bekende, dat
10
Hij Christus, de Zoon van de levende God is"
("WaChterstimme" 1957, bladzijde 142);
"Wat is het voor een apostel een
kostelijke zaak, wanneer hij kan opzien naar de Stamapostel
als naar de Heilige en Heerlijke!"
("Unsere Familie" 1955, bladzijde 151).
2. Als bewijs voor de pertinente bewering dat
Bischoff "de laatste Stamapostel" zou zijn:
- "Zoals Mozes en de uittocht van het volk Israëls uit de
gevangenschap in Egypte tot één begrip geworden zijn, zo is voor de
kinderen Gods de Stamapostel en de voleinding der Bruidsgemeente één
onverbrekelijk feit"
("Wachterstimme" 1954, bladzijde 88);
"Bischoff voert als de geestelijke Jozua
de kinderen Gods het land der belofte, het hemelse en
eeuwige Kanaan binnen" (Kalender 1954, bladzijde 46);
"Dat de Zoon Gods tijdens mijn leven
komt, is zo zeker, dat eerder hemel en aarde zullen vergaan,
dan dat dit woord niet in vervulling zou gaan"
("Wachterstimme" 1954, bladzijde 68);
- "Geen ander zal de Bruid de Zoon Gods en Bruidegom tegemoet
voeren, dan hij, die daartoe de opdracht heeft ontvangen, beide te
verenigen, nl. de trouwe Eliëzer, onze Stamapostel"
("Wachterstimme" 1955, bladzijde 45);
"Zonder deze man kan het koninklijk priesterdom, de Bruid
des Lams, niet voltooid worden"
(Wachterstimme" 1955, bladzijde 54);
"De thans levende Stamapostel is de laatste"
("Wachterstimme" 1956, bladzijde 165);
"Sedert jaren wordt ons verkondigd, dat de Heer tijdens
het leven van onze Stamapostel wederkomt, niet van de een of
andere Stamapostel, maar van onze huidige Stamapostel
("Wachterstimme" 1959, bladzijde 99);
- "Wanneer de Heer erop wijst, dat wij aan zijn hand het doel
zullen bereiken, dan ligt in deze woorden de eenvoudige erkenning,
dat buiten hem niemand ons de Heer tegemoet kan voeren"
("Amtsblatt" 1960, bladzijde 34);
"Wij hebben toch niemand naast de Stamapostel, en naast
de boodschap van de Stamapostel geen andere meer"
("Wachterstimme" 1957, bladzijde 15);
"Dát staat onveranderlijk vast als een goddelijke belofte: de Heer komt
tijdens het leven van onze Stamapostel" ("Unsere Familie" 1955, bladzijde
400);
Vele apostelen en ambtsbroeders, die vanwege de "boodschaps-
11
leer" met de Stamapostel in tegenspraak waren
gekomen, werden uit hun ambt ontheven en uit de Nieuw-Apostolische
Kerk gestoten. Het inzicht, dat de boodschap van Bischoff niet in
overeenstemming was met de woorden van Christus over Zijn
wederkomst, en het vele onrecht, dat hen werd aangedaan, die
vasthieldenaan de fundamentele heilswaarheden van het Evangelie,
waren oorzaak dat vele duizenden gemeenteleden, zich met de
uitgestoten apostelen en ambtsbroeders tot een nieuwe apostolische
gemeente verenigden.
Maar de op grond van vele motieven zo
hooggespeelde "boodschap", waarover een apart hoofdstuk zou kunnen
worden geschreven, zakte in elkaar, toen Bischoff op 6 juli 1960
stierf. Nu had God gesproken!
Thans was de tijd gekomen, waarin de leiding van
de Nieuw Apostolische Kerk openlijk haar dwaalweg en haar verkeerde
instelling had moeten erkennen in een deemoedige boetvaardigheid
voor God. Nu had een ommekeer ten goede, een terugkeer tot de eerste
liefde, ook tegenover degenen, die men liefdeloos als
"tegenstanders" aanwees, kunnen plaats vinden, nu had men tot
bezinning moeten komen over dat, waartoe de alle grenzen
overschrijdende verheerlijking van de Stamapostel had geleid.
Maar wat geschiedde?
De nieuwapostolische apostelen zochten een
uitvlucht! In een schrijven van 7 juli 1960, dat in de
Nieuwapostolische gemeenten werd voorgelezen, schreven deze mannen:
- "De Stamapostel kan zich niet vergist hebben! Wij vragen ons af,
waarom God Zijn Wil heeft veranderd".
Inplaats van schuld erkennen, stelden zij God daarvoor
verantwoordelijk, dat het niet zo was uitgekomen, als zij gepredikt
hadden!
Jaren daarna schreef Walter Schmidt, de eerste
ondertekenaar van vermeld schrijven, volgens hetwelk God Zijn Wil
zou hebben veranderd,
- "dat God Zijn Wil in de verwezenlijking van Zijn Heilsplan nooit en
te nimmer in 't geringste veranderd heeft" ("Unsere Familie" 1973,
bladzijde 3).
Evenzo schreef Walter Schmidt eens:
- "In Jeruzalem is men nooit tot de conclusie gekomen, dat de
Schriftgeleerden en Farizeeën hun verkeerd oordeel ingezien en
toegegeven hebben. Zij bogen zich niet voor God en deden geen boete voor
hun zonden. Hun plaats onder het volk stond hun niet toe te bekennen,
dat zij ten offer gevallen waren aan een verkeerde instelling"
("Amtsblatt" van 15 maart 1963).
En hoe gedroegen zich de Nieuw-Apostolische apostelen, toen God door de
dood van Bischoff op een duidelijke wijze sprak?
Niettegenstaande in de Nieuw-Apostolische predikingen en geschriften
ontelbare malen gepredikt en geschreven was, dat Stamapostel Bischoff de
laatste zou zijn, ofwel in de "Wachterstimme"
12
van 1 juni 1956 op bladzijde 87 geschreven werd:
"Als Jezus van Nazareth gefaald zou hebben,
dan zou er geen genade en verlossing zijn geweest. De ogen der
gelovigen herkennen een éénmalige parallel, enig in zijn soort:
bij de aanvang van de genadetijd stond er een mens - Jezus van
Nazareth - bij het einde staat er een knecht, die de opgave
gekregen heeft, de Bruid thuis te brengen... hij is door geen
andere te vervangen."
hoewel het in "Christi Jugend" van 15 maart 1956,
bladzijde 46 verluidt:
"Na hem (Bischoff) komt er geen meer, die er
zich op be-
roepen kan, een opdracht te hebben van de Zoon Gods",
en hoewel ook Walter Schmidt nog enkele dagen vaar het ster-
^ ven van Bischoff aan diens ziekbed van de Stamapostel afscheid
nam met de woorden:
"Maar het blijft bij de belofte: "De Heer
komt tijdens uw leven" en Bischoff daarop geantwoord heeft: "Ja,
dat is zeker !"
kozen de Nieuwapostolische apostelen nog voor de
sterfelijke omhulling van Bischoff begraven was, Walter Schmidt als
nieuwe Stamapostel.
En thans is sinds februari 1975 met Ernst Streckeisen
reeds de tweede Stamapostel na Bischoff werkzaam.
[31-05-2007 Thans is na Bischoff, Schmidt, Streckeisen,
Urwyler, Fehr, en Leber reeds de vijfde Stamapostel werkzaam. Bovendien
is de laatste --Leber--ook nog eens een 'opa zegger' van Bischoff. Ach
ja, het kan verkeren. Red.]

Nawoord..
De oprechte lezer zal het duidelijk
zijn, dat door de Stamapostel -kultus en -verheerlijking de
opdracht, die Christus aan al Zijn
apostelen heeft gegeven, vervalst en
veracht werd en nog veracht wordt. Al bedroeft het ons, deze
verkeerde ontwikkeling duidelijk te moeten aantonen, toch mag ook
het negatieve in de geschiedschrijving niet eenvoudig worden
weggelaten. De bijbel verzwijgt dat ook niet en is juist daardoor
beter in staat de rechte weg aan te tonen. Zo wil ook de hierbij
aangeboden verhandeling de weg wijzen voor eerlijke harten.
Wij houden ons aan de woorden van
Jezus (Matth. 23 : 8 - 11- 12):
.
"Doch gij zult niet
Rabbi genaamd
worden; ~
want Eén is uw Meester, namelijk
Christus;
en gij zijt allen broeders.
Maar de meeste van u zal uw dienaar
zijn.
Want wie zich zelf verhogen zal, die
zal vernederd worden; en wie zichzelf zal vernederen, die zal
verhoogd worden."
Het webteam sluit zich bij deze laatste alinea's
volledig aan...
|
"Geschichtlicher RUckblick auf
die Entwicklung des Stamapostelamtes." |
|
Apostolische Gemeinschaft e. V.
Cantadorstrasse 11
D - 4 Düsseldorf |
|
Vereinigung Apostolischer
Christen Postfach 241
CH
-
8053 ZÜRICH |
Ps.U wilt zelf iets bijdragen aan dit artikel? Dat kan,
ga verder naar: mailboxen>>> |
|