[Bijgewerkt: 15-10-2023, 20:00 uur]
TjerkB schreef: ↑di 05 sep 2023, 13:58(...)
Hoe
Stefan Pöschel verwacht God te kunnen dienen in de Nieuw-Apostolische Kerk, weet ik niet, maar wie aan de Zijnen komt, komt aan Hem.
(...)
@all
Het is maar één enkele passage in de Bijbel en wij kennen deze vermoedelijk ook allemaal (!), maar hebben wij wat er stáát al eens meegemaakt?
- De zorg om wat verloren is
[1] Alle tollenaars en zondaars kwamen Hem opzoeken om naar Hem te luisteren. [2] Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’ [3] Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: [4] ‘Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? [5] En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders [6] en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: “Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.” [7] Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
Uit: Lukas 15 (NBV21)
Denk je dit toch eens in! Wie luisterden er naar Jezus? Dat waren werkelijk velen, doch enkelen dachten: hier moeten wij tóch iets van zeggen! "Meester, dit gaat te ver! Als u zo doorgaat, wordt onze tomeloze inzet voor uw zaak nog bezoedeld door uw doorgeschoten goedertierenheid." Of zo. Maar ook toen al reikte Gods genade véél verder dan wat er nu en dan hoekig wordt geopperd vanuit een beperkt menselijk denkraam:
- [12] Laat daarom iedereen die denkt dat hij stevig overeind staat, oppassen dat hij niet valt. [13] U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.
[14] Om deze reden moet u, geliefde broeders en zusters, u verre houden van afgodendienst. [15] Ik spreek tot verstandige mensen, dus u kunt wat ik nu zeg naar waarde schatten.
Uit: 1 Korintiërs 10 (NBV21)
Zo'n 50 jaar was ik ingeschreven in het -door mensen die meenden dat ze overal over gingen- aangelegde kerkregister. Ja, tot aan die "uitweg".
In mijn vroegere thuisgemeente diende ooit apostel
Arie Boer mee tijdens een zondagochtenddienst. Ik was nog maar een kind. Hij vertelde vaak ver weg te zijn van huis en daardoor onderweg geregeld ergens te moeten overnachten. In een hotel was hij aan het ontbijt met iemand in gesprek geraakt; iemand ook die werkzaam was voor een kerk. Dat was natuurlijk frappant.
"Ook ik ben nu onderweg voor mijn kerk", had apostel Boer toen gezegd.
"Mag ik vragen waar ú dan heeft gestudeerd?", had de betrokkene geantwoord. Hierna had de apostel verteld wat hem in zijn leven had gevormd. Waaronder een geleden schipbreuk, zo herinner ik mij. (...) Laten wij elkaar in Zijn werk maar de ruimte geven!
Sinds
Gerrit Sepers, na diens afscheid als kerkelijk ambtsdrager in actieve dienst, een nieuw interview gaf in het dagblad Trouw (in 2005, meen ik), heb
ook ik maar geregeld vrijuit gesproken en ronduit gezegd wat ik dacht. "Nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" is zoiets vanzelf volslagen ongepast want daar praat je sowieso al niet voor je beurt. Maar als je níemand bent, zoals ikzelf -zonder rang of stand- ook werd geacht níemand te zijn, gaat heus elke beurt aan je voorbij. Ik had helemaal niet door dat dit vooral samenhing met allerhande narigheid. Intussen weet ik dat het écht klopt, dat "zegenaars", zich bedienend van de meest bizarre machinaties, velen in de kerk hebben:
weggetreiterd.
Zoals het kinderen niet aan wil als ouders NIET het beste met ze voorhebben, gaven gelovigen zich vol vertrouwen over aan hun "zegenaars". Echter, is een zegenaar niet
iemand door wie je bént gezegend? Toch niet daarentegen iemand die alleen maar voorgeeft je ooit te zegenen? In de Nieuw-Apostolische Kerk raakte onverhoopt het hek van de dam en gaven veel te veel "dienaren" niet leiding maar bezorgden zij ons: lijden. Met minachting kijkt men neer op zielen die het naar buiten toe uitschreeuwden van de pijn. Daar hadden ze in de verste verte geen boodschap aan. In klein comité werden ze het er bijvoorbeeld zelfs vlot over eens dat er op
Bauke Moesker dreigend een advocaat kon worden afgestuurd.
Men spreekt zichzelf van alle zonden vrij. Ik kan het wel dromen hoe
feestelijk aan de ene betrokkene na de andere "ambtsrust" wordt verleend.
Groet,
TjerkB
P.S.
Wat nog bij mij opkwam, is het onderstaande:
TjerkB schreef: ↑ma 26 okt 2020, 14:05(...)
Het door een kerkbestuur verkozen charmeoffensief in een reclamecampagne bergt echter het risico in zich dat aangesloten leden zich onbewust afficheren met een gedroomde realiteit en dat men daardoor na verloop van tijd zich er helemaal geen rekenschap meer van geeft, dat het er op de kerkvloer heus anders aan toegaat.
Als de theorie doorgaat voor de praktijk, wordt het een zweverige aangelegenheid!
(...)
Uit: Bericht op "
ma 26 okt 2020, 14:05", in de thread "Renske Doorenspleet: Apostelkind (2020 Uitgeverij Balans)"
Weliswaar had dit betrekking op wat er bij het Apostolisch Genootschap opeens aan het licht kwam door het spraakmakende boek 'Apostelkind', maar in de Nieuw-Apostolische Kerk gebeurt hetzelfde want, overweldigd door alle mooie woorden, houdt men de mooie daden al voor gezien.
N.B.
TjerkB schreef: ↑za 30 okt 2021, 23:52(...)
Over (eeuwigdurende) kritiek gesproken; in 1999 verscheen er een boekwerkje dat op de omslag over de auteur het volgende vermeldt:
- Van rooms-katholiek priester, via orthodox-protestants bestrijder van de rooms-katholieke kerk, naar een herkregen mildheid en de ervaring van diepe eenheid: dominee Herman Hegger maakte een opmerkelijke ontwikkeling door en schreef een even opmerkelijk boek. Hij streeft ernaar dat het bittere polemiseren van christenen zal plaatsmaken voor een verrijkend gesprek met elkaar. Bij Christus is alles mogelijk, gelooft de auteur. Laten we dus in liefde luisteren naar de levende Christus en via Hem naar elkaar.
Bron: "Eén in de levende Christus", ISBN 90 435 0125 5 | NUGI 636
Ik kocht het achteraf antiquarisch na een radio-interview met deze auteur, dat destijds op de website van de EO zó was aangekondigd:
- 17 jul 2004 12:02 uur, 747 AM

'Verlangen naar de komende heerlijkheid'
Dominee H. Hegger heeft de leeftijd van 88 jaar bereikt. Hij heeft geleerd hoe je moet geloven, hoe je stil moet zijn voor God. Hij ziet uit naar wat er nog komt voor hem. Tot die tijd wordt hij niet moe meeslepend te getuigen van zijn geloof. Stamelend en zoekend naar woorden wil hij doorgeven hoe hij gegrepen is door Jezus.
Het protestantisme noemt hij een 'praatcultuur'. ,,In een dienst is er maar één man voortdurend aan het woord. Hij praat maar en hij praat maar. Voor een dienst begint is de kerk rumoerig, er is geen stilte. Maar als je op het punt staat om God te gaan ontmoeten, dan moet je je daar toch op voorbereiden? De stilte is van wezenlijk belang.’’
,,Denk maar aan de psalmen waarin wordt gebeden: ‘Mijn ziel, wees stil voor God. We moeten leren stil te zijn voor God. Jezus gaf het voorbeeld en zei: ‘Wacht maar in Jeruzalem. Ga er niet op uit’. Wij zouden zeggen: ‘De wereld is in nood. Ga erop uit’. Jezus zegt: ‘Wacht, totdat de Geest over jullie komt. Dat wachten, dat verwachten kennen wij te weinig, omdat we vaak zelf aan het woord zijn. Om God te laten spreken, laat Hij maar spreken, diep in je. Zijn spreken is niet in de storm en in het vuur, maar in het suizen van de zachte stilte. Daar hoor je de stem van God. Zijn stem is anders dan die van mensen: Zijn stem dringt door tot in het diepst van ons leven. Je moet er stil en ontvankelijk voor zijn. Als je wacht tot de Geest komt, dan voltrekt zich het wonder. Dan word je een ander mens, bruikbaar voor God. Zonder de Geest kun je niet, Hij geeft je kracht. Sinds Pinksteren gaat het als een storm over de wereld. Meeslependheid betekent niets: het Woord en de Geest doen het. Je moet je hart en je geest ervoor open stellen, leeg van jezelf. ‘Here, vervul mij’. Als je zo in ootmoed bidt, dan vervult Hij je.’’
De oude predikant ziet geen bijzondere moeilijkheden in zijn hoge leeftijd. Hij gelooft vast in het grote wonder van de opstanding aan de andere kant van de doodsgrens. Intens ziet hij uit naar dat moment. Hegger en zijn vrouw hebben een dochter verloren. Tot zijn verbazing heeft Hegger geen opstand tegen God gekend, wel heeft hij de intens diepe liefde voor zijn kind gevoeld. Het kind had een bijzondere naam.
,,Jezus zegt: Wat wil je? Ik bied je het water des levens: alle vreugde die je maar kunt denken,’’ vertelt Hegger. ,,Kom bij Mij. Maar je moet het wel willen. Die keuze moet je echt maken. Maar ik mag rusten in Hem, Hij zorgt voor mij.’’
Het interview vond ik ronduit hartverwarmend. Hoe keek ds. Hegger in 1999, op zijn 83e, als ervaringsdeskundige aan tegen
"het bittere polemiseren", wilde ik vandaag nog eens weten want: hoe voorkomen wij (eeuwig) langs elkaar heen te denken en te schrijven? De auteur koos voor een inleiding van meer dan tien bladzijden. De twee onderstaande passages daarin raakten mij in het bijzonder:
Open voor opbouwende kritiek
Wij willen dus ook graag dienstbaar zijn. Wij zijn ons echter bewust van onze beperktheid. Daarom zijn we blij met eventuele opbouwende kritiek van andere gelovigen die eveneens dienstbaar willen zijn. We zullen die graag verwerken in een eventuele tweede druk van dit boek.
Onze grondhouding is: 'Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt,' (Openb. 2 en 3) En dat betekent tegelijk een luisterende houding naar 'allen die onze Here Jezus Christus onvergankelijk liefhebben' (Ef. 6: 24) Daaruit volgt de bereidheid om onze tekst te wijzigen, wanneer mede-kinderen van God aantonen dat de Schrift het anders leert. (...)
Wij moeten door u aangevuld worden
Dat wij met de mogelijkheid van nodige correctie en aanvulling rekening houden, heeft, behalve het besef van onze eigen (zondige) beperktheid, ook nog een andere reden. Het is de bedoeling van Christus dat wij de volle rijkdom van Zijn liefde slechts leren kennen langs de weg van de beoefening van de gemeenschap met alle gelovigen (Ef. 3: 18). Wij mogen ons dus nooit afsluiten tegenover andere christenen, want dan verarmen wij onszelf. De Geest wil dat we via elkaar telkens nieuwe flonkeringen in de diamant van Gods Woord ontdekken. Niemand kan en mag de Heilige Geest als een privé-bezit beschouwen. (...)
Wisselwerking derhalve - géén eenrichtingverkeer.
(...)
Uit: Bericht op "
za 30 okt 2021, 23:52", in de thread "Kan het niet eens ophouden met die eeuwigdurende kritiek?"