TjerkB schreef:(...)
- [20] Spreekt recht der weduwen; doe recht de wezen; geef de armen; bescherm de verlatenen; bekleed de naakten,
[21] Heel de verwonden en kranken; en spot niet met de kreupelen; bescherm de verlamden; en laat de blinden komen tot het gezicht mijner klaarheid.
[22] Behoud de ouden en jongen binnen uw muren.
[23] Waar gij de doden vindt, teken ze, en begraaf ze: zo zal ik u de eerste plaats geven in mijn verrijzenis
Uit: 4 Ezra 2 (SV)
(...)
Uit: Bericht op "
Vr 12 Aug 2016, 13:39" in de thread "Teken van leven... "
@all
Het was de toenmalige Franse districtsapostel
Robert Higelin, die de relatief onbekende doch buitengewoon veelzeggende Bijbeltekst hierboven
op enig moment aanhaalde. Voor mij is deze Godsgezant altijd een man uit één stuk geweest: consequent in opvattingen en handelingen, niet aarzelend of half. Eerlijk en oprecht. Iemand die glans (!) gaf aan het werk van God... Tegenwoordig mag je bij wijze van spreken al blij zijn als er wordt afgeverfd in "matglans" [sommigen weten alleen nog maar om te gaan met een afbijtmiddel, zo lijkt het wel; TB]. Ook Robert Higelin was voor mij iemand die in de Nieuw-Apostolische Kerk
hét verschil maakte. Iemand die als het ware zowel de belichaming was van de aangehaalde Bijbeltekst als van een tekst als
"Wat heeft licht met duisternis te maken?" (2 Kor 6: 14, NBV). Immers, wat hééft licht met duisternis te maken?! Dit doet mij denken aan een oud lied, namelijk
"Wordt verlicht, gij die onwetend in de dienst der geesten staat"! Voorheen was dit lied 145, in het gezangboek H.A.G.E.A. (1953). In de kerk die ik verliet heb ik in "
de welaangename tijd" werkelijk veel waardevols meegekregen, wat ik niet zal vergeten maar ook niet wil verzwijgen:
TjerkB schreef:(...)
Goddank werd (ook) mij in "de welaangename tijd" vanuit de Nieuw-Apostolische Kerk al het volgende meegegeven:
- [13] Schijnapostelen zijn het, die zich door oneerlijk te werk te gaan voordoen als apostelen van Christus. [14] Dat is ook geen wonder, want niemand minder dan Satan vermomt zich als een engel van het licht. [15] Het ligt dus voor de hand dat ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren van de gerechtigheid. Maar ze zullen krijgen wat ze verdienen.
Uit: 2 Korintiërs 11 (NBV)
Totaal onverhoopt zijn "hoge(re) dienaren" in de kerk die ik daardoor verliet op mensonterende wijze aan de haal gegaan met het enorme vertrouwen dat zij als vanzelfsprekend van een ieder begeren te genieten...
(...)
Uit: Bericht op "
Di 10 Dec 2013, 13:53" in de thread "Beschermheer Herr Dr. Wilhelm Leber houdt de boot af"
Ik vind ook dat veel liedteksten in feite neerkomen op hartverwarmende geloofsgetuigenissen. Dat een en ander in diezelfde kerk naderhand werd overweldigd door -zeg maar- kamergeleerden, kan ik alleen maar hartgrondig betreuren. Vrijwel altijd, wanneer er vragen bij mij opkwamen, wendde ik mij "langs de geordende weg" eerst tot de meest nabije dienaren in mijn eigen kerkgemeente. Spijtig genoeg handelde het nogal eens over zaken waar men geen antwoord op had of er geen raad mee wist. Zo maakte ik mij grote zorgen over zielzorg! Terwijl anderen daarover misschien helemaal geen vragen hadden; door allerhande zorgwekkende voorvallen vroeg ik mij oprecht af in hoeverre werkelijk zielzorg in mijn kerk echt voldoende gewaarborgd was, zoals in gevallen van spoedeisende hulp bij ware geestesnood...
Wat is dát nu toch opeens voor raars, "ware geestesnood", zal nu mogelijk iemand denken. Laat niemand zich hieromtrent schromelijk vergissen, zou ik willen opmerken want je zult je maar, onder wat voor ellendige omstandigheden dan ook, van God (en alle heiligen) verlaten voelen. Wáár of bij wie mag je dán "schuilen"?! Gaan je gedachten dan intuïtief uit naar... een kamergeleerde? (...) Onlangs haalde ik in dat verband een -voor mij- heel bijzonder gedicht aan:
TjerkB schreef:(...)
Het is een trieste zaak dat men vanuit de Nieuw-Apostolische Kerk niet omkijkt naar de slachtoffers die het systeem maakt.
Overigens - misschien wel het allermooiste en meest veelzeggende gedicht van Bep van Laar:
- voorbij het laatste dorp
is niemandsland
als daar nog iemand is
- van God en iedereen verlaten
ga dan het laatste dorp voorbij
(...)
Uit: Bericht op "
Di 15 Apr 2014, 21:20" in de thread "Bilaterale contacten NAK/VAG (Gesprächskreis Bottrop)"
Zie ook het bericht op "
Za 06 Aug 2016, 16:34" in de thread "Kan het niet eens ophouden met die eeuwigdurende kritiek?"
Indien ambtsdragers die in de Nieuw-Apostolische Kerk "dienaren" en "zegenaars" genoemd willen worden, zich niet eens bekommeren over slachtoffers van wat men méér uitdraagt en verplichtend aan naasten oplegt dan wat het Evangelie van Jezus Christus in het volle licht rechtvaardigt, ja; wie is dan in 's hemelsnaam hun zender (met een kleine "z") - en wáár vinden zielen, die zich door dat ambtelijke ideologische geweld verpletterd voelen, in hun geestesnood, dán "ware zielzorg"?!
De Bijbeltekst die apostel Higelin aanhaalde, zegt in feite álles over... ware zielzorg:
- [20] Spreekt recht der weduwen; doe recht de wezen; geef de armen; bescherm de verlatenen; bekleed de naakten,
[21] Heel de verwonden en kranken; en spot niet met de kreupelen; bescherm de verlamden; en laat de blinden komen tot het gezicht mijner klaarheid.
[22] Behoud de ouden en jongen binnen uw muren.
[23] Waar gij de doden vindt, teken ze, en begraaf ze: zo zal ik u de eerste plaats geven in mijn verrijzenis
Uit: 4 Ezra 2 (SV)
Wie zich voorstaat op een geestelijke bediening en uit dien hoofde goddelijk gezag voorwendt doch een naaste in nood ware zielzorg onthoudt (!), vergist zich:
- Beroof een arme niet, hij is al arm genoeg.
Vertrap een verschoppeling niet als hij terechtstaat in de poort.
Uit: Spreuken 22: 22 (NBV)
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Uit: Lucas 1: 52 (NBV)
Als je als "
hogere verantwoordelijke leidinggevende" in geval van nood (!) géén ruimer besef hebt dan wat er wordt bezongen in een lied als het onderstaande...
- Waar vindt mijne ziele haar thuis en haar rust?
Waar vindt zij bescherming, een veilige kust?
Ach, hier op deez' aard', waar geen vrijstad bestaat,
hier heersen de zonden en dreigt steeds het kwaad.
Neen, neen, neen, neen, dat is gewis,
het thuis mijner ziele toch boven slechts is.
Bron: Eerste couplet van lied 530, NAK-gezangboek
... dan ben je als als "Godsgezant", als dienaar en zegenaar, als "Oberhirte" en "geistliches Oberhaupt aller neuapostolischen Christen", "Kirchenpräsident und Stammapostel", toch werkelijk de realiteit uit het oog verloren:
- Zijt gij een Christen naar de naam slechts,
dan wel een Christen metterdaad?
Zijt gij wel zeker, dat gij heden
de smalle weg des levens gaat,
de smalle weg des levens gaat?
Vlei u niet met een schone naam;
wil in het wezen immer staan,
wil in het wezen immer staan.
Bron: Eerste couplet van lied 155, NAK-gezangboek
Zie verder de
OPEN BRIEF aan
de lijdende schapen en lammeren bij de Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland van "
Ma 19 Nov 2012, 19:38".
Groet,
TjerkB