Historisch overzicht van het stamapostel ambt.

 

APOSTOLISCHEOBSERVER.NL
VOOR NIEUWS EN HISTORISCHE ACHTERGRONDEN.  

Index

Navigatie pagina

Disclaimer

Contact

Boeken

Anoniem reageren.

Archief

Zoeken binnen de site.
 

HISTORISCH OVERZICHT OVER

 HET ONTSTAAN VAN

 HET STAMAPOSTEL AMBT..

VOORWOORD.

Onderstaand hebben wij een boekje afgedrukt, waarin veel uitspraken zijn vermeld van J.G.Bischoff.
Deze uitspraken zijn nooit herzien door de Kerkleiding van de Nieuw Apostolische Kerk. Wel houd de kerkleiding bij hoog en bij laag vol dat de "Boodschap van Bischoff"een Goddelijke inhoud heeft gehad. Bischoff heeft dus de waarheid gesproken, het was God die zijn plannen veranderde! Maar ook al is Bischoff dan gestorven, heeft hij vele uitspraken gedaan, en dus allen een Goddelijke inhoud hebben. God veranderd zijn plannen niet. Nooit. Aangezien Bischoff verkondigde dat hij zijn "Boodschap" persoonlijk van Jezus Christus had doorgekregen, moet dit laatste dus worden gezien als een pertinente leugen. Hoewel de kerkleiding dus van mening is dat God beloftes heeft gedaan, en deze vervolgens niet is nagekomen. Hier is dus ruimte om te kiezen, óf God is een leugenaar óf Bischoff was een leugenaar. Wij houden het zeer beslist op de laatste mogelijkheid. Volgens de uitspraken opgetekend in dit boekje komt er zonder J.G.Bischoff geen eerste opstanding!
Degene die dus van mening is dat de "Boodschap van Bischoff " een Goddelijke inhoud heeft, of zelfs een Goodelijke openbaring... conformeert zich ook met al zijn andere uitspraken als ware die Goddelijk en onvervalst. Daarmee  is dan alle hoop op verlossing vervlogen. Voor u dus geen dag der eerste opstanding, helaas.

Zonder de Stam apostel Bischoff komt er geen Eerste Opstanding, geen ingaan in

 

 de Bruiloftszaal en geen wonen in het Rijk der Heerlijkheid"

 

(Stem van de Wachter)" 15 oktober 1955);

 

WEBTEAM.

 


 

Historisch overzicht over

het ontstaan van

het Stamapostelambt

Historisch overzicht
over het ontstaan van het Stamapostelambt

De in de jaren 1832 tot 1835 in Engeland geroepen Apostelen werden overeenkomstig de stammen van het oude verbondsvolk Is-

israël twaalf arbeidsterreinen toegewezen. Ieder van deze twaalf arbeidsterreinen kreeg de naam van een stam van het oude, oorspronkelijke volk Israëls, en ieder der twaalf Engelse Apostelen werd Apostel van een stam van het nieuwe, geestelijke Israëlsvolk.

Zo werd het arbeidsterrein Engeland en U.S.A. de stam "Juda", en toevertrouwd aan de Stamapostel Cardale. Zuid-Duitsland en Oostenrijk werden als stam "Ruben" door Stamapostel Woodhouse bediend, enz. In de Katholiek Apostolische Kerk waren er dus twaalf Stam-Apostelen, die de twaalf stammen (aposteldistricten) te verzorgen hadden. Dit bleef zo, vele tientallen jaren daarna toen had in het jaar 1863 de splitsing van de Apostolische gemeenten zich voltrokken in de "Nieuwe Ordening", zoals men toen de onder de nieuw geroepen Apostelen staande apostolische gemeenten aanduidde. Zo was aanvankelijk het Aposteldistrict Holland de stam "Juda", geleid door Apostel Schwartz als apostel van deze stam. Noord-Duitsland gold als stam "Ephraiin", geleid door Apostel Preusz, enz.

Ieder van deze apostelen, zowel van de oude als van de nieuwe ordening, was stamapostel van zijn stam (aposteldistrict), maar aangaande allen sprak en schreef men alleen maar van "apostelen".

Om de oorspronkelijke betekenis van het woord stamapostel nog meer te verduidelijken, moge worden opgemerkt, dat er in de eerste tientallen jaren van de "Nieuwe Ordening" ook stam-opzieners waren. In de Duitse uitgave "Alte und neue Wege" staat op bladzijde 323 te lezen, dat de latere Apostel Kofman, na het heengaan van Apostel Schwartz van 1895 tot 1898 het stamopzienersambt in de stam "Juda" (aposteldistrict Holland) heeft gedragen. En op bladzijde 329 staat vermeld, dat Hermann Niehaus in het stervensjaar van Apostel Menkhoff, 1895, stamopziener werd voor de stam "Isaschar" (aposteldistrict Westfalen/Rheinland).

(Noot van de vertaler : In de Nederlandse uitgave: "Oude en nieuwe Wegen" komt dit niet zo naar voren, daarin kunnen wij echter op bladzijde 408 lezen, dat er omstreeks het jaar 1870 onder Apostel Schwartz zgn. stamambten bestonden, nl. ook stamopzieners, stamprofeten, stamevangelisten en stamherders).

Stamapostel F.Krebs.


Stamapostel H.Niehaus

3

Lange tijd hadden de apostelen van de Nieuwe Ordening weinig contact met elkaar, vooral het gebrek aan gemeenschappelijke samenkomsten en daarmee aan gedachten- en meningsuitwisseling over de geloofsleer deed zich gelden. Dit gebrek werd in't bijzonder ingezien door Apostel Schwartz, die naar een meer ééndrachtig samenwerken van de apostelen streefde, zonder echter zelf zo'n éénheid volledig bereikt te hebben. Schwartz heeft echter in geen geval het stamapostelambt in de zin van een opperste leider van alle apostelen gedragen, zoals het hier en daar in de nieuw-apostolische schrifturen wordt vermeld.

Apostel Krebs, die de Apostel Schwartz zeer toegedaan was, heeft na diens heengaan energiek aan de verwerkelijking der aposteléénheid gearbeid en dit ook uiteindelijk kunnen bereiken. Hij werd echter beslist niet door Schwartz voor het Stamapostelambt bestemd Ar' en ingezet.

Tijdens een grote dienst in Bielefeld, welke volgens de verklaring van deelnemers in 1897, naar andere berichten in het jaar 1896 plaatsvond, verklaarde Apostel Niehaus, dat éénhoofdige leiding van de apostolische gemeenten noodzakelijk was en dat hiertoe uit alle apostelen de apostel Krebs als Stamapostel gekozen werd.

't Is beslist van geen enkel belang, of Krebs in 't jaar 1896 of 1897 Stamapostel en hoofdleider der apostolische gemeenten werd, dan wel te weten, welke betekenis het nieuwe Stamapostelambt zou hebben en het zeker ook lange tijd op door God gewilde wijze had. Maar in dit opzicht is er sedert de benoeming van Apostel Krebs tot Stamapostel zeer veel veranderd.


Stamapostel J.G.Bischoff

Stamapostel W. Schmidt

In de tijd, dat Krebs Stamapostel was, ging het deze Godsman daarom, de éénheid onder de apostelen te verzorgen, in alle geloofsaangelegenheden eenwerkelijk éénzijn onder de apostelen te bevorderen, alle dragers van het apostelambt nader tot elkaar te brengen, hij meningsverschillen bemiddelend op te treden, in crisisgevallen conflicten uit de weg ruimend en verzoenend te werken, bij moeilijkheden te helpen, enzovoort; maar niet om te werken als een toonaangevende en bevelende meerdere of in alle geloofszaken beslissende leraar.

Er werd dan ook gedurende de tijd van de benoeming van Apostel Krebs tot Stamapostel tot op de dag van zijn heengaan, 21 januari 1905, in de apostolische gemeenten altijd weer over "Vader Krebs" of " Apostel Krebs " gesproken en geschreven, echter nooit over "Stamapostel Krebs".

In de in die tijd door Apostel Bornemann weder uitgegeven "Herold" is nimmer sprake van "Stamapostel Krebs", maar steeds weer slechts van "Apostel Krebs". Zelfs in de Herold-uitgave van februari 1905, waarin een "in memoriam" betreffende de in januari 1905 ontslapen Apostel Krebs werd gepubliceerd, schreef men alleen over "Apostel Krebs".

Daaruit blijkt, dat Stam apostel Krebs als een "primus inter pares", dat wil zeggen als "eerste onder zijnsgelijken" gold en dat hijzelf

4

 

zich als zodanig betoond heeft. Hij was en bleef broeder onder de broeders in de kring van zijn medeapostelen, zonder bijzondere voorrechten te hanteren.

Zouden wij de zich over tientallen jaren uitstrekkende veranderingen en afwijkingen van de oorspronkelijke betekenis van het Stamapostelambt en dat, wat intussen in de Nieuw Apostolische Kerk uit het Stamapostelambt geworden is, slechts in beperkte mate willen optekenen, dan zou dit een omvangrijk boek worden. In 't bestek van dit geschrift kunnen wij slechts op hoofdzaken ingaan.

In november 1947 verzochten alle toentertijd in Europa werkzame apostelen de in die tijd bijna 77-jarige Stamapostel Bischoff per brief, gezien zijn hoge leeftijd toch spoedig een opvolger in te zetten. Bischoff schreef toen op 21 mei 1948 een apostelbijeenkomst uit, waarbij op zijn beschikking een geheime stemming plaats vond om zijn opvolger aan te wijzen. Overeenkomstig de éénstemmige uitslag van deze geheime keuze, waaraan korte tijd daarna ook alle overzeese apostelen schriftelijk hun toestemming gaven, werd op 1 augustus 1948 door Bischoff de Apostel Kuhlen voor het Stamapostelambt aangewezen met dien verstande, dat Apostel Kuhlen zolang Bischoff nog tot de arbeid in staat was, als Stamapostel-helper zou arbeiden en ten tijde, waarop Bischoff door de Heer opgeroepen zou worden, zonder meer diens plaats als Stamapostel zou innemen.

Uit beweegredenen, die hier niet uiteengezet zullen worden, werd door machten, die grote invloed hadden op Bischoff, spoedig na die inzetting getracht hem te overreden, dat hij toch geen opvolger meer nodig had, aangezien hijzelf 's Heren werk der eindtijd voleindigen zou en hij de laatste Stamapostel zou zijn. Daarmede samengaand werd Bischoff letterlijk verheerlijkt. Een voorbeeld daarvan:

Niet langnahet begin van de tweede wereldoorlog moest het verschijnen van de "Wchterstimme" worden gestopt. Toen daarna op 1 oktober van het jaar 1949 dit tijdschrift (uitgever en voor de inhoud verantwoordelijk: J. G. Bischoff; drukkerij en uitgeverij: Friedrich Bischoff) weer verscheen, was meteen al in het eerste nummer in een artikel met het opschrift "De sleutel van het hemelrijk" het volgende te lezen (uittreksel):

"Wanneer de Apostelen des Heren in opdracht van hun Zender (dat is en blijft de door goddelijke getuigenissen verkoren Stamapostel) ook van mensenkinderen Godskinderen kunnen maken, dan zijn zij, indien hun arbeid voor de eeuwigheid succesvol zal zijn, aangewezen op de sleutel van het hemelrijk inde Stamapostel. Krachtens zijn bijzondere opdracht -en nu komen wij tot de hoofdzaak - en het hem ten deel gevallen hoogste inzicht, kan slechts hij de tijdovereenkomstige wil Gods ontsluiten, en door de slechts door hem verondigde leer allen die gelovig tot hem opzien de mogelijkheid verschaffen, aan het einde in het door Jezus bereide rijk in te gaan. Deze door de Heer uitverkorene heeft de Zoon Gods blijvend geschonken: de macht tot verklaring, de gave van het ware inzicht en het vermogen, de tijd van het goddelijke uur precies vast te stellen. Zonder dit laatste moet al het andere, in goddelijke zin, stukwerk blijven. Alleen onder de bekrachtiging van de Stamapostel zal de arbeid der apostelen en der trouwe broeders ook de erkenning van de hemelse Vader vinden, want Hij is het, die door Zijn Zoon deze ordening gesteld en gegeven heeft.


Stamapostel E.Streckeisen

Stamapostel H.Urwyler

- Door de aan de huidige Stamapostel overgegeven sleutel van het hemelrijk zijn ons alle inzichten, die het werk Gods zo hoog verheffen boven alle godsdienstrichtingen, geworden. Ook de goede en nieuwe gedachten, die hier en daar in de diensten uit apostelen en broeders geboren worden, vinden e hun oorsprong in de geest van de Stamapostel, hun bron, alvorens ze in de woorden der ambtbroeders weerklank en uitdrukking vinden. Juist het feit, dat de Stamapostel alleen daarover kan beslissen, en dat hij de uiteindelijke autoriteit naar Gods wil moet zijn en blijven, geeft deze gedachten hun bekrachtiging en ontsluit de geheimenissen van het Rijk Gods zelf. - Door de in hem wonende grote liefde, zoals geen tweede ze bezit, wordt zelfs diegenen het hemelrijk nog ontsloten, die bij anderen geen opname meer vinden. -Zijn klare taal zoals we ze tevergeefs steeds weer zoeken bij de bekwaamste broeders, ontsluit het hemelrijk zelfs voor hen, die buiten hem niemand anders goed begrepen hebben. - Zijn dit geen zichtbare bewijzen, dat ook de tegenwoordige Stamapostel de sleutel van het hemelrijk, het belangrijkste voorrecht van alle apostelen, de hoogste verplichting van de zijde van Christus gegeven is? Krachtens deze ontvangen sleutel handelde hij in de achterliggende jaren met een wijsheid, die boven elk menselijk verstand verheven is. - Wie zich van deze, in het bezit van de Stamapostel bevindende sleutel wil bedienen, moet het hart van

die man bezitten, die het volle vertrouwen van de Zoon 4^ Gods zijn bezit kan noemen. Hem niet onvoorwaardelijk te vertrouwen en zijn woorden alleen al in gedachten te willen weerstaan, betekent: tegen de Zoon Gods zondigen."

Deze uiteenzettingen schrijven de Stamapostel een macht toe, die geen mens gegeven is, en houden zoveel overdrijvingen in, dat vele der apostelen ontsteld waren over dit artikel en hun grote bevreemding daarover uitspraken.

De Heilige Schrift leert ons, dat Jezus eens apostelen zond en zenden wil, dat dus Jezus zelf de Zender van Zijn apostelen is. Zo werd het ook altijd in apostolische gemeenten geleerd en zo staat het ook in het vierde geloofsartikel van de Nieuw-Apostolische Geloofsbelijdenis.

6

 

In het hiervoren aangehaalde artikel uit "Wachterstimme" echter wordt de Stamapostel als zender der apostelen beschouwd.

In bedoeld artikel wordt gesproken over een alleen door de Stamapostel verkondigde leer. Welk een afwijking is dit toch van de in het laatste hoofdstuk van het Mattheus-evangelie te lezen zendingsopdracht des Heren, waaruit klaar en duidelijk blijkt, dat Jezus al Zijn apostelen beopdracht heeft, leraars te zijn overeenkomstig Zijn wil.


Stamapostel R.Fehr

Stamapostel W.Leber{hoogste geestelijke in rang}

In de "Wchterstimme" nr. 3 van 1 november 1949 werd daarop de verhandeling ".... opdat zij allen één zijn!" gepubliceerd. Daarin staat onder meer:

"Het in nr. 1 van Wchterstimme verschenen artikel "De sleutel van het hemelrijk " was juist bij de redactie klaargemaakt, toen onze Stamapostel een brief ontving, waarvan de inhoud in beknopte vorm de hoofdgedachten van het bedoelde artikel weergaf. De woordelijke inhoud van deze brief laten wij hier volgen:

- Hartelijk geliefde Stamapostel! Met diepe dankbaarheid in het hart heb ik gisteren weer afscheid van u genomen. Steeds weer bewonder ik de eenvoudige uitleg van het Woord, waardoor u ons de diepste gedachten overdraagt. Steeds duidelijker komt naar voren, wat Jezus in Johannes 14:17 zeide:De Geest der waarheid, welke de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet. - Wanneer ik zo de ontwikkeling van het werk naga, dan is het enkel en alleen aan uw leiding te danken, dat de Geest der waarheid in reine zin - door geen vreemde geest vertroebeld - aan de kinderen Gods verkondigd is geworden. Hier moet ik met de dichter vol ontroering in lof uitroepen: Wanneer ik dit wonder vatten wil. dan staat mijn geest vol eerbied stil!

In deze dagen heb ik mij dikwijls afgevraagd: wat is eigenlijk de grootste gebeurtenis in het werk Gods sinds de uitstorting van de spade regen? - Ik ben tot geen andere overtuiging gekomen dan deze, dat gij, lieve Stamapostel, als drager van de hoogste verantwoording des Heren met geen graad van de leer des Vaders afgeweken zijt. Gij hebt de juiste koers gevolgd! Hoe zou het anders mogelijk geweest zijn, het volk des Heren met de tot heden toe ontvangen klaarheid te kunnen bedienen? Door de Geest der waarheid hebt gij ons de leer van Jezus als Apostelleer in volmaakte reinheid verkondigd en alle verlangende zielen met de heilsdaden van Jezus in verbinding gebracht. Het werk des Heren is dankzij uw arbeid ertoe in staat gebracht spoedig voleindigd te worden. - De hemelse Vader heeft geweten, wie Hij Zijn Geest kon toevertrouwen. Hij heeft Vader Krebs de aanvang, Vader Niehaus de voortzetting en u de voleinding van Zijn werk toevertrouwd. Als Paulus reeds kon zeggen:

7

 

Het zegel mijn apostelschaps zijt gijlieden in de Heer !, dan is het verlossingswerk in het teken der voleinding het zegel van uw Stamapostelambt. Het is gemakkelijker, het succes van een zaak achteraf te bewonderen, dan te erkennen, waaraan het succes van een zaak te danken is. In deze zuivere leer wil ik verder actief en met vreugde uw dienaar zijn. Aanvaardt u voor heden deze weinige regels als uitdrukking van mijn liefde en waardering voor u, verbonden met hartelijke groeten."

Uw dankbare W.S.

Schrijver van de in dit artikel aangehaalde brief was Apostel Walter Schmidt, die onmiddellijk na 't verschijnen van de desbetreffende "Wchterstimme" de toenmalige Stamapostelhelper Kuhlen opbelde en deze dadelijk daarop bezocht, om hem te vertellen, dat hij over het aanhalen van zijn brief in verband met een dergelijk artikel in de "Wchterstimme" hevig ontsteld was, dat hij het geschrevene absoluut niet zo bedoeld had, enz.

Toen de apostelen in juni 1950 in Holland verbleven, deelde de Stamapostel (op 18-6-'50) aan de Apostelen E. en 0. Gtittinger en R. Schneider in zijn hotelkamer in Eindhoven mede, dat de Heer hem geopenbaard had, dat hij niet meer zou sterven.

Allengs kwamen er steeds meer geruchten dat de Stamapostel gezegd had, dat hem een goddelijke openbaring gegeven was, dat hij niet meer zou sterven, maar het Werk zou voleinden en dat Jezus nog tijdens zijn leven zou wederkomen. In de kring der Apostelen echter had de Stamapostel daarover geen enkele mededeling gedaan.

In de "W9.chterstimme" nr. 20 van 15 oktober 1950 stond toen onder het opschrift: "Naklanken van de 21e september 1950" (deze dag was het 20 jaar geleden dat Bischoff het Stamapostelambt aanvaard had) te lezen:

"Wanneer wij hem vandaag in jeugdige kracht zien werken en het volk Gods zien dienen, dan komt bij de getrouwen, zoals eens onder de broeders, de gedachte op: deze discipel sterft niet!"

Ja, deze sprake kwam steeds meer en meer naar voren, zonder dat de Stamapostel zelf daarover in de kring der apostelen iets gezegd had of de apostelen daarover geschreven had.

In de door de uitgeverij Friedrich Bischoff voor het jaar 1951 uitgegeven kalender (in boekvorm), die de apostelen in de tweede helft van november 1950 werd toegezonden, stond onder het opschrift "Aan Christus' plaats" een artikel, hetwelk eveneens Bischoff als de "Voleinder" trachtte voor te stellen. Over dit kalenderartikel zou zeer veel zijn te zeggen; hier zij slechts opgemerkt, dat daar in de christelijke Kerkgeschiedenis en in 't bijzonder de kerkgeschiedkundige ontwikkeling der apostolische gemeenten grondig

8

verdraaid en onjuist werd weergegeven. Volgens dit artikel zou Schwartz de eerste apostel na de apostelloze tijd geweest zijn, en zou Bischoff de laatste schakel zijn in de keten van de Stamapostelen. - In bedoeld kalenderartikel staat over Bischoff ook nog:

"Hij heeft de vaste overtuiging, dat de Heer de Zijnen nog tijdens zijn leven in 't Vaderhuis zal halen, aangezien de Heer hem - naar zijn eigen woorden - nog niemand heeft aangewezen, die het Godswerk op aarde na hem verder zal leiden."

Deze zin was in tegenspraak met de op 1 augustus 1948 plaatsgevonden hebbende aanwijzing van een opvolger en moet logischerwijs allerlei vragen en gedachten opgeworpen hebben bij de leden van de Nieuw-Apostolische Kerk.

Om een uit deze verwarring ontstane dreigende splitsing en katastrofe in de Nieuw-Apostolische Kerk zo mogelijk te voorkomen, heeft Apostel Kuhlen toen op 25 november 1950 zijn verzoek om terugtreding uit het ambt van Stamapostelhelper en opvolger in het Stamapostelambt ingediend. Over de velerlei beweegredenen, die aanleiding waren voor dit terugtreden, is in de kerkelijke akten van de Vereinigung Apostolischer Christen een uitvoerig bericht vastgelegd.

Toch duurde het toen nog meer dan een jaar, dat de Stamapostel officieel zijn "boodschap" predikte, dat hij niet zou sterven, maar het Werk zou voleinden. Toen echter werd deze "boodschap" met oplaaiend fanatisme gepredikt, waarbij alle ambtsbroeders, die niet instemden met de "boodschap" als ketters aangezien en als boze knechten voorgesteld werden. Over deze "boodschap" werd zoveel gesproken en geschreven, dat het boekdelen zou vullen, als men daarover alles zou willen optekenen.

Hier enige citaten uit Nieuw-Apostolische geschriften, voor welker inhoud Bischoff verantwoordelijk was.

1. In 't bijzonder als bewijs voor de Stamapostelkultus en de verafgoding van Bischoff:

Tijdens een Kerstdienst in 1951 in Giessen gehouden, noemde een Apostel de Stamapostel:

"de grootste - naast Christus - die de aarde ooit heeft gehad".

Dit heeft Bischoff zonder enige tegenspraak aangehoord; het verslag van deze dienst heeft hij over de gehele wereld laten verzenden.

    • "Had de Vader over zijn werken Zijns Zoons Zijn welgevallen, dan rust datzelfde welgevallen ook op de Stamapostel" ("Jugendfreund" 1952, bladzijde 8);

"De Stamapostel alleen is de geopenbaarde Liefde Gods" ("Amtsblatt"

"De zoon Gods zit aan de rechterhand Zijns Vaders, is heden

9

 

 

echter in Zijn eerste knecht, de Stamapostel, in volkomen mate belichaamd"

("Amtsblatt" 1953, blz. 181);

    • "Waarom heeft God Zijn werk niet reeds eerder voleindigd? Aangezien Hij een man nodig had, zoals een Noach, een Abraham, een Mozes, een Petrus; daarom had Hij heden een Bischoff nodig om Zijn Werk te voleinden"

("Wchterstimme: 1953, bladzijde 55);

    • "De grootste man van deze tijd"

("Der gute Hirte" 1953, bladzijde 74);

    • "De grootste mens op deze aarde"

("Jugendfreund" 1954, bladzijde 51);

    • "De voleinder van het Raadsbesluit Gods"

("Unsere Familie" 1953, bladzijde 441);

"Hem heeft de Heer van eeuwigheid af daartoe uitverkoren, dat tot voleinding te brengen, wat Hijzelf eens begonnen is" (kalender "Unsere Familie" 1955, bladzijde 48);

    • "Hij verkondigt de opheffing der natuurwetten voor degenen, die zijn woord geloven, dat zij de natuurlijke dood niet zullen ondergaan en belooft hun naar de goddelijke wil het eeuwige leven"

(Wllchterstimme" 1955, bladzijde 31);

    • "Zonder de Stamapostel Bischoff komt er geen Eerste Opstanding, geen ingaan in de Bruiloftszaal en geen wonen in het Rijk der Heerlijkheid"

(Wchterstimme" 15 oktober 1955);

Volgens "Unsere Familie" 1955, bladzijde 623, zei Bischoff zelf:

"Wij kunnen voor God treden en verzekeren, dat wij bijzonder goede en volkomen mensen zijn";

    • Onder het opschrift: "Engel van de Mensenzoon" werd verwezen naar Openb. 14 : 6. In dit verband wefd vermeld: "Deze Engel is en blijft onze Stamapostel tot aan de heerlijke verschijning van de Zoon Gods.... Het eeuwige Evangelie, dat hij verkondigt, is de door de Heer gegeven belofte, dat het geheimenis Gods tijdens zijn leven vervuld wordt, zolang hij de bazuin doet klinken en Stamapostel is" (Kalender 1955, bladzijde 120);
    • "De exponent van goddelijke Heerlijkheid"

(kalender 1956, bladzijde 60);

"De plaats van de Stamapostel kan niet met die van een profeet van het Oude Verbond vergeleken worden; ze kan ook niet gelijk gesteld worden met die, die de Ziener van Patmos innam, maar zijn plaats wordt daardoor gekenmerkt, dat zijn opdracht de grootste is, die de Heer ooit aan een mens heeft gegeven. Wij vinden een overeenkomst tussen hem en

de Zoon Gods, welke daarin bestaat, dat Jezus bekende, dat

10

Hij Christus, de Zoon van de levende God is"

("WaChterstimme" 1957, bladzijde 142);

"Wat is het voor een apostel een kostelijke zaak, wanneer hij kan opzien naar de Stamapostel als naar de Heilige en Heerlijke!"

("Unsere Familie" 1955, bladzijde 151).

2. Als bewijs voor de pertinente bewering dat Bischoff "de laatste Stamapostel" zou zijn:

    • "Zoals Mozes en de uittocht van het volk Israëls uit de gevangenschap in Egypte tot één begrip geworden zijn, zo is voor de kinderen Gods de Stamapostel en de voleinding der Bruidsgemeente één onverbrekelijk feit"

("Wachterstimme" 1954, bladzijde 88);

"Bischoff voert als de geestelijke Jozua de kinderen Gods het land der belofte, het hemelse en eeuwige Kanaan binnen" (Kalender 1954, bladzijde 46);

"Dat de Zoon Gods tijdens mijn leven komt, is zo zeker, dat eerder hemel en aarde zullen vergaan, dan dat dit woord niet in vervulling zou gaan"

("Wachterstimme" 1954, bladzijde 68);

    • "Geen ander zal de Bruid de Zoon Gods en Bruidegom tegemoet voeren, dan hij, die daartoe de opdracht heeft ontvangen, beide te verenigen, nl. de trouwe Eliëzer, onze Stamapostel"

("Wachterstimme" 1955, bladzijde 45);

"Zonder deze man kan het koninklijk priesterdom, de Bruid des Lams, niet voltooid worden"

(Wachterstimme" 1955, bladzijde 54);

"De thans levende Stamapostel is de laatste"

("Wachterstimme" 1956, bladzijde 165);

"Sedert jaren wordt ons verkondigd, dat de Heer tijdens het leven van onze Stamapostel wederkomt, niet van de een of andere Stamapostel, maar van onze huidige Stamapostel ("Wachterstimme" 1959, bladzijde 99);

    • "Wanneer de Heer erop wijst, dat wij aan zijn hand het doel zullen bereiken, dan ligt in deze woorden de eenvoudige erkenning, dat buiten hem niemand ons de Heer tegemoet kan voeren"

("Amtsblatt" 1960, bladzijde 34);

"Wij hebben toch niemand naast de Stamapostel, en naast de boodschap van de Stamapostel geen andere meer"

("Wachterstimme" 1957, bladzijde 15);

"Dát staat onveranderlijk vast als een goddelijke belofte: de Heer komt tijdens het leven van onze Stamapostel" ("Unsere Familie" 1955, bladzijde 400);

Vele apostelen en ambtsbroeders, die vanwege de "boodschaps-

11

leer" met de Stamapostel in tegenspraak waren gekomen, werden uit hun ambt ontheven en uit de Nieuw-Apostolische Kerk gestoten. Het inzicht, dat de boodschap van Bischoff niet in overeenstemming was met de woorden van Christus over Zijn wederkomst, en het vele onrecht, dat hen werd aangedaan, die vasthieldenaan de fundamentele heilswaarheden van het Evangelie, waren oorzaak dat vele duizenden gemeenteleden, zich met de uitgestoten apostelen en ambtsbroeders tot een nieuwe apostolische gemeente verenigden.

Maar de op grond van vele motieven zo hooggespeelde "boodschap", waarover een apart hoofdstuk zou kunnen worden geschreven, zakte in elkaar, toen Bischoff op 6 juli 1960 stierf. Nu had God gesproken!

Thans was de tijd gekomen, waarin de leiding van de Nieuw Apostolische Kerk openlijk haar dwaalweg en haar verkeerde instelling had moeten erkennen in een deemoedige boetvaardigheid voor God. Nu had een ommekeer ten goede, een terugkeer tot de eerste liefde, ook tegenover degenen, die men liefdeloos als "tegenstanders" aanwees, kunnen plaats vinden, nu had men tot bezinning moeten komen over dat, waartoe de alle grenzen overschrijdende verheerlijking van de Stamapostel had geleid.

Maar wat geschiedde?

De nieuwapostolische apostelen zochten een uitvlucht! In een schrijven van 7 juli 1960, dat in de Nieuwapostolische gemeenten werd voorgelezen, schreven deze mannen:

  • "De Stamapostel kan zich niet vergist hebben! Wij vragen ons af, waarom God Zijn Wil heeft veranderd".

Inplaats van schuld erkennen, stelden zij God daarvoor verantwoordelijk, dat het niet zo was uitgekomen, als zij gepredikt hadden!

Jaren daarna schreef Walter Schmidt, de eerste ondertekenaar van vermeld schrijven, volgens hetwelk God Zijn Wil zou hebben veranderd,

  • "dat God Zijn Wil in de verwezenlijking van Zijn Heilsplan nooit en te nimmer in 't geringste veranderd heeft" ("Unsere Familie" 1973, bladzijde 3).

Evenzo schreef Walter Schmidt eens:

  • "In Jeruzalem is men nooit tot de conclusie gekomen, dat de Schriftgeleerden en Farizeeën hun verkeerd oordeel ingezien en toegegeven hebben. Zij bogen zich niet voor God en deden geen boete voor hun zonden. Hun plaats onder het volk stond hun niet toe te bekennen, dat zij ten offer gevallen waren aan een verkeerde instelling"

("Amtsblatt" van 15 maart 1963).

En hoe gedroegen zich de Nieuw-Apostolische apostelen, toen God door de dood van Bischoff op een duidelijke wijze sprak?

Niettegenstaande in de Nieuw-Apostolische predikingen en geschriften ontelbare malen gepredikt en geschreven was, dat Stamapostel Bischoff de laatste zou zijn, ofwel in de "Wachterstimme"

12

van 1 juni 1956 op bladzijde 87 geschreven werd:

"Als Jezus van Nazareth gefaald zou hebben, dan zou er geen genade en verlossing zijn geweest. De ogen der gelovigen herkennen een éénmalige parallel, enig in zijn soort: bij de aanvang van de genadetijd stond er een mens - Jezus van Nazareth - bij het einde staat er een knecht, die de opgave gekregen heeft, de Bruid thuis te brengen... hij is door geen andere te vervangen."

hoewel het in "Christi Jugend" van 15 maart 1956, bladzijde 46 verluidt:

"Na hem (Bischoff) komt er geen meer, die er zich op be-

roepen kan, een opdracht te hebben van de Zoon Gods",
en hoewel ook Walter Schmidt nog enkele dagen vaar het ster-

^ ven van Bischoff aan diens ziekbed van de Stamapostel afscheid nam met de woorden:

"Maar het blijft bij de belofte: "De Heer komt tijdens uw leven" en Bischoff daarop geantwoord heeft: "Ja, dat is zeker !"

kozen de Nieuwapostolische apostelen nog voor de sterfelijke omhulling van Bischoff begraven was, Walter Schmidt als nieuwe Stamapostel.

En thans is sinds februari 1975 met Ernst Streckeisen reeds de tweede Stamapostel na Bischoff werkzaam.
 

[31-05-2007 Thans is na Bischoff, Schmidt, Streckeisen, Urwyler, Fehr, en Leber reeds de vijfde Stamapostel werkzaam. Bovendien is de laatste --Leber--ook nog eens een 'opa zegger' van Bischoff. Ach ja, het kan verkeren. Red.]

Nawoord..

De oprechte lezer zal het duidelijk zijn, dat door de Stamapostel -kultus en -verheerlijking de opdracht, die Christus aan al Zijn

apostelen heeft gegeven, vervalst en veracht werd en nog veracht wordt. Al bedroeft het ons, deze verkeerde ontwikkeling duidelijk te moeten aantonen, toch mag ook het negatieve in de geschied­schrijving niet eenvoudig worden weggelaten. De bijbel verzwijgt dat ook niet en is juist daardoor beter in staat de rechte weg aan te tonen. Zo wil ook de hierbij aangeboden verhandeling de weg wij­zen voor eerlijke harten.

Wij houden ons aan de woorden van Jezus (Matth. 23 : 8 - 11- 12):

                    .

              "Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden;                                                          ~

want Eén is uw Meester, namelijk Christus;

en gij zijt allen broeders.

Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn.

Want wie zich zelf verhogen zal, die zal vernederd worden; en wie zichzelf zal vernederen, die zal verhoogd worden."

 

Het webteam sluit zich bij deze laatste alinea's volledig aan...

 

Vertaling van:

"Geschichtlicher RUckblick auf die Entwicklung des Stamapostelamtes."

uitgegeven door de:

Apostolische Gemeinschaft e. V. Cantadorstrasse 11

D - 4 Düsseldorf

Vereinigung Apostolischer Christen Postfach 241

CH - 8053 ZÜRICH

 

Ps.U wilt zelf iets bijdragen aan dit artikel? Dat kan, ga verder naar: mailboxen>>>