STRUBBELINGEN IN HET WERK GODS IN NEDERLAND, WELKE HEBBEN GELEID TOT DE OPRICHTING VAN DE ‘NIEUW APOSTOLISCHE KERK”
Tot 1964 ging een deel van GODSWERK door onder de naam:
HERSTEL APOSTOLISCHE GEMEENTE IN DE EENHEID DER APOSTELEN.
En een ander deel onder de naam:
NIEUW APOSTOLISCHE KERK
De laatste hadden ook hun eigen district Apostel, in Walter Schmidt, de
latere Stamapostel.
Beide groepen gingen niet met elkaar om. in tegendeel zelfs.
Hoewel zowel de HAGEA als de NAK, de Stamapostel "volgden".
District Apostel Gerrit Kamphuis.
Volgens het Apostel register is Gerrit Kamphuis op 15-08-1948 als 84e Apostel ingezet als DistrictApostel voor Nederland en een deel van België.
Gerrit Kamphuis werd geboren op 07-06-1889 te Bussum. Overleden op ??? Werkzaam tot 1954. Daarna werkzaam als Apostel voor de Gemeente van Apostolische Christenen ( GvAC) In de rust 1970.
Strubbelingen in het Werk Gods in Nederland, welke hebben geleid tot de oprichting van de :Kerk”
Nadat de grote moeilijkheden, ontstaan door de dood. van. Apostel van Oosbree, met als gevolg een splitsing waarbij een zeker aantal Apostolischen die het verbreken van het contact met de Stamapostel reeds vele jaren betreurden. waren overwonnen en de zo innig begeerde geestelijke verbinding met de Stamapostel J.G.Bischoff opnieuw tot stand was gekomen, zijn wederom moeilijkheden gerezen in het Werk in Nederland, welke zijn aangevangen in het voorjaar 1952.
Toen het boek “van Oosbree” was gesloten en briefwisseling per post of ordonnans weer enigszins mogelijk was geworden, greep de lieve God in, en nam de. Stamapostel het besluit hulp naar Nederland te zenden.
De bede van het overblijfsel werd verhoord en in een enorme geestelijke onzekerheid werd, door het brengen van zeer grote offers, een, daadwerkelijke verbinding met de Stamapostel tot stand gebracht.
Betreffende de leer der Apostelen was een absolute geestelijke achter stand ontstaan, doordat onjuiste begrippen min of meer burgerrecht had den verkregen, echter met de aangeboden hulp werd deze achterstand door een klare en duidelijke maar bijzonder moeizame arbeid, geleidelijk aan weer opgeheven.
Door aanbieding van krachten uit de Hoge werd het doorstane leed ver zacht, de geslagen wonden geheeld, werden roeping en opdracht als doel en strekking weer werkelijkheid; men werd daardoor in staat gesteld het achterliggende min of meer los te laten en verkreeg weer een juiste blik in het machtige Verlossingswerk, zoals nooit tevoren het geval was geweest
De hoogachting voor de Stamapostel, de hoogste autoriteit Gods op aar de, had veel ingeboet en was zelfs bij velen in het geheel niet neer aanwezig.
De erkenning van de grote waarde voor de Heiland en Verlosser der mensheid, zo niet voor Zijn grote, voor de mens verworven onontbeerlijke Verdienste was verminderd en bij velen niet veelzeggend meer, ‘doch dit alles steeg gelukkig weer Vrij spoedig waardoor de liefde tot, en de erkenning van hem door de G prediking werd opgewekt, en wel zodanig, dat een ongekende zaligheid werd gesmaakt en men terugkeerde tot de eerste liefde. De woorden in ‘38 door de Stamapostel gesproken: “Jezus moet weer in de harten der geloofskinderen in Nederland worden ingebouwd vond vele jaren later zijn. vervulling
Over de wederkomst van Jezus om de Zijnen tot Zich te nemen, werd voor de jaren 1946 maar zelden gesproken en er waren dan ook weinigen die daaraan aandacht schonken, niettegenstaande toch het geloof daarin zo hoogst belangrijk en troostrijk is en de uiteindelijke bekroning inhoudt van het Volk Gods, dat zich uit genade mag rekenen te behoren tot de schare der wedergeborenen. Kennis van de Bijbel werd niet zo noodzakelijk geacht, ja zelfs bestond vaak openlijke twijfel aan de daarin opgenomen gebeurtenissen, hoewel daar in toch op een zo treffende wijze het gehele Raadsbesluit God vanaf de aanvang tot aan het einde, is opgenomen.
Diep bedroefd moest men, of men wilde of niet, deze beklagenswaardige toestand vaststellen en duizenden lofprijzingen zijn dan ook tot G opgezonden voor de hernieuwde geestelijke verbinding, waaraan dit toch mede te danken was.
Met Gods hulp en door deze hernieuwde verbinding, gepaard gaande met een Innig gebedslleven, is langzaam maar zeker opheldering gekomen, de zon is weer gaan schijnen; ingeslopen onjuiste begrippen werden teniet gedaan, geestelijke armoede werd verdrongen door rijkdom en men was gelukkig weer één te zijn.
De Stamapostel was een BEZIT geworden en men had hem zielslief; de Bijbel kreeg weer grote betekenis maar boven dit alles stond Jezus de Ziele bruidegom weer in de harten der geloofskinderen en de belofte van Zijn weder komen deed de hartensnaren trillen
Wat een onuitsprekelijke genoegdoening schonk het, de. waarde te beseffen van d:e Verdienste van Christus door Zijn offer, waardoor het toch al1è mogelijk heden om , door middel van voor en toebereiding, uit genade te mogen behoren tot een reine Bruid zonder vlek of rimpel.
Het is niet mogelijk op schrift te s in woorden te kleden de dank, die men aan .God verschuldigd was voor Zijn hulp, welke in die tijd door de Stamapostel werd bemiddeld; allen waren overgelukkig en dagelijks kon worden betuigd: “God heeft grote dingen aan ons gedaan,dies zijn wij verblijd”.
Het reeds In 1945 aangevangen proces eiste veel inspanning en tijd.
In het jaar 1951 kwam, na veel schommelingen, de zo innig verlangde onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak, waardoor de gebouwen enz. wederom in eigen beheer kwamen; 0ok hiervoor waren we God innig dankbaar, want nu was dan weer de weg gebaand, in eigen lokalen diensten te kunnen houden en waren de vaak zeer onaangename gevolgen, aan het gebruik van huurlokalen verbonden, opgeheven
Hetgeen in het voorgaande vermeld is, ligt menigeen nog vers in het geheugen en het ware goed geweest, dat iedereen, ook in het buitenland, hiervan op de hoogte zou zijn geweest, teneinde een juist begrip te heb ben van de toenmaals bestaande toestand in het ‘ Gods in Nederland,om zich dan enigszins een beeld te kunnen vormen van de moeilijkheden welke overwonnen waren en moesten worden, teneinde weer op gelijke voet te ko men met de geloofsgenoten uit Duitsland, alwaar deze toestanden in het geheel niet bestonden, aangezien de verbinding met de Stamapostel weinig of niets had geleden.
Daar het de Goddelijke liefde is en blijft om allen te behouden, is het wel te verstaan, dat veel geduld, wijsheid en tact, maar bovenal veel liefde voor de ziel nodig is geweest om de dienaren en kinderen Gods in Nederland op die geloofshoogte te brengen, waarop anderen zich uit genade mochten verheugen, juist omdat de zo nodige verbinding intact was gebleven en er geen sprake was van geestelijke achterstand.
Dat de Apostelen de dienaren, aan wie de directe geestelijke verzorging, was toevertrouwd, vanaf het jaar 1946 een zware taak op de schouders was gelegd, behoeft dan ook. geen naderbetoog.
Het kennen der omstandigheden, zoals ze hier voren zijn omschreven en de wetenschap, dat niets door kracht en geweld tot stand kan komen, maar al les alleen d goede uitkomst ei geeft, indien de Geest des Vaders de ‘wer kende kan zijn, moest dan ook oorzaak zijn geweest, althans dit had verwacht mogen worden, dat de Apostelen bijzondere omstelling en bescherming zouden zijn geschonken bij het volbrengen van deze zo zware opgave.
Een Apostel moet nu eenmaal de weg van Jezus gaan en deze gaat niet op rozen; miskenning, laster, leugen, stokslagen, verdachtmaking enz. is het loon en hoe smartelijk is het dan niet wanneer zulks zoals altijd is voorgekomen, van binnenuit geschiedt en wel door diegenen, die bezield zijn met onreine bedoelingen. Het “proef de geesten of zij uit God zijn” is geen eenvoudige zaak en hiervoor zijn veel Goddelijke wijsheid en voorzichtigheid nodig; liefhebben op het eerste gezicht is vaak zeer bedrieglijke en de ervaringen dienaangaande spreken boekdelen.
Na enkele jaren van onuitsprekelijke vreugde, geloofsblijheid en het bezit van Goddelijke vrede en rust als gevolg van de verbinding met de Stamapostel, groeide en bloeide het het Gods in Nederland tegen alle verwachtingen in en waar dit het geval is heeft helaas de ervaring geleerd, dat waakzaamheid bijzonder geboden is en dat rekening dient te worden gehouden met goden vijandige machten, die niets liever willen dan zo’n toestand op wrede wijze te verstoren.
Nadat de Kerstboodschap 1951 door de Heer aan de Stamapostel was ge— openbaard en deze ook in Nederland was gepredikt, zodat in de eerste helft van het jaar 1952 allen hiervan op de hoogte waren gebracht, greep de aanklachtgeest zijn kans.
-Zodra de Apostel in Nederland uit het Februari—nummer van het Duitse blad “Unsere Familie” voor het eerst van deze boodschap had kennis geno men, is hij onmiddellijk begonnen deze allereerst in de harten der, dienaren. neer te leggen opdat zij in het.. geloof ook deze boodschap in de gemeenten zouden kunnen uitdragen.
De Apostel heeft toen aan de Stamapostel schriftelijk medegedeeld, hoe hij met deze boodschap zou handelen en was de Stamapostel derhalve hier mede volledig bekend.
Op 15 Juni 1952 werd een Stamaposteldienst gehouden in Düsseldorf, tot bijwoning waarvan de Apostel en de Opziener Kröner van Nederland ondermeer waren uitgenodigd. Op Zaterdag 14 Juni 1952 waren zij, gelijktijdig met de Stamapostel en andere genodigde Apostelen en dienaren in Düsseldorf gearriveerd, Des avonds werden de Apostel en de Opziener Kröner van Neder land door de Stamapostel uitgenodigd op zijn kamer te komen in het Hotel, waar ook de Apostel Rockenfelder aanwezig was. De Stamapostel sprak toen over de door hem ontvangen boodschap en zei, dat er nog velen waren, die moeilijk konden geloven in het woord aangaande de zo nabije wederkomst des Heren, Naar het gevoelen van de Stamapostel zou dit geen drie of vier jaren meer duren. De Stamapostel haalde hierbij nog tevens aan enkele voorbeelden uit de geschiedenis van het Rijk Gods, dat dienstknechten op hoge leeftijd van de Heer een opdracht hadden ontvangen. Nu de Stamapostel deze openbaring had gekregen, mocht hij deze niet voor zich houden. Hij raadde aan geduld te hebben met de dienaren en de geloofskinderen en zei, dat getracht moest worden steeds maar hen te helpen en dat de eerlijken er dan wel zouden komen. Tenslotte vroeg de Stamapostel: “Wat wilt u, spreekt U er nu reeds over in de Gemeenten of wilt U wachten totdat ik zelf op 20. Juli 1952 in Nederland kom en dat ik het dan persoonlijk mededeel? De Apostel antwoordde hierop dat hij het erg op prijs zou stellen wanneer de Stamapostel bij zijn bezoek aan Nederland op 20 Juli 1952 persoonlijk over deze boodschap zou willen spreken maar wees er uitdrukkelijk op dat de prediking over deze boodschap voor de kinderen Gods in Nederland geen vreemde prediking zou zijn, aangezien allen reeds hiervan op de hoogte waren. Toen dan ook de Stamapostel op 20 Juli 1952 in Nederland diende, kon in vreugde door de Stamapostel over dit onderwerp worden gearbeid en kon worden opgemerkt, dat deze boodschap bij de geloofskinderen in Nederland niet meer onbekend was.
Aangaande dat onderhoud met de Stamapostel op 14 Juni 1952 verkeerde de Apostel van Nederland in de mening, dat dit verband hield met, en een antwoord was op zijn vorenbedoeld schrijven aan de Stamapostel.
Helaas bleek kort daarop, dat dit een andere oorzaak had, nl. een aanklacht van enkele broeders, zoals U uit het verdere zal blijken.
In de maand Juni 1952 zijn een voorganger en een priester, in grote ziele nood zoals zij voorgaven, naar Frankfurt gereisd om aldaar hun Apostel aan te klagen, als zou hij de boodschap van de Stamapostel niet prediken:.
Het heeft geen zin om al teveel op deze ongegronde en nooit bewezen beschuldiging in te gaan, daar allen, althans in die tijd, van het tegen deel waren 4oordrongen.
Toen dan. ook de eerste stap op de weg van de aanklacht was gezet en daartegen stelling is genomen kon het ondergrondse werk voort gang vinden en volgde al spoedig de ene na de andere beschuldiging.
Dat geen stelling werd genomen vindt zijn oorzaak hoofdzakelijk d dat enkele Apostelen van hun bevoegdheden een onjuist gebruik maakten door het opnemén en onderhouden van contact met de aanklagers; zij hebben da ook niet het minste begrip getoond voor de werkelijke situatie in Nederland en zijn beschermengelen gebleven der aanklagers en zij zijn het ook geweest, die de Stamapostel vanaf die tijd onjuist en vals hebben ingelicht.
De aanklachten tegenover de Apostel van Nederland waren hun blijkbaar aangenaam en elk ander verweer dat daarmede in tegenspraak was, werd zonder meer als niet terzake dienende van de hand gewezen.
Uitspraken van de aanklagers, wanneer zij werden gewezen op het onredelijke en het leugenachtige van hun handelwijze, zoals: IK kan niet anders handelen daartoe heb ik een opdracht en later zal T.F wel duidelijk worden”, o.a. gedaan tegenover de Districtsvoorganger A.D.Smit,
spreken in opzicht een duidelijke taal. Door de aan hun verleende , werden de aanklagers immer brutaler en agressiever en bij het minste geringste wat zich voorde zij met schrijven of gaan naar de Stamapostel.
In Januari 1954 heeft de DistrictsApostel een mede Apostel als hulp voor Nederland aan de Stamapostel gevraagd en hij adviseerde daarbij om dan deze Apostel de geestelijke verzorging van de Centrum districten toe te vertrouwen ( dd.26 Januari 1954, b1ad
Bij een later plaats gehad hebbend onderhoud in Frankfurt op Februari 1954 tussen de Stamapostel en de Apostel van Nederland, in het bijzijn van de toenmalige Hulpopziener T.Bischoff, bleek ons dat de Starmapostel blij en ingenomen was met het gedane voorstel om T.Bischoff als Apostel in te zetten, dat dit ook uit zijn geest was genomen, en ook dat de Stam apostel geheel akkoord ging met die arbeid waarvoor hij als zodanig zou worden ingezet, namelijk als hulp voor de Districtsapostel, teneinde on der zijn hand de directe verzorging op zich te nemen van de Centrum Districten in Nederland, waarin ook gelegen waren de gemeenten van de aan klagers.
Geheel in overeenstemming met het voorgaande is de Hulpopziener Bischoff op28 Februari 1954 als Apostel ingezet(zie het verslag van de Stamapostel over deze inzetting opgenomen in het Orgaan voor Nederland in een extra nummer van April 1954).
Op 28 Maart 1954 is door de Stamapostel in Luxemburg een dienst ge houden, waarbij de aanklagers waren uitgenodigd deze dienst bij te wonen; wie hun tot bijwoning van deze dienst heeft uitgenodigd was bij de Apostelen in Nederland onbekend, echter zij, de Apostelen, ontvingen geen uitnodiging en wisten alzo van niets. Hetgeen na afloop van deze dienst tussen de aldaar aanwezige Apostelen en de aanklagers is besproken heeft tot gevolg gehad, dat zij de Apostel T:Bischoff uit Nederland, wiens arbeid door de Stamapostel was vastgelegd, als zodanig hebben afgewezen en daar alles in kannen en kruiken was, hebben opgericht de “Nieuw Apostolische Kerk”.
Hierover is tegenover de Apostelen in Nederland met geen woord gerept en is dit alzo geschied geheel buiten hen om, doch naar aanleiding van gesprekken met Apostelen, die in wezen de hunne niet waren. Deze onbevoegde inmenging, en de steun die de aanklagers genoten, brachten hun tot hoogst bedenkelijke handelingen die alle perken te buiten gingen en waarover een ieder zelf kan oordelen n verband met de opneming van het hierna volgende:
Op een Zondagmorgen, de 4e April 1954, werd door de Voorganger Gemeen te Utrecht II, een gesloten bijeenkomst belegd. Dit was een eigenmachtige handeling, waarvan noch de District dienaren noch de Apostelen in Nederland iets afwisten en zij was, zoals bleek, alleen toegankelijk voor leden behorende tot deze gemeente. Enkele dienaren der gemeente waren uitgezet om te posten en wel om te bevorderen, dat onbevoegden, waaronder volgens hun ook hogere dienaren behoorden, de toegang tot het lokaal werd belet of om bij nadering van laatstgenoemden, signaal te geven. De District voorganger, de Oudste Blauw, kwam die morgen niets vermoedende in de omgeving van het lokaal, omdat hem door de Apostel T.Bischoff uit Neder land de opdracht was verstrekt in de Gemeente Utrecht II de dienst te leiden, echter werd hem door de postende dienaren duidelijk gemaakt, dat er deze morgen voor hem geen plaats was. Genoemde Oudste liet zich daar door niet van zijn stuk brengen en stapte het lokaal binnen. De overige aldaar aanwezige dienaren der Gemeente plaatsten zich onmiddellijk voor hem en deelden de Oudste mede, dat zij van de Voorganger opdracht hadden ontvangen niemand, buiten de leden *,an Utrecht II om, in het gebouw toe te laten en verzochten daarom de Oudste weer te vertrekken, mede ter voorkoming van moeilijkheden. Hij maakte hen nadrukkelijk bekend opdracht te hebben ontvangen van Apostel T.Bischoff om die morgen de Dienst aldaar te leiden; hij kreeg ten antwoord, dat zij daarmede niets te maken hadden en werkten hem handtastelijk buiten de deur onder de opmerking “ook al zouden deze morgen de Apostelen zelf komen, zij niet worden toegelaten”.
Van dit geval is door de Apostelen verslag opgemaakt en gezonden aan de Stamapostel, echter hierop hebben zij nooit enig antwoord ontvangen.
Toen de Apostelen in Nederland in de Zomer van 1954 de Voorgangers. der. HAGEA een rondschrijven deden toekomen waarin gewaarschuwd werd tegen deze leugens, die verspreid werden door de N.A.K. tegen de Apostelen in Neder land, hetzij schriftelijk of mondeling bekwamen zij antwoord van Apostel Schmidt uit Duitsland, dat het schrijven door een van deze groep verzonden, niet zo zwaar diende te worden opgenomen. Dit schrijven van een der dienenden van bedoelde groep diende echter alleen als bewijs,daar tientallen andere soortgelijke leugens verspreiden in gezinnen der HAGEA, doch over de mondelinge leugens werd in het geheel niet verder uitgewijd; kortom het werd beschouwd als de gewoonste zaak van de wereld.
Toen de N.A.K. bij de oprichting van deze nieuwe groep een rondschrijven richtte aan alle dienenden der HAGEA met allerlei leugens en laster te gen de Apostelen in Nederland en de Apostelen hiervan een afschrift zon— den aan de Starnapostel, bekwamen zij evenmin enig antwoord daardp. (Een afschrift van dit manifest is bij dit dossier gevoegd).
Uit dit alles bleek wel heel duidelijk, dat van de zijde der aanklagers alles geoorloofd was, dat een en ander in overleg plaats vond buiten de Apostelen in Nederland om, en is het dan. ook goed te begrijpen, dat van een daadwerkelijk stelling nemen tegen de beschuldigingen geen sprake k6n zijn; dat men de aanklagers de wind in de zeilen bliesen bij de anderen de wind uit de zeilen nam en getracht werd deze laatste op een dood spoor te brengen.
Vooral deze verregaande onbetamelijke en misplaatste inmenging van Apostelen uit het Buitenland in de kwestie Nederland heeft tot gevolg ge had, dat het vertrouwen van de Stamapostel in de Apostel voor Nederland verloren is gegaan en heeft de Stamapostel door onjuiste voorlichting een geheel verkeerd beeld van de werkelijke toestand gekregen.
Dat dit vertrouwen tenslotte geheel geschokt was bleek uit het navolgende:
De NAK bezocht gereld leden van de HAGEA, wekte door allerlei bij hun een kunstmatige ziele nood op en gaf dan de raad aan de Stamapostel te schrijven; belang hebbenden wisten dat het in ZO’N toestand geoorloofd was te schrijven, doch bovendien wisten zij, dat er dan spoedig antwoord kwam, en dat dit antwoord altijd in het nadeel uitviel van de Apostelen in Nederland
Maar al te vaak wordt over het hoofd gezien, dat de duivel een bekwame rekenmeester., goochelaar en kunstenaar is en ook een die met macht is bekleed en zeer lief kan doen echter niet lief kan hebben alles ter bereiking van een vooropgezet doel, dat niets anders is dan berekening en wacht dan daartoe af het psychologie moment.
Voor hem deed. zich dan ook het gunstige moment voor na de bewuste
Kerstboodsehap 1951.
Zoals mag worden aangenomen zijn vaak zonder bijbedoelingen uitspraken in Ambtsbladen e.a. geschriften verschenen, welke aan de openbaarheid werden prijsgegeven, zoals: “Wanneer een Apostel niet trouw is aan de Stamapostel is het niet nodig zo’n Apostel te aanvaarden of na te volgen”.
Deze en soortgelijke openlijke mededelingen in officiële Organen op te nemen, rechtvaardigen dan ook de openlijke vragen:
1. de ontrouw, hierboven bedoeld van een Apostel, beoordeeld door de eerste de beste ontevredene?
2. Schuilt in een opneming als hierboven aangegeven niet een ernstig ge vaar voor willekeur?
3. Heeft de ervaring in het Werk Gods niet voldoende geleerd, dat ér dienaren zijn, welke niet met hun plaats op de Ambtsladder tevreden zijn en die zich op alle mogelijke wijze op de voorgrond trachten te dringen en niet ongeoorloofde middelen een hogere bediening willen bemachtigen, ook indien dit te bereiken is door valse beschuldigingen?
Nog vele vragen zouden hieraan kunnen worden toegevoegd en het is dan ook hoogst belangrijk en beslist noodzakelijk, dat de uiterste voorzichtigheid in de onderhavige gevallen in acht wordt genomen en dat het in elk opzichzelfstaand geval een absolute eis Is dat een oerdegelijk, juist en onpartijdig onderzoek plaats heeft, teneinde aankagers een halt toe te roepen en er voor te waken, dat werkelijk onschuldigen daarvan een tijdelijk slachtoffer worden.
Dat de aanklagers in Nederland misbruik hebben weten te maken van boven aangehaalde uitspraak is klaar, en duidelijk gebleken.
De aanvangsbeschuldiging was, dat de Apostel de boodschap van de Stamapostel niet predikte en dat zij (de aanklagers) dus, indien hiervoor op een berekende plaats een vruchtbare bodem was gevonden.,. d Apostél ge rust konden bezijdigen; indien men echter de eerste keer,dus i Juni 1952, de aanklagers tegemoet was getreden met een door de Apostel,aan de Stamapostel gericht schrijven dd.l April 1952 en..hun bovendien in kennis had gesteld met het door de Stamapostel aan de Apostel gezonden antwoord op deze brief dd.22 April 1952, dan zou deze beschuldiging direct zijn ontzenuwd en in de kiem zijn gesmoord en was hun een halt toegeroepen; bovendien zou het aanbeveling verdiend hebben, aangezien het een beschuldiging was tegen de Apostel, hem direct daarvan op de hoogte te stellen en hem persoonlijk te horen.
Uit de aangehaalde correspondentie van April1952 blijkt duidelijk, dat de prediking over de boodschap van de Stamapostel ook in Nederland reeds in volle gang was en indien men dan nog bedenkt, dat de Apostel in Nederland voor het eerst kennis nam van de boodschap uit .“Unsere Familie”, zomede ongeveer tegelijkertijd uit “het verslag van de bewuste Dienst door de Stamapostel gehouden in Giezen (Dld.)”, kan toch kwalijk worden beweerd, dat de Apostel de boodschap van de Stamapostel niet of te laat heeft gepredikt.
Weliswaar heeft een commissie bestaande uit een aantal Apostelen op 13 April 1954 tegenover de Apostel T.Bischoff uit Nederland die begeleid werd door twee Opzieners, die in Frankfurt waren in verband met de ziekte van de Districtsapostel G.Kamphuis, verklaard, dat in Januari 1952 een rondschrijven van de Stamamapostel was bekend gemaakt en uitgegaan aan alle Apostelen, waarin de boodschap was medegedeeld, doch dit is een onwaarheid hetgeen deze Apostelen wisten, althans konden weten, want een der gelijk rondschrijven is nimmer door de Stamapostel verzonden, waarom dan dit te verklaren?
Helaas hebben de aanklagers op dé juiste plaats een vruchtbare voedingsbodem voor de beschuldigingen tegenover hun Apostel gevonden en wel in Apostelen, die veel verkeren in de nabijheid van de Stamapostel en die de aanklagers vanzelfsprekend en onmiddellijk als springplank hebben weten te gebruiken, ten eerste opdat zij de Stamapostel konden benaderen en ten tweede om de opposanten te steunen en kracht bij te zetten bij hun ar gumenten tegenover de Stamapostel; dat Apostelen zich hiervoor hebben kunnen lenen, namelijk om hun mede broeder en Apostel zo te behandelen is onbegrijpelijk en getuigt van weinig of geen liefde, tenminste nog daar de béschuldiging geheel van alle grond was ontbloot.
Op deze wijze is de eerste beschuldiging in Juni 1952 ter kennis gebracht van de Stamapostel en levend gehouden, niettegenstaande de ontkenning van de Apostel; de weg was daardoor gebaand voor meerdere beschuldigingen, welke dan ook niet zijn uitgebleven.
Het staat vast, dat bedoelde Apostelen steeds in contact zijn gebleven met de aanklagers, die, zich dan ook gesteund wetende, hiervan gebruik hebben weten te maken en meenden vanaf die tijd een persoonlijk spel te kunnen spelen en controle te moeten uitoefenen op hogere dienaren en de Apostelen; hoe vreselijk zo iets in het Werk Gods te moeten constateren.
Voor alle gevolgen in het Werk Gods in Nederland dragen zij dan ook een groot deel der verantwoordelijkheid, zij hebben de moed en. de liefde gemist om over deze aangelegenheid eens -te spreken met hun mede broeder en Apostel en zijn doorgegaan met het bijstaan der beschuldigers met raad en voorlichting; bij hun was niet het minste medegevoel voor het leed, dat zij de Apostel van Nederland bérokkenden en zij bepaalden zich uit sluitend bij het plan waarvan de slot acte nog niet is gespeeld, doch voor welke acte nu wel spoedig het doek zal opgaan of opgegaan is.
In 1953 kwam de droevige affaire Den Haag. De Evangelist Zorn en. zijn zoon (priester) bedankten plotseling als lid der NAK en wél op grond, dat zij niet konden geloven in de boodschap van de Stamapostel en mede omdat, zoals zij zeiden de prediking van de Stamapostel niet was in overeenstemming met de leer van Christus. Bij een bezoek aan de Evangelist Zorn, kort na zijn bedanken, waarbij ook de Opziener Kröner tegenwoordig was, heeft hij zulks te zijnen huize verklaard.
Wat zich hierna in de Gemeente Den Haag heeft afgespeeld is vastgelegd in correspondentie aan de Stamapostel; hierdoor was de Apostel ge noodzaakt geworden de Herder Groen van zijn ambt te ontheffen evenals de Diaken Kamphuis, niet .op grond’ zoals zo gaarne wilden doen voorkomen, omdat zij de boodschap van de Stamapostel predikten, maar naar aanleiding van verregaande beledigingen, insinuaties en aantijgingen, waaruit een algehele miskenning sprak tegenover hogere dienaren en de Apostel; dit blijkt voldoende uit brieven welke aan de Stamapostel zijn toegezonden.
Toch veroorloofde zich een Apostel uit het buitenland om (Groen gerust te stellen niet de woorden: “Maakt U zich geen zorgen, dit blijft niet zo”.:
Dat dit bewaarheid is weet een ieder, aangezien deze broeders met de aanklagers door Apostel Schmidt weer in hun bediening zijn hersteld en ze nog “promotie” hebben gemaakt.
Herder Groen is door de Apostel van zijn ambt ontheven op grond van het hierna volgende en neergelegd in een schrijven aan de Stamapostel dd. 1 Augustus 1953:
1. Der Hirte Groen hat am 18 Juni, nach dein Gottesdienst, weicher von mir geleitet wurde, in Gegenwart des ischofs Kröner, des Bezi-rks teste Kröner tuid der Diener der Gemeinde Den Haag gesagt, sehr Unzu— frieden zu sein Uber ineine Arbeit, die, wie er das ausdrückte, einem Gottesboten unwttrdig sei;
2. Die Behauptiing von Groen dass die Hetze gegen den Stainmapostel durch die Zorns, von mir s-tillschweigend zugelassen sei;
3. Dass ich in der Gemeinde Den Haag nie gesprochen h Uber die Bot— schaft des Stammapostels, und dass ich wie em Schw den Zorns entgegengetreten sei;
4. Dass der Hirte Groen konstatiert habe dass von der durch und durch kranken Fuhrüng keine’gesunden fleaktionen mehr zu erwarten øeien;
5.Dass, was ich nut dem Munde bekenne, ich init dem Herzen bek und widerlege urid zwar auf eine raffinierte Weise;
6. Dass der Hirte Groen much beschuldigt von betrüglichen Handlungen.
Bovendien zijn meerdere beledigingen vastgelegd in brieven door de Herder Groen aan de Apostel geschreven. Alle hier vermelde beschuldigingen zijn vastgelegd op schrift en zijn bekrachtigd door zijn handtekening.
De Stamapostel, nogmaals op een reeds door hem genomen besluit terug komende, schreef bij brief dd.6 Jan 1954 aan de broeders in den Haag, dat zij zich in de Gemeente Den Haag moesten melden (de broeders die door de Apostel uit hun ambt waren ontheven zijn met een kleine aanhang uit de Gemeente getreden en zijn op zichzelf gaan vergaderen), en dat hier de zaak voor hem (Stamapostel) was afgedaan.
Dit schrijven van de Stamapostel werd geheel door de broeders genegeerd en binnen een week na de ontvangst hiervan, grondde de broeder Groen, die door de Apostel van zijn ambt was ontheven, Gemeente den Haag II en ontving hij vanuit Duitsland de Ambtsbladen en hostie; deze oprichting kan gezien worden als een voorloper van de N.A.K.
Toen de Apostelen van Nederland later daarover met de Stamapostel spraken, bleek, dat deze hiervan niets wist; de Apostel Schmidt die bij dit onderhoud aanwezig was gaf blijk hiervan wel de oorzaak te kennen. Niettegenstaande dat bleef de Gemeente Den Haag II bestaan, waardoor wederom bewezen is, dat andere Apostelen dit voor hun rekening hadden ge nomen. Nadat de broeders Groen en Kamphuis door de Apostel van hun ambt waren ontheven en de Stamapostel hun reeds bij eerder genoemd schrijven had medegedeeld, dat zij zich in de Moedergemeente moesten melden en dat daarmede deze zaak voor de Stamapostel was afgedaan, hebben zij toch weer de gelegenheid gekregen om met van Asperen en Bijl, vanzelfsprekend met behulp van hun beschermengelen, toegang te verkrijgen tot de Stamapostel en de dag daarop zelfs door te dringen tot de Apostelvergadering en hebben zij aldaar ten aanhoren van de aanwezige Apostelen nogmaals hun Apostel aangeklaagd.
De Apostel wist nooit iets af van tegen hem ingebrachte klachten en zo zijn hem ook, onthouden de beschuldigingen die door bedoelde broederen op deze Apostelvergadering naar voren zijn gebracht.
De ingebrachte beschuldigingen volgen echter hieronder:
1. De boodschap van do Stamapostel is niet door de Apostel gepredikt;
2. De Apostelen Paasman en Kamphuis’ bezitten geen goede geest, aangezien zij niet uit de Stam zijn verwekt en hun inzetting was geschied door de Apostel Guttinger Sr. en bovendien hun inzetting was niet geschied in opdracht van de Stamapostel;
3. In Nederland was het altijd nog de”Hersteld Apostolische Gemeente”.
Omtrent deze beschuldigingen zij het volgende opgemerkt:
ad 1. Hierop behoeft in het geheel niet verder te worden ingegaan, aangezien DEZE hierboven meer dan voldoende is weerlegd;
ad 2. De inzetting van genoemde Apostelen heeft plaats gehad door een daartoe door de Stamapostel beopdrachte Apostel dat deze is geschied in opdracht van de Stamapostel is voldoendebekend en ook vastgelegd in daarop betrekking hebbende bescheiden;
ad 3. Na de uitspraak in het proces hebben de Advocaten in opdracht van de Apostel in 1951 op het Ministerie geïnformeerd of de mogelijkheid bestond tot naamsverandering over te gaan. Aan de Advocaten werd toen medegedeeld, dat er reeds een groep bestond onder de naam "Nieuw Apostolische Kerk” en daarom werd geadviseerd om dit voorlopig uit te stellen en voort te gaan onder de oude naam. Van een en ander is de Stamapostel bij schrijven van 3 September1951 kennis gegeven, waarop het hieronder gegeven antwoord van de Stamapostel dd. 6 September 1951, door de Apostel werd ontvangen:
“ in Holland schon cme Geineinschaft unter dem Namen Neuapostolische Gemeinde eingetragefi jet, darm ist es besser wenn der bis— herige Name beibehalten wird. Es jet aber wichtig da den Sta tuten hervorgeht, dass die Hersteld Apostolische Zendingsgemeente em Bestandteil der Neuapostolische Kirche in der ganzen Welt ist und unter dem Hauptleiter (Hauptapostel) zusammengefast ist, der in allen Kirchlichen Angelegenheiten Oberste Autorit ist”.
Aan dit laatste is door de Apostel gevolg gegeven bij de vaststelling der nieuwe Kerkelijke bepalingen. In het jaar 1954 is nogmaals een poging ondernomen om de nieuwe naam te bekomen, doch het .verzoek daartoe is in getrokken op advies van de Apostel Schmidt en op uitdrukkelijk verlangen van de Stamapostel.
De aanklagers hebben nooit de minste moeite ondervonden om bij de Stamapostel te worden toegelaten; de invloed van enkele Apostelen was daartoe voldoende, doch daar tegen over zij het ook die deze invloed aanwendden om dienaren uit Nederland, die hun Apostel wilden verdedigen, de toegang tot de Stamapostel te beletten, te verijdelen, te bemoeilijken of te weren.
Alle Districtendienaren waren overtuigd van de onschuld van de Apostel en kenden het onreine drijven der aanklagers; allen hebben op 25 Januari 1954 een ondertekend verzoekschrift gericht aan de Stamapostel ten einde in de gelegenheid te worden gesteld de beschuldigingen te weerleggen.
Hierop ontvingen zij van de Opziener Weine een schrijven dd.27 Januari 1954, waarin het werd medegedeeld:
“Ihr Schreiben vom 25.Januar mit den tUnterschriften der Bezirks ist hier eingegangen.
Der Stammapostel kann vorerst in der Sache nichts unternehmen da er selbst erkrankt jet und kein Besuch bei ihm stattflnden kann.
Von Apostel Kamphuis ist hier auch em Brief eingetroffen,worin er. mïtteilt, dass der Arzt ihm einen weiteren Monat Ruhe verordnet habe. In— folgedessen musste die Erledigung der ganzen Angelegenheit auf unbestimmte Zeit zurilckgestellt werden”.
Later hebben de Districtsdienaren hierover niets meer gehoord. Alle voorgangers hebben met hun handtekening bekrachtigd, dat de- beschuldigingen leugens waren, doch hieraan is niet de minste aandacht ge schonken. •
Toen de broeders dienaren ten einde raad persoonlijk aan de Stamapostel schreven en hun Apostel verdedigden, kregen zij ten antwoord, dat de Goddelijke discipline in acht diende te worden genomen, want dat schrijven zonder medeweten van de betrokken Apostel ongehoorzaamheid betekende;dit was voor hun een begrijpelijke teleurstelling, daar ook zij in ziele nood verkeerden en bovendien wisten dat de aanklagers reeds 2*jaar hadden ge schreven aan de Stamapostel zonder medeweten van de Apostel.
Dit alles is echter goed te versta indien men even stilstaat bij de onbevoegde inmenging, zodat als gevolg daarvan klachten tegen de Apostel welkom waren en al datgene wat v66r hem sprak terzijde werd geschoven.
De Stamapostel heeft, gedurende de laatste twee jaren meerdere. geschreven aan gel in Nederland en ook tegen de Apostel persoonlijk gezegd, dat er tussen hem en Apostel geheel niets is(kein Schatten) en heeft tegen de beide Apostelen uit Nederland op 24 Mei 1954 verklaard, dat zij (Apostelen) zijn volle vertrouwen en erkenning genieten en dat de Stamapostel hiervan mededeling zou doen aan de geloofskinderen van beide groepen in Nederland; dit werd door hem op bijzonder vriendschappelijke wijze bevestigd,en dankbaar en vreugdevol zijn de Apostelen met de toezegging huiswaarts gegaan, doch aan deze toezegging is geen gevolg gegeven en het is goed te begrijpen, wat hiervan de oorzaak is geweest.
De Apostel werd ook beschuldigd als zou door hem worden achtergehouden hetgeen door de Stamapostel werd verzonden, ja zelfs ging men zover door te beweren, dat het toe gezondene door de Stamapostel niet juist werd overgenomen. Blijkbaar is ook hieraan in een bepaalde kring geloof gehecht, want de aanklagers werden bevoorrecht door deze beschuldiging en ontvingen, evenals de Apostelen o.a. de afschriften van door de Stamapostel gehouden diensten en andere belangrijke mededelingen. Dit had me de tot gevolg, dat de aanklagers het konden gebruiken voor controle OP hogere dienaren en dit leidde dan ook vaak tot onaangenaamheden. Meerdere’ malen is hierover gecorrespondeerd, doch hierin kwam helaas geen veran— de en dit vond zijn oorzaak daarin, dat er Apostelen waren die het nodig oord de aanklagers in Nederland van het nodige te voorzien. In een van de brieven dd.13 Februari 1954 werd de Stamapostel bericht wat de gevolgen zijn van vorenstaand euvel; hetgeen hierop betrekking heeft luidt als volgt:
“Am Samstag, den 6 Februar 1954, leitete I Smit eine .A
• sammiung; nach .A.blauf teilte ibm Priester Bijl mit, er hatte eine ande re Arbeit erwartet, er sei nicht befriedigt.’ Langsam hat sich Alteste Smit an solche Bemerkungen gewohnt, aber er fragte ihn doch was er denn wohi erwarteth Priester Bijl hat geantwortet das 1 Januar 1954 der liebe Stammapostel einen besonderen Go-ttesdienst gehaiten hat, und Uber diesen hatte in der Versammlung geredet werden sollen. Dieses anmassende Verhalten eines:jungenPriesters gegentiber lUteste
• Smit, der in der Arbeit ergrau-t i und seit 25 Jahren in diesem Lint den andern Dienern em Beispiel und Segen war, ist weit mehr wie unan— st von Göttiichem Anstand ist gar nicht inehr die Rede.
Dieses hat sich zu#etragen am 6 Februar 1954.
l Smit, der ie.Verkörperung der Liebe ist, teilltè mir dieses tieftraurigen Herzens init.
Es foigt nun gleich die.Auseinandersetzung welche die Unbilhigkeit der Bemerkung von Priester Bijl an’s Licht ftihren soli. Der Gottes— di,enst vom lieben Stanimapostel gehalten, weicher gemeint ist, und ttber den 118 Psalm handelt, kam erst in der zweiten H von Januar 1954 in meinen Besitz. Nach Erhaltung habe ich zun diesei ge— lesen; der Inhalt war ergreifend und sehr iehrreich. Ich h ihn gleich nach Amsterdam weitergeschiokt, damit er so bald wie möglich
• ttbersetzt werde in Holl (denn dort befinden sichdlé sachver— stMndigen Dolmetscher) und so schnell wie möglich werden alle mter im Lande durch die Post diesen Bericht erhalten. Bischöfe und Altesten erhalten diese Berichte nicht, nur mir wird em Exemplar geschickt. Vleil alles genau übersetzt werden mues, und dieses geschieht durch Brüder die tagsilber an ihrer Arbeit sind, muss man schon etwas Geduld haben. Auf Grund dieser Tatsache kann jeder verstehen, dass so em Be richt nicht innerhaib 14 Tage un Be-sitz der Amter sein k man kann daher die tJnmanierlichkeit und Neigung sich einzumischen von Priester Bijl nur tadeln.
Die Bezirks sind manchmal beleidigt, dass Brüdern wie van Aspé— ren und Bijl Besonderheiten bekannt sind, deweil sie, und oft ich, da— von kein wissen haben. Von Anfang an haben sie suf Art und Weise ge— arbeitet, und schliessen daraus, dass nur sie die iorte des Stanim— apostels predigen, und andere nicht, wenigstens nicht rechtzeitig.Es ist daher nac1ad zu empfehlen, dass in dieser Hinsicht diese Brttder mit den ttbrigen gleich geschaltet werden. Persönhich habe ich nichte dagegen, wenn wichtige Beri.chte und Mitteilungen vom
—Stanimapostel—
10’
Stamrnapostel andern. in Holland erteilt werden, wenn sie aber in ver— kehrte’ H geraten,. kann das sehr gef werden. Uïteindeiijk. is een Commissie in het leven geroepen in de maand April
1954. Aangezien de Apostel ziek was, althans niet in staat te reizen, zijn dd.13 April 1954: de A T.Bischoff en de twee Opzieners uit Neder land naar de Stamapostel gegaan ter bespreking van een en ander. Zoals de Commissie hun toen medédeelde was zij die dag juist met haar arbeid aange— vangen en heeft zij hen toen, voordat zij bij de Stamapostel werden toege laten, eerst gehoord, Daags daarop zijn de aanklagers door de Commissie gehoord
Uit een reeds voorafgaan4 onderzoek aan het door de Commissie genomen Besluit dd.15 April 1954, was al reeds gebleken, dat het verschil feite lijk bestond in de beklemtoning der prediking althans zo werd gezegd, zo dat dus zoals dan mocht worden aangenomen, de beschuldiging, als zou de Apostel de boodschap van de Stamapostel.niet of telaat hebben g als niet bewezen zijnae, had afgedaan.
Het ging er toch om, en met dit doel zal toch de Commissie. zijn be noemd, “is de beschuldiging tegen de Apostel al dan niet vals”; men had toch redelijkerwijs mbgen.veronderstellen, dat dit kernpunt(de hoofdbe— schuldiging) door die Commissie zou worden opgehelderd.
Niets is echter minder waar gebleken en men is op de hoofdbeschuldi— ging zo terloops even ingegaan. Wel heeft de Commissie zich’er over uit gelaten tegen de Apostel T.Bischoff en de twee Opzieners, dat een rond— schrijven door de Stamapostel was verzonden aan alle Apostelen in de maand Januari 1952, waarin de bewuste boodschap was bekendgemaakt, doch zoals reeds eerder is vermeld, berustte dit op een vergissing; de.Apostel T.Bischoff en de beide Opzieners gaven tegenovei.de blijk te twijfelen aan de brief bedoeld door de Commissie, waaî’op dan ook hierop maar niet meer is ingegaan. .
VerdBr heeft de Commissie zich gedurende dit onderzoek in grote trek ken bezig gehouden met de inzetting van de Apostel ïn Nederlar en be toogde, dat deze inzetting niet juist had plaatsgevonden.
Aangenomen mag worden dat de Commissie daartoe in het.’ geheel geen op dracht had ontvangen gelet op een schrijven van de Stamapostel dd.4 Maart 1954 ontvangen door de Apostel, dus ruim één maand voor de installering der Commissie en waarin o,a. staat vermeld: “Ihre Einsetzung zuni Apostel fttr Holland durch Apostel Güttinger geschah im Auftrag des Stammapostels urid des Apostelkollegiums. Ihre Einsetzung ist somit rechtskr
Dat niettegenstaande deze mededeling van de Stamapostel aan de Apos tel echter wel over de inzetting is gesproken is te verstaan als men leest het manifest, dat bij de oprichting der N.A.K. door de onderteke naars is toegezonden aan de Apostel T.Bischoff en waarvan een afschrift is verzonden aan de Stamapostel en dan vooral het gestelde op bladzijde 9 e.v. van dit manifest.
Dat de Commissie tijdens dit onderzoek over deze kwestie heeft gespro ken, getuigt niet van fijngovoeligheid en e war geweest —op grond van pi hierover te zwijgen.
De Commissie was van mening, zoals zij zei o.a., dat de woorden: “mede in opdracht van het Apostel—College”, dit in verband met bedoelde in— zetting, onjuist v Hieruit bleek echter, dat bovendien deze Commis sie niet voldoende op de hoogte is geweest van de werkelijke gang van za ken. Nogmaals geschreven, de Commissie had hierover beter kunnen zwijgen. De inzetting van de Apostelen in Nederland in de jaren 1946 en 1948 stond mede in nauw verband met het lopende proces en is gezien de uit eindelijke uitspraak noodzakelijk en alleszins gerechtvaardigd geweest. , invoeging van de woorden: “mede in opdracht van het Apostel—College’ heeft plaats gevonden op sterke aandrang van de Advocaat die tertijd de belangen van de HAZEA behartigde; omtrent deze woorden heeft overleg plaats gehad tussen de Apostel Glittinger Sr. en bedoelde Advocaat, waar na door eerstgenoemde een en ander is besproken geworden met de Stamapos— tel, die daaraan dan ook zijn goedkeuring heeft gehecht. Hoofdzaak blijft, dat de inzetting der Apostelen in 1946 en 1948 zijn geschied in opdracht van de Stamapostel en wel door een Apostel die daartoe de volmachten had ontvangen, zodat alle overige gezochte motieven niets terzake doen. Hoe men dan ook later is gaan denken over de Apostel Gttttinger Sr. speelt geen rol in dit verband en kan’dan ook geheel in het midden worden gela ten, doch het is uiterst onvoorzichtig en niet te verantwoorden
-zulks-
11
zulke uitgespeeld en verhaald is op de Apostel,in Nederland.
De houding van de Apostel Gttttinger Sr. is aangevochten .en vandaar de menin dat ook de Anibtshandèlingen door hem verricht als niet rechtsgel— dig te worden aangemerkt. Wel is het j dat deze en soort gelijke aangelegenheden, die in de Aposteikring behoren te blijven, zijn besproken met de aanklagers in Nederland en dat dergelijke dingen in de mond der aanklagers zijn’ gelegd, zodat zij(de aanklagers) het hebben aange durfd dit op een Apostel—vergadering naar voren te brengen.
Tenslotte is door de Commissie het Besluit opgemaakt waarin o.m. het niet zo gelukkig gekozen tweegroepenstelsel onder één hoofd is opgenomen.
Indien de Commissie, zonder meer, gehandeld had zoals is aangegeven in de richtlijnen uitgegey.en dpor de Stamapostel en die bestemd waren voor de dienenden en zich dar bepaald zou hebben bij het doel waarvoor zij f ei— telijk was benoemd, namelijk:. “is de beschuldiging tegen de Apostel in Ne derland al dan niet waar” dan zou de uitslag van dit onderzoek niet twijfelachtig zijn geweest en was zij achtér de waarheid gekomen en zouden dan hun en Apostel tegenover deze beschuldiging hebben kun nen rechtvaardigen en zou bovendien Nederland voor veel ellende gespaard zijn gebleven.
De aanklagers zijn echter de hand boven het hoofd gehouden en daar men A. gezegd had, kon men moeilijk anders dan ook B. zeggen.
Hetgeen de Apostel T.Bischoff en de twee Opzieners hebben verklaard omtrent deze Commissie, zomede over dewijze van het verhoor, zal achter— wegé worden gelaten; een en ânder kan men hen zelf vragen echter een ding is wel beel zeker, namelijk dat van onpartijdigheid in deze Commissie geen sprake . .gewe.e .: ...,.
Ook de ijeIe brjeij naar flederland gezonden aan geloof skinderen ge tuigden van partijdigh immer werd erop gewezen dat de mens een vrije wil heeft en men alzo ‘ en staan kon waar men wilde, echter met een verwijzing naar de N.A.IC.... .
Dit was in de kwestie NederlanTd we een goede methode om het overlopen naar de N.A.IC. te bevorderen,, doch past niet in de Goddelijke
leiding, aangezien de mens als kind van God zijn wil ondergeschikt dient te maken aan de Goddelijke, W van 15 September 1954 onder het opschrift “Unter Sicherer Fiflirung blz..138).
De beschuldiging, als zou de Apostel de boodschap van de Stamapostel niet of telaat hebben gepredikt, ger alzo dan ook mi of meer op de achtergrond.én men heeft gezocht naar andere argumenten en deze waren:
De Apostel zou voorstellen, gedaan door de .Stanapostel hebben afgewezen. Het ware eerlijk en juist geweest indiefl men, nadat bij het voor— onderzoek alreeds was gebleken dat het verschil in feite alleen bestond in de be— klemtoning der’: prediking, stelling had genomen de aanklagers en de Apostel ten opzichte van de kern— :bes.chuldiging had gehabilileerd.
Ieniand.te beschuldigen zonder émige grond is helaas een veel voorko mend onrecht, maar de vraag van de Apöstel is: waarin bestaat nu eige lijk de ontrouw en welke voorstellen zijn dan afgewezen?
Noch het een noch het ander berust op waarheid en kan dan ook worden weerlegd. Weliswaar heeft de Apostel zich meerdere malen uitgesproken in een adviserende zin. ,
In een rondschrijven gericht aan de Districts—Apostelen en uitgegeven door de Stamapostel dd.3 Maart 1954 staat o.m. vermeld:
1. Am Mittwoch, 17 Februar, war der Hi Bischof±’ zu einer kur— zen Besprechung nach Frankfurt a.M. gekommen. Dabei hatte ich den Vorschlag gemach-b, die Britder Bijl, van Asperen, Groen und ICamphuis mit ihrem Anhang direct unter seine Hand zu stellen, weil ich dies als die einzige Möglichkeit sah, die Differenzen zu beseitigen”.
2. Als nun am vergange , 27 Februar der Apostel Kamphuis nach Frankfurt a.M. kam, hatte ich nschmittags mit ihm eine tJnterredung, an weichér’ der Hjlfsbjsohof Bischoff und Bischof Weine Teilnahmen. Leider verlief die Unterredung nut Apostel Kanuphuis ergebnislos, indem er’méinenVorschlag, die genanntaivier Brtlder und ihren Anhang vorUber gehend unter die Hand des Aposte) zu stellen, entechieden ablebnte wti mit dem hinweis, das dadurch eine Gemeinde in der Ge— meinde enstehen wUrde. Er forderte, dasaden Brttdern BIJ]. und van Asperen geschrieben werde, eich zukUnftig den Anweisungen des Bezirksapostelazu filgen tmd dass die Brttder Groen und Kainphuia in die Gemeinde zurtckkommen
—ad-
12
ad 1. Het hiervoren aangehaalde is een vergissing. De Stamapostel heeft met de toenmalige Hulp—opziçner Bischoff besproken de brief van de
0 Districts- dd.26 Januari 1954; hierin had d.e Districts—Apos—
• tel om een hulp gevraagd en het verlangen voorgelegd, om na eventu—
ei inzetting de Apostel T.Bischoff de geestelijke verzorging toe te
vertrouwen van de Centrum Districten in Nederland. Het was dus van—
zelfsprelcend, dat de br.oederen Bijl, van Asperen, roen en Kamphuis
automatisch onder de directe leiding zôuden komen van de a.e.Apos—
tel T.Bischoff, aangezien de Gemeenten Ede, Utrecht II en Den Haag
• tot de Centrum Districten behoorden en waarvan genoemde broederen
deel, ujtmaakten. -
- Het voorstel dienaangaande door dé Districts—Apos-tel gedaan, was
• alreeds door de Stamapostel ten volle geaccepteerd , daar dit zoals
• de Stamapostel zeide volkomen u±t zijn geest was gegrepen.
I voorstel echter opgenomen in punt 1: “Dabei hatte’ ich den Vor— schla gemacht, die Brttder Bijl, van Asperen, Groen -und Kamphuis mit ihrem Anhang direct unter seine Hand zu stellen, well ich dies als die einzige Möglichkeit sah,.d.ie Differenzen zu beseitigen”, zou de oppervlakkige lezer in de mening kunnen doen verkeren, dat n de .inzetting de Apostel T.Bischoff genoemde broederen, zonder meer en uitsluitend direct onder zijn hand zou krijgen met uitsluiting van de Districts—Apostel.
In de zin zoals dit in punt 1 is aangegeven.is dan ook het voorstel niet gedaan, en dat de Apostel T.Bischoff zich hiervan volkomen be— wust was, blijkt dan ook overduidelijk uit een schrijven van hem dd.4 April 1954, gericht aan de Stamapostel, alwaar hij in vèr “Nach
•V:eranlaesullg meine letzten Briefes Ibnen lauf end .über die Angelegex, helt zu berichten, sende ich diese Naohrichte per Expresse zu Ihnen. Sainmtagsnachtmittags habe ich eine Besprechung gehabt mit den Brttdern Bijl, van Asperen und Groen, weiche leider am Ende ohne gutaiErfolg beendet ist. Die Brüder gaben mi einen Vorsch nm zu entsoheiden da niich verabsehieden soilte vom Apostel Kamphuis und ei Apostel -sein solite für die N.A.K., welche diese Brüder haben aufge— richtet und wovon sie inzwischen schon die IC nach dein Ministerium gesandt haben fttr Bewilligung.
VergangeneaSonntag, 28 M sind die Brttder nach Luxemburg gewe haben dieae einen Stammaposteldienst mitgemacht, woftir Bie eingeladen waren. Nachdem sind alle dreiuberzeugt selbatandig die N.A.K. anzu— fangen. Ich ware erstaunt dass man, ohne Wissen und ohne Auftrag des Staminapostels soiches machen darf, wenn mann mir sagte dassunse— re Stammapostel dies nicht.wusste.Nun zeugt das nicht von Gehorsam sein den Stammapostel gegenüber, obwohl die M immer sich be— ru±en .m Auftrag des Stammapostels zu handeln. Lieber Stammapostel
• Sie k6nnen sicheLndenken dass fthmjohunter keine Umst dafttr gebenkormnte u S W “.
Dat er dus bij de groep verwachtingen werd gekoesterd in de zin van he-t onder woorden gestelde voorstel in punt 1 is welaan te voelen. Hieruit blijkt duidelijk, dat aan de Apostel T.Biachoff het voorstel in punt 1, zoals blijkbaar wel is -be niet is gedaan. Bovendien waren de toestanden in het Werk G-oda in Nederland zo, dat een voorstel aLs opgenomen ‘in punt 1 een vooruit lopen op een vermoedelijk plan betekende, want ‘op die datum(3 Maart 1954) kbn een zodanig voôrstel onmogelijk worden-gedaan en wel gelet op de omstan digheid, da-t van Asperen en Bijl nog normaal in de HkGEA waren opge nomen en dat er dus aangaande hun niet gesproken kbn wordenvan -• “een aanhang”.
Voorwat betreft de broederen Groen en Kamphuis lag de zaak geheel anders. Deze waren reeds lange tijd uit de Gemeente getreden- en ver gaderden zelfstandig: dit was geheel in strijd.met de wöns van de Stamapostel, hetgeen duidelijk blijkt uit een brief, die de Stamnapos—.
-tel aan hen had geschreven dd.6 Januari 1954 en die als volgtluidt:
• - - -Héi
13
Herrn Â,H.Groen
Goever 226
den Haag Höl1and .: . .
Me±n lieber eund.’
IhrenBrief vom 23 Dece habe ich erhalten; besten Dank.
: Mitte November vergangenes Jahres hatte ich den Apostel Kuhien beauf— tragt, mit Apostel Dehmel nach Holland zu reisen, um Haag entstandenen Differenzen zu beseitigen. Leider waren die Bemühungen ohne Erfoig. Naôhdem ich weitere Brie aus Holland erhalten hatte, beauf— tragte ich den Apostel Kuhlen, mit den Aposteln Dehmel urid Dunkmanri noch eini den Versuch zu machen die Angelegenheit zu ordnen. Wie mir Apostel Kuhien berichtete, endete dieser Versuch in dem dringenden Rat der genannt Apostel an Sie ux Brttder und Geschwister, die ihnen nachfolgen, auf jedem Fali die Gottesdienste in Dem Haag zu besu— chen. Nach inzwischen eingegangenenBerichten jet dieser Rat nicht Er— foigt. worden. Meine nochmalige Bemühungen durch Apostel Kuhlen waren so— mit ergebnislos. Da ich von jeher den frejen Willen eines Menschen re— spektiere da dies eine Gabe des Allerhöchsten ist,— mu es uminehr Euch anheimstellen, was Ihr in Zukunft zu tun gedenkt. Ich kann in die— ser Sache nummehr nichts weiteres tun als für Euôh beten.
Ibnen fernerhin das Beste wUnschend, grüsstfreundlich, (get.) J.G.Bischoff.
De broeder Kamphuis ontving tegelijkertijd een brief van gelijke inhoud.
Indien de broederen Groen en Kainphuis hadden voldaan aan het verlan gen van de Stamapostel en terüg zouden zijn gekeerd naar de Moedergemeen— te, waren ook zij automatisch onder dç directe leiding komen te. staan van de Apostel T.Bischoff.
Kortom, indien het voors-cel, zoals opgenomen in de brief van 3 Maart 1954, werkelijk, zou zijngedaan zoals is geformu1eerd en de Apostel T.Bischoff zou het dan als zodanig hebben aanvaard, had hij zich moeten losmaken van de Apostel Kaïnphuis en zou dan ingezet zijn voor het groepje in den Haag, dat in ongehoorzaamh stond. tegenover de Stamapostel.
Bij het onderhoud tussen de Stainaposte2, Apostel Schmidt,, T.Bischoff en de Distric-ts—Apostel op 24 Mei 1954 te Frank±’urt a.M. was het de Apostel Schmidt die d’e Apostel T.Bischoff het verwijt maakte, dat ook hij het voorstel van de Stamapostel had afgewezen.
De. Apostel T.Bischoff heeft toen mede in aanwezij van de Stam— apostel nadrukkelijk verklaard, dat door hem geen voorstel door de Stam— apostel gedaan is afgewezen, maar dat hij in verband met de bespreking met de Stamapostel, overeenkoifLstig het voorstel van de Districte—Apostel, de directe leiding heeft overgenomen van de Centrum—Districten en dat hij daartoe als hulp voor de Districts—Apostel was ingezet, maar dat de broederen Bijl, van Asperen en Groen hem hebben afgewezen en zodoénde on gehoorzaam waren tegenover de beslissing van de Stamapostel.
Tenslotte heeft de Apostel r.Bischoff aan de Districts—Apostel des tijds desgevraagd verklaard, dat hem een voorstel geformu’eerd en opge nomen in punt 1 niet is gedaan.
ad 2. Voorwat betreft het gedane voorstel en de omstandigheid dat zulks onmogelijk k6n, wordt verwezen naar het gestelde onder ad 1.
De woorden “een gemeente in de gemeente” heeft derhalve uitslui tend betrekking op het groepje in den Haas.
Het behoeft verder geen betoog, dat een gémeente in de gemeente uit den boze is en dat zulks doo niet één Apostel kan worden ge duld.
Verder zij nog opgemerkt, dat de Apostel zich altijd bij de Stam— apostel heeft gemeld in een biddende gezindheid en dat hij als het nodig was vriendelijk heeft vèrzocht, maar dat door hem nooit is ge vorderd.
Het doet dan ook eigenaardig aan, dat men in het schrijven dd.3 Maart 1954 voorstellen heeft geformuleerd, die in wezen niet zo zijn gedaan en dat men in het verdertrekken zich daarbij is blijven bepa— len om de Apostelen het verwijt te kunnen maken, als zouden zij ge dane voorstellen van de Stamapostel hebben afgewezen. Noch de Apop— tel T.Bischoff, noch de Districts—Aposte:L hebben zich hieraén
—schuldig—
14
schuldig gemaakt, en alle brieven verzonden n de derde:J 1954, waarin geschreven wordt over afwijzen van voorstellen 3 dan ook door het vorenstaande geheel weerlegd.
Het valt .echterniet te ontkennen, dat het wel in de bedoeling van de groep Bijl,vanksperen en Groen lag om de Apostel T.Bischoff in te doen zettenvpor deN.A.K., die weliswaar nog niet was opgericht, maar waar— vooralle voorzorgsmaatregelen waren genomen.
En juistomdat dit in hun bedoeling lag, w,aa er ook een bepaalde kring, die hiermede ingenomen was en die altijd een voorliefde aan de dag hebben gelegd om deze mensen te helpen.
In dit licht bezien is dan de brief van drie Maart 1954 wel te begrij pen.
Bij het onderhoud op 27 Februari 1954 viel het de Apostelen wel c als een bijzonderheid, dat de Okziener Weine een vraag in het midden bracht, die hierop neerkwam: “V nu de Apostel T.Bischoff als Apostel voor Nederland wordt ingezet, blijft dan niettegenstaande dit, de Apostel Kamphuis toch Distriets—Apostel”?
?oe de Districts—Apostel daarop antwoordde dat de Apostel T.Bischoff toch zou worden ingezet als hulp voor hem, zeide de Stamapostel hierop “Das ist doch selbsverst
Gelet op deze elgenaardige vraag van de Opziener Weine kwam na afloop van het onderhoud dan ook onwillekeurig de vraag naar voren: is er een kring die neiging toont om de Apostel.T.Bischoff in te schakelen voor die andere groep?
Nog even doorgaande op het afwijzen van gedane voorstellen door de Stamapostel, wordt tenslotte nog opgemerkt, dat zo terloops wel eens is gewezen op een schrijven van de Stamapostel dd.22 Januari 1954.
In bedoelde brief komt o.a. voor: -
“Zu diesem Zweck ware es erforderlich, dassSie, mein lieber Apostel Kamp— huis, und die betreffendenBrtJ.der nach hier k un dann im Beisein et— licher Apostel, die ich dazu bestellen würde, die Angelegenheit nochmals zu lîesprechen.— Sind Sie bitte so gut; und tellen Sle mir Ihre Gedanken Uber das, was die Apostel ge mit, ich wiirde dann, wemi mög— lich, fiir Donnerstag 4. Pebruar, die A•postel flir nachnittags 3 tihr zu die— ser Besprechung nach hier einladen.
Sollte es ihnen jedoch nicht passen, o k6nnte das auch am Dienstag 9 Fe— bruar, stattfinden”.
In een schrijven dd.26 Januari 1954 heb ik hierop aan de Stamapostel geantwoord 0.5.
Mein k Stammapostel,
“Samstag, den 23 Januar, war der Arzt bei mir, und hat mich abermals untersucht. Woich ibm sagte da beabsichtige, in Februar meine Ar— belt wieder anzufangen, hat er mir gesagt, solches sel unverantwortlich, denn er filrchte alsdann eine Vliederholung, ich mtisse noch einen Monat un— bedingte Ruhe haben. Also lieber Stammapostel, kann ich leider Ihrem Wunsch nicht Folge leisten, und nicht nach Frankfurt kommen zu der durch Sie genannten Unterredung. Deswegenlasse ich Ihnen eine Auselnanderset— zung zukommen, damit Sle imstande sind ohne meine Gegenwart die Sache zu erledigen”.
Hieruit blijkt alzo dat ik ziek was en de dokter mij een bezoek naar Frankfurt ontraadde, terwijl mede uit dit antwoord duidelijk blijkt, dat het niet komen berustte op overmacht en daarom geenszins inhield een afwijzing van het voorstel.
Op de dag der verzending van de brief aan de Stamapostel dd.26 Januari 1954, werd mij medegedeeld, dat de broederen van Asperen, Bijl, Groen en Kamphuis op 20 Januari 1954 in Frankfurt waren, teneinde de Stamapostel te spreken en dat zij op 21 Januari d.a.v. zijn toegelaten geworden op de Apostel—vergadering; ook werd mij medegedeeld dat deze broederen in die Apostel—vergadering wederom de Apostel hadden aangeklaagd en wel over de motieven welke zijn op in het dossier blz.7.
Dit was voor de Apostel iets onbegrijpelijks, eerstens was er niemand uit Nederland die hem kon verdedigen en ten tweede hadden de broederen Groen en Kamphuis zojuist van de Stamapostel bericht ontvangen dat deze zaak voor hem(Stamapos-tel) had afgedaan. . —Nog—
15
Nog in overspannen toestand zijnde inzake de kwestie den Haag is door mij direct wederom aan de Stamapostel geschreven eveneens gedagtekend 26 Januari 1954, waarin o.m. is aangegeven:
HerzIioh geliebterStammapostel,
“Auf Grund der Gerttchte, weiche in Frankfurt durch die HoU der verbreitet sind telle ich Ihnen mit, dassich mich gegen weiteren Verd nicht mehr verteidigen werde, jedenfails nicht in Gegen wart dieser Brttder. Ich kenne jhr nxein genau und habeschon vorher darüber mit Ihnen geredet und Brief wechsel eft ich weia Kern ihrer Verd Ich habe mich in der vergangenen Zeit genugen in meinen Schreiben an Sie ausgesprochen. Da es nun eirimal unmöglich ist sich gegenüber Verd zu rechtfertigen und verteidigen, wieder— hole ich meine schon früher anSie gerichteten Worte: “Das Siegel meinec Apostelamts ist die Gemeinde. Daher geiten für inich die Vîorte von Jesum unserm Herrn;”Und Er schwieg gegenUber seinen Ank1
Dit tweede schrijven dd.26 Januari 1954 is uitsluitend een gevolg van het bezoek der broederen aan Frankfurt en de toelating op een Apostel— vergadering en heeft met -het eerste schrijven dd.26 Januari 1954 niets te maken en is alzo geen afwijzing van een door de Stamapostel gedaan voor stel opgenomen in het schrijven dd.22 Januari 1954.
\ Het tweede schrijven was mijnerzijds aan de Stamapostel een mededeling “dass ich mich gegen V VERD nicht mehr verteidigen werde”, dus tegen beschuldigingen die de broederen op de Apostel—verge— dering hebben gedaan en in de toekomst zouden doen.
Ik wist wat het betekende met die mannen samefi te zijn en wel op grond van een vergadering in den Haag in tegenwoordigheid met de Apostelen Ku.hlen en Dehinei.
Nu o1gt hieronder een schrijven, dat de Stamapostel gericht heeft aa de broederen van Asperen, Bijl, Groen en iCamphuis, gedateerd 11 Maart
Meine lieben Brilder van Asperen, Bijl, Groen und Kamphuis.
,Ihr werde-t schon auf em Schreiben von mir gewartet haben. Ich konnte dies jedoch nicht frtiher tun, da ich die Stellungnabine der Apostel zu de:r Angelegenheit, die Luch betrifft, &bwarten mueste.
Es wird euch bekaxuit geworden s dassder Apostel Kamphuis mit dein Hilfebisohof Bjschoff am 27/28 Februar hier war. kin Sonntag, 28 Februar, habe ich in der Gemeinde Frankfurt a.M. West vormittags einen Gottes— dienst gehalten und. dabei den Hilfsbischof Bischoff als Apostel ausgeson— dert, er dem Bizirks Kamphuis als Hilfe zur Seite stehen kann.
Bel einer Unterredung, die ich am 27 Februar nachiuittags mit dein Apcs— tel Kamphuis mi Beisein des jetzigen Apostels Bischoff und des Bischofs Weine hatte, t&bergab er mir zwei Schreiben, die en mich und die Apoptel gerichtet sind. Diese Schreiben sandte ich en die Bezirksapostel und hat um ihre Rttck der mit Apostel Kamphuis gehabten Unterredung sagte er. mi dasser die Bildung einer separaten Gemeinde innerhalb der Gemeinden in Holland ablehnte. Jedöch gab er die Zusage, dasser die Bri der G und Kamphuis in die Gemeinde zurttck kehren möchte. Er stelite ferner in Aussicht, dassdie beiden letztgenanxiten Brttder nach einer ge— wissen tXbergangszeit wieder in dem früher gétragenen Amte t sein konnten. Er erwartet jedoch von Euoh Brildern, dassihr Buch seinen Anord nungen en-teprechend erhaitet. Die Apostel eind der bieinung, dasses f Euch en besten let, wenn jhr diesen Weg betretet, wobei sie die Hoffnun haben, daasnach und nach die entstandene Kluf-t überbrückt werden kann. Es s-teht nunmehr bei Euch, i,hr lieb?n Brttder wie jhr in Zukunft handein woilt. Der Herr und Schöpfer hat jedem Menschen den freinen Willen gege— ben.
Nachdem die n Aposte1.ee gut halten, dasslhr denangeftlhrteL Weg geht, ee durtte darm in Au die emnzige Moglichkeit bestehen,
• dassihr Seele gei usw. -• S
Dit gold toen dus voor de broederen Groen en Kamphuls ,en tevens stond nu vast da-t de broederen van Asperen en Bijl zich bemoeiden met de dingen in den Haag.
Uit het schrijven van de Stamapostel aan gehoemde broederen blijkt op— nieuw, .dat’G en Kamphuis zouden terugkeren naar de Moeder
16
het mede een besluit was van de meesten der Apostelen die in deze zaak de Stamapostel hadden eadviseerd; de wil van de Apostelen om Groen en Kamphuis terug te doen keren naar de Moedergemeente was een bevestiging van de Stamapostel zijn besluit dd.6 J 1954.
Niettegenstaande deze genomen besluiten hebben de broederen Grôen en Kamphuis daarvan niet de minste notitie genomen en zijn blijven volharden in hun ongehoorzaamheid.
Alle brieven gericht aan geloofskinderen in Nederland in het tijdvak 1954 getuigden.van..een absôlute miskenning vande Apo alhier en hielden een aanba in, zich te melden bij de N.A.K.
Op het laatste verzoek, door de Apostelen gedaan aan de Stamapostel om te geraken tot een verzoening tussen de beide groepen, is geen ant— woord ontvangen, doch berichtte de Apostel Schmidt aan de Apostel, dat het thans daartoe te laat was Eefi reeds door de Apostelen gedaan ver zoek om te verzoenen werd d de Apostel Schmidt, als vertegenwoordiger van de N.AIK., zonder meer afgewezen, omdat zoals hij zeide de broederen van de N.A.K’. dit niet wilden.
De grote geestelijke chaos, vooral mede ontstaan door genoemde brieven en het moeten ontberen van de dekking van de Stamapostel, zomede de on rechtvaardige behandeling, door de inmenging, welke de Apostel in Neder land is ten deel gevallen,’was oorzaak dat hij de verantwoording niet langer k6n maar ook niet wilde dragenen: gebruik makende van het recht, neergelegd in de Statuten van het Aposte.l—Oollege,in de rust is gegaan.
Over de gang van zaken in België wordt niet uitgeweid, echter ook daarin is weinig Goddel;jks te bespeuren .,terwijl het systeem “Verdeel en heers” hoogtij vierde.
Een ding is vermeldingswaard, namelijk, een Apostel heeft tertijd te gen een Voorganger(Priester) in Belgiö inhet voorjaar van 1954 gezegd:
“Indien de Apostel Kamphuis zich niet poedig betert, zal ‘zorgen dat hij uit de Aposteikring zal worden gesmeten”.
In verband hiermede is de vraag ge wordt op deze wijze niet op een schromelijke en ongeoorloofde nianier de bevoêgdheid van een Apos tel overschreden”? . . .
Hieruit spreekt toch geen liefde t behouden dit is in genen dele bevorderlijk voor de bekwamelijke samen-roegingvan de leden van het li— chaam van Christus, terwijl bovendien het prestige van de Apostel die dergelijke woorden durft uitspreken tegenover een Priester verloren moet gaan, vooral waar uiteindelijk zal blijken, dat hiervoor in het ge heel geen grond aanwezig is geweest.
Indien alsnog een onpartijdig onderzoek zou worden ingesteld, staat het vast, dat de waarheid zal zegevieren en dat men daarna tot de con clusie moet komen, .dat zich in Nederland een tragedie heeft afgespeeld waarvan onschuldigen de dupe zijn geworden, dit menselijkerwijs gesprokén, en dat alles berust op een schromelijke vergissing.
Jezus die ook door de Zijnen is verworpen komt spoedig weder en zal het tijdelijk doorstane leed voor eeuwig vergoeden; dan heeft ongerechtig— heid en alle willekeur afgedaan. -
Wanneer echter ee begaan onrecht in de nog resterende tijd v66r Zijn komen goedgemaakt zou worden, zaldit door God zeer zeker als reôhtvaar— digheid worden aangemerkt.
Doordat geen juist onderzoek heeft plaats gehad en geen stelling is genomen tegen onware beschuldigingen, staat ‘ Apostel van Nederland bij velen in de N.A.K. o.a en ook in hot buiténland bekend als een ontrou— we; dit is grievend en veroorzaakt veel leed, niet alleen bij de betrok kene naar bij zijn naaste faix en bovendion bij velen in Nederland.
De’ eeuwige God is rechtvaardig en getrouw en blijft de Onveranderljke en zal de verstotenen niet verlaten (Zefanja .3:17—20).
Moeilijk zijn er te vinden, die zoveel offers hebben gebracht in het werk Gods om één te zijn en te blijven met de Stamapostel dan juist Apos telen, dienaren en leden in Nederland né 1946; aan deze offers is weinig aandacht geschonken en ‘wordt vanzelfsprekend ook niet gezien als
‘tverdienste”— ..
17
“verdienste”, maar wel moet helaas worden geconstateerd, dat veel wat met tranen is opgebouwd weer wordt vernietigd.
Nog zijn de moeilijkheden in deze geschiedenis niet ten einde en voor al die, welke in het leven zijn geroepen door de Commissie in dit relaas v namelijk het tweegroepenstelsel onder n hoofd, welke Besluit is genomen geheel buiten de Apostelen in Nederland om.
De werkwijze van de leidinggevende personen in de N.A.K., die al en kele jaren een eigen spel hebben gespeeld, ook al was dit in combinatie met onbevoegden, een werkwijze die bij zeer velen in Nederland bekend is, zal leiden tot een immer groter wc kloof en zal de doorvoering van een van aanvang af eenzijdig plan, namelijk de H.A.G.E.A. over te he velen naar de N.A.K., zonder meex zeerste bemoeilijken en voor velen zo goed als onmogelijk maken. -
Daar de beschuldigingen iedere grond van waarheid missen, zal dan ook de N.A.K. terug behoren te keren in het verband der H.A. al waar zij eigenmachtig uitgetreden is, althans zondex voorkennis of mede weten van de Apostelen in Nederland.
De strijd gaat tu de Michael en Zijn Engelen en de draak en zijn engelen en niet buiten, maar in de
\ Jezus heeft tegen Zijn Apostelen gezegd: “Wie u verwerpt, verwerpt Mij e
Het noemen van namen is zoveel mogelijk achterwege gelaten daar hier aan voldoende ruchtbaarheid is gegeven door de N.A.K., terwijl overigens de betrokkenen zich hieraan zelf wel kunnen spiegelen; ook zijn de hierin opgenomen gedeelten van brieven van de Stamapostel geen schending van geheimen daar de dienaren van de N.A.t. hiermede in hun tas rondlopen.