Uit de eerste hand...
Redactie schreef:@all
Ruim vijftien jaar geleden klom Bauke Moesker in de pen. De geadresseerde was: apostel Christiaan Boermeester. Deze reageerde enkele dagen later als volgt:
Het WebTeam
- Chr. Boermeester
's-Gravenhage, 30 januari 1997
Geachte broeder Moesker,
Uw brief van 22 jan. jl heb ik met aandacht gelezen. Ik heb het stellige gevoel dat de intentie ervan goed is. Ik geloof dat u hetzelfde streven als ik heb, namelijk de eenheid in het Apostolische Werk te herstellen. Want het is natuurlijk een heel droevige zaak, dat het Werk ontstaan is met als één van de doelstellingen: de eenheid in het christendom te herstellen. En diezelfde Kerk, die dat zo graag wilde, is zelf uiteengevallen in bijna niet meer te tellen richtingen.
Toch geloof ik dat u sommige dingen niet weet, waardoor u tot m.i. verkeerde conclusies komt. Ik zal ze puntsgewijs aangeven.
- 1. U schrijft, dat er dienaren zullen zijn, die Jezus zullen antwoorden: "Ik had goede redenen... ", maar dan zal Jezus antwoorden: "Ga weg van Mij, gij ontrouwe dienstknecht!"
Wat was bij mij (en bij vele anderen) de reden? Op 25 februari 1955 stelde de apostel Tj. Bischof op de broedervergadering de eis dat wij, priesters, elke zondag vanaf het altaar de "boodschap" van de stamapostel zouden verkondigen! Ik zweer u dat dat waar is. En dat was het moment van de scheuring in Nederland. Ik kon dat niet met mijn geweten in overeenstemming brengen. Stelt u zich eens voor: een priester die op de verhoging staat te verkondigen dat Jezus tijdens het aardse leven van de stamapostel wederkomt, terwijl hij daar zelf niets van gelooft. Als ik dat zou hebben gedaan, dan zou wel eens het woord van Jezus kunnen hebben geklonken: "Ga weg van Mij, enz".
Wij zijn niet zo maar weggegaan! Het was een onderdeel van mijn dagelijks gebed, dat de eenheid bewaard zou blijven, want ik voelde de scheuring aankomen, en dat vond ik verschrikkelijk. Die scheuring is er toch gekomen, wat voor mij ongeveer het grootste trauma uit mijn leven was. Zoals gezegd, mijn geweten belette mij die boodschap te verkondigen. En nog steeds is het een onderdeel van mijn dagelijks gebed, dat de eenheid hersteld mag worden, hoe onwaarschijnlijk dit ook lijkt (althans menselijk gesproken).- 2. Ik krijg uit uw brief de indruk, dat u van mening bent, dat ik niet zou kunnen of willen vergeven. Als u dat werkelijk denkt, dan moet ik dat met klem ontkennen. Ik heb in mijn hart al heel lang allen vergeven, die mij "listen en lagen" hebben gelegd. En gelooft u van mij dat er broeders geweest zijn, die mij op een verschrikkelijke wijze hebben behandeld. Zij hebben nooit excuus gevraagd voor hun door afgunst gedreven handelen. Toch heb ik jegens hen geen rancune. Maar ik geloof wel, dat zij verantwoording zullen moeten afleggen voor hun daden en woorden.
- 3. U weet misschien, dat wij geregeld besprekingen hebben met apostel Sepers, evangelist Meyborg, de apostel Van den Bosch van de Hersteld Apost.Zendingskerk en de opziener Peters van diezelfde Kerk. Die besprekingen verlopen in een prima, zelfs broederlijke sfeer. En allen zijn wij van één verlangen vervuld: te werken aan de eenheid binnen het Apostolische Werk. Het slotgebed eindigt dan ook steevast met de bede uit het Hogepriesterlijk gebed: "Ik wil Vader, dat zij één zijn" (tot driemaal toe bidt Jezus dit in dat gebed; Joh. 17).
- 4. Om tot een organisatorische eenheid te komen, liggen er enige grote obstakels op de weg. Onze dienaren worden niet erkend als dienaren van het Apostolische Werk, wel als dienaren voor onze eigen Gemeente. Wanneer we dus zouden besluiten ons te verenigen met de N.A.K., dan zouden wij tegen onze broeders en zusters moeten zeggen: "Wij geven u in handen van een aantal voor u onbekende dienaren, die ons, die u jarenlang verzorgd hebben, en tot Jezus gevoerd hebben, niet erkennen. Wij gaan allemaal, van apostel tot diaken, in de bank zitten. Bovendien zullen de meesten van u opnieuw verzegeld moeten worden, want de verzegeling door een apostel van de Vereniging der Apostelen, wordt door uw apostelen niet erkend. Dat is toch een ondenkbare zaak! Bij de Samen-op-weg-kerken ziet men daarentegen wel de erkenning van de wederzijdse predikanten. Een realistisch standpunt. Bij ons is er wel de bereidheid tot erkenning, zoals die ook bestaat bij de contacten tussen GvAC en HAZK.
- 5. Nog nimmer hebben wij iets kunnen constateren van een erkenning van gemaakte fouten. Neen, stamapostel Fehr (die ik overigens zeker waardeer en hoogacht) komt zelfs tot de uitspraak, dat de "Boodschap" van stamapostel Bischoff een goddelijke inhoud had. (Unsere Familie).
Wij verwachten, evenals u, de spoedige wederkomst van Christus. De tekenen der tijden wijzen daarop (o.a. Matt. 24: 36). Leidraad is hierbij het woord van Luther: "Als ik zou weten dat de Heer morgen komt, zou ik vandaag nog een appelboom planten." Met andere woorden: Blijf aan het werk in de wijngaard des Heren. (Dit woord is in de vijftiger jaren ten onrechte aan de stamapostel Bischoff toegeschreven). "Handel tot Ik wederkom!"
Broeder Moesker, dit zijn slechts enkele gedachten die bij mij opkwamen bij het lezen van uw brief. Er zou nog heel veel te zeggen zijn, maar dat kan niet allemaal per brief.
Ik wens u het allerbeste toe, daarbij behoort ook: Blijf werken aan de eenheid!
Met broederlijke groet,
w.g. Chr. Boermeester.
Bron: Bericht op het voormalige Forum van Bauke Moesker op "Zo 04 Mrt 2012, 21:21" in de thread "Overlijden apostel Christiaan Boermeester (GvAC)"
Lezenswaardig in dit verband is ook de thread "Verslag van de Godsdienst van zondag 10 juli 1960".
Groet,
TjerkB
Hieronder het prachtige origineel van het bovenstaande schrijven: