@EmileEmile schreef:(...)
Niet stilt main verlanguh, noch rahaikdom noch eer ...
(...)
Groet,Blik op ‘e wrâld - 21 Januaris 2008
4. In rom útsjoch
Lieven,
Eén mijner voorgangeren zei alreeds: “Geschiedenissen herhalen zich”. Dat wij daar toch ook in deze onze tijd geopende ogen voor mogen hebben! Nu ik andermaal vernam van vele verzuchtingen onder een wrede heerschappij van gezanten Gods, thans voor omstreeks vijftig jaren, heb ik in mijn overdenkingen alzo beschouwd hetgeen gelegen is in de grondvesten van de macht bij de inrichting van ons kerkelijke bestuur.
Het verdriet mij zeer en bezwaart mij dat er onder u zijn, die niet loskwamen van de beproevingen van weleer, en dat er buiten u anderen zijn, die voorheen onder ons waren doch eertijds werden buitengesloten. Mannenbroeders mede die geweerd werden uit de kring der dienaren. Als wij zien op de lege plaatsen in onze rijen, welt in onze ziel menigmaal de weemoed op. Had God door Zijn genade niet allen tot Zijn eigendom aangenomen?
Mogen nochtans dezulken zich getroost weten, want de Heer verlaat de Zijnen niet. Hij beschikt aan de moeden kracht! Aanmatigend is er in die kommervolle dagen vijandig gebruik gemaakt van machtsmiddelen. Deze evenwel zijn als het gouden kalf in Mozes' tijd. Een dans om leidende posities, vergankelijk als ze zijn; zonder nog enige hartelijke ontferming. Daar zijn verwijdering en onderdrukking van uitgegaan.
Dat alles hebben wij in de geschiedenis van de kerk kunnen aanschouwen. Vanwege menigerhande ongerechtigheid verwierp God vele van haar offers. Maar Hij kent ook de smekingen en gebeden die opstegen om haar in genade weer aan te nemen. Was niet reeds, gelijk het lijden van Christus in ons, ook onze vertroosting door Christus overvloedig? Doch is het gepast dat eerlijken en oprechten in het voorliggende nieuwe tijdsdeel langer de gevolgen dragen van een menselijk oordeel in vroeger tijd?
Neen! Hun namen zijn bezoedeld, en het is een smet op het blazoen van de kerk als dit alles geen wending neemt. De uitlatingen van een kerkelijk zegsman uit Zwitserland in het oude jaar, dewelke er op wijzen dat versluierde taal de kerk tot schande strekt, daar zij tenslotte ervaren werd als een gedurige bron van onenigheid, vervullen mij met hoop. Dat toch het huis des Heren hersteld moge worden! Het volgende woord zal ons daarbij schragen:
- [12] ...en zij huurden houwers en timmerlieden, om het huis des HEEREN te vernieuwen, mitsgaders ook werkmeesters in ijzer en koper, om het huis des HEEREN te beteren.
[13] Zo deden de verzorgers van het werk, dat de betering des werks door hun hand toenam; en zij herstelden het huis Gods in zijn gestaltenis, en maakten het vast.
Statenvertaling, 2 Kronieken 24
It is mei sizzen net te dwaan!
Jimme Ds. B. Stjinder
BakEenEi