Omdat nu op de index-pagina de desbetreffende link op het ogenblik (bij mij) niet werkt, verwijs ik hier graag naar een soort van drieluik dat het Webteam het afgelopen voorjaar plaatste. Het schetst een aantal ontluisterende achtergronden. In de onderstaande bijdragen daarom een afschrift van dat artikel.
In het ontdekkend licht van Zijn genade...
Geachte lezer,
In een drietal commentaren zal binnenkort namens het Webteam uiteen worden gezet hoe in de Nieuw-Apostolische Kerk velen in hun geloof de laatste tijd het spoor bijster zijn geraakt. Al is het zo dat de verwarring die menigeen in toenemende mate dwarszit zich veelal pas in de jaren '90 van de vorige eeuw duidelijk aandiende; de redenen hiervoor komen voort uit ontwikkelingen in een aanzienlijk verder verleden. Met name verborgen gehouden tegenstellingen onder leidinggevenden blijken te hebben verhinderd dat zaken zich ten goede keerden. Getouwtrek in de hoogste kringen van een kerkelijke organisatie echter staat mensen méér in de weg dan God. Wáár vinden wij desondanks Jezus? Hierover handelen straks de artikelen.
"Voor het goud der waarheid, kostelijk brood uit de hemel, helder levenswater, ware gemeenschapszin, heilige liefde, Zijn (!) vrede en rust, geborgenheid, erbarmen, de reine Jezusleer, levende apostelen, vergeving van zonden, het Heilig Avondmaal en de werkzaamheid van de Heilige Geest, uitverkoren kinderen Gods, balsem voor de ziel en ogenzalf, eenheid onder de dienaren en machtige stromen van zegen; daarvoor was er voor levenden en ontslapenen maar één adres, namelijk... míjn kerk. Zó werd het ons voorgehouden. Tegen wie aldus in de gehoorzaamheid stond zou worden gezegd: 'Over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal Ik u zetten.' Ja, zó worden de goddelijke beloften vervuld."
Dit was bij de verkondigde geloofsleer althans de theorie. Maar de praktijk toonde zich weerbarstig. Gelukkig hadden ieders fouten en tekortkomingen God niet in de weg gestaan. Om niettemin "daders des Woord" te kunnen zijn, ging het erom te doen "wat er gezegd werd". Het woord Gods, wel te verstaan; verbroken door eenvoudige dienaren die in de nauwste verbinding staan met hun zegenaars, en dezen "langs de geordende weg" met hun districtsapostel en met "onze dierbare stamapostel". Zo tevens met hun Zender, Jezus Christus, en met de trone Gods. De geborgenheid van onze ziel lag in de navolging; in het opblikken naar de knechten Gods; ze te ondersteunen in hun hoogheilige taken en opdracht.
Het plaatselijke gemeenteleven kon heel fijn zijn. Je zette je schouders eronder. Vol vuur en ijver zelfs. Om het doel te bereiken! Er werden prachtige liederen gezongen. Velen meldden zich bij de getuigenarbeid, musiceerden ook of men leerde een extra taal om naar een missiegebied te kunnen worden uitgezonden. Zo gonsde het van de activiteiten, op bijna elke dag van de week. Voor de vakantietijd vroeg je "een legitimatie" om elders "in het werk Gods" aan het Heilig Avondmaal te mogen deelnemen en zo mogelijk geen dienst te hoeven verzuimen. Je las de bladen, wellicht daarnaast ook "de spijzebrief". Alles nam je aandachtig in je op. Wie de Duitse taal machtig was, hielp mee bij al het vertaalwerk.
"Buiten U is er geen leven", zong je overtuigd, en "Wie hen niet mint, die God ons geeft tot dienen, hoe kan die Gods genade recht verstaan?" In de regel was geen offer jou te veel. Als je voor jezelf naging hoe de apostelen altijd onderweg waren, in een opofferende gezindheid, klaagde je niet maar kon het geloof eenvoudig de hoofdzaak zijn. Hoog zag je bij hen op. Leraren der gerechtigheid waren zij immers, boodschappers aan Christus' plaats; wegbereiders. Zij zouden je helpen, als het nodig was! Uiteraard zou jij alles doen om het zover niet te laten komen: je wilde werkelijk niemand tot last zijn. Integendeel, op jouw plek was ook jij een radertje in Zijn werk; het verlossingswerk van onze hemelse Vader.
Soms diende er een dienaar (tegenwoordig spreekt men meer van ambtsbroeders) en dan wist je eerlijk gezegd niet zeker of nu wel elk woord door de Heilige Geest was ingegeven. Anderen waren er juist heel stellig in: alles wat van het altaar komt is van de Heilige Geest. Je zette je er overheen want het leven ging door. Toch vroeg je je later bijvoorbeeld nog wel eens af of het echt zo was dat de lieve God van ons verlangde dat wij méér deden dan in ons vermogen lag. Dát namelijk was op het altaar gezegd. Het ontnam je toen in feite de vreugde: was het nóg altijd niet goed genoeg wat je al allemaal deed? Gold er bij wijze van spreken onder de bedrijven door niet óók eens "een menselijke maat" of zo?
Natuurlijk, de apostel was dankbaar voor alle offers die er werden gebracht, óók in tijd. Maar de districtsvoorganger vertelde ondertussen wél dat er over "het offer" zorgen waren. Daar werden wij door hem in onze gemeente ernstig op aangesproken. Soms echter kon je het moeilijk missen: in een gezin met opgroeiende kinderen zijn er gedurig heel wat uitgaven. Het is makkelijker om tienden te offeren van luxe dan van armoede. Klopt dat dan eigenlijk wel; dat van die tienden? Iemand zei zelfs dat het om 10% ging van álles, dus ook de kinderbijslag, het vakantiegeld, een belastingteruggave... Dan valt een auto niet meer te bekostigen. Trouwens, de meesten rekenen niks voor kilometers voor "de dienst".
Toch bleek het meeste wel wáár te zijn. Tenminste, er werd in de gemeenschap telkens weer de nadruk op gelegd: de zorg over het offer, en de apostel is ook bezorgd over het aantal dienaren. Al doen wij in ons gebouw vrijwel alles zelf; als het een keer wat kost, worden wij er nog bijna op aangekeken! Op zo'n manier is er weinig voldoening. Maar ja, dan staat het op de hemelbank, wordt er gezegd. Of ik hier wel eens een vraag over stel? Nee; in de eerste plaats krijg je er geen antwoord op want niemand weet het helemaal precies, en verder: ze zijn er niet blij mee, met vragen. Je moet het kunnen overgeven. "In het naschouwen" wordt het ons duidelijk. Of ik nog gasten uitnodig? Nee, ik persoonlijk niet.
Menigeen zal zich in de "situatieschets" hebben herkend. Echter, "de situatie" is daarmee nog lang niet compleet geschetst! De kerk bestaat immers uit ongeveer drie "lagen" waarbij er onderscheid valt te maken tussen gemeenteleden en plaatselijke dienaren enerzijds, leidinggevende ambtsdragers anderzijds en bovendien nog "hoge dienaren" die tevens in "een gebiedskerk" en/of internationaal (royaal) bezoldigde -volledig eindverantwoordelijke- bestuursleden zijn. In de situatieschets handelde het over de realiteit zoals men die op de kerkvloer door de jaren heen heeft kunnen ervaren. Doch de van bovenaf in de kerk aangebrachte hiërarchische organisatiestructuur laat gelovigen van elkaar vervreemden.
Ervan uitgaande dat -met alle respect overigens- globaal kan worden gesproken van een onderlaag, een tussenlaag en een bovenlaag, komt nu het belang op om óók te weten hoe er in grote lijnen wordt "gedacht" in kringen van "districtsdienaren" en van kerkbestuurders. Hoe ervaren zij het gemeenteleven en wat staat ze in de geloofspraktijk voor ogen? Waarschijnlijkheid zal het voor de onderlaag geen verrassing zijn dat de middenlaag ten aanzien van het gemeenteleven een andersoortige realiteit meemaakt. Tegelijkertijd zal het de middenlaag niet verwonderen dat de bovenlaag zich in een organisatorische setting bevindt waarvan details bij nadere beschouwing nauwelijks kenbaar zijn.
Alleen al ten aanzien van de praktische geloofsbeleving binnen de kerkgemeenten bestaan derhalve "werelden van verschil" op grond van ieders persoonlijke positie in het kader van "dienen en leiding geven". Vanuit het verleden kent menigeen nog wel de uitdrukking "op deze wereld, maar niet ván deze wereld", waarmee werd bedoeld dat gelovigen het geestelijk leven in de maatschappelijke context -als het goed is (...)- voorop gesteld wensen te zien. Concreet: de nieuw-apostolische geloofsleer (in theorie synoniem aan "de reine Jezusleer") dient bij alles wat men in het leven onderneemt leidend en richtinggevend te zijn. Enkelen vullen hierbij in wat dit voor alle (!) anderen heeft te betekenen...
Met dit werkelijkheidsbesef komt het er in de Nieuw-Apostolische Kerk op neer dat een leus als "An Deinem Hand, lieber Stammapostel, eilen wir zum Ziel" feitelijk ieders motto moet zijn. Volgens de nieuw-apostolische geloofsleer is de voorzitter van het internationale kerkbestuur namens God de eerstaangewezene om te verklaren wat gelovigen te doen staat om het eeuwige leven te hebben binnen het koninkrijk Gods in de hemel. De "stamapostel" tezamen met de "districtsapostelen" bepalen welke leerstellingen een ieder daartoe voor ogen moeten staan. Tevens formuleert de kerkleiding standpunten in ethische kwesties zodat gelovigen ook in dat opzicht weten wat Gods bedoelingen zouden zijn.
In de Nieuw-Apostolische Kerk is er dus onder -gelijkwaardige- "kinderen van één Vader" (!) een piramidestructuur van toepassing verklaard waardoor een soort van kastestelsel zich heeft kunnen ontwikkelen. Bovenaan staat een kleine geestelijke elite die nagenoeg alles voor het zeggen heeft; daaronder een grotere groep die het gevestigde gezag ten uitvoer moet brengen en moet handhaven, en ten slotte al degenen die aan de basis van de organisatie staan en die zich als ondergeschikten bij de beschreven toestand hebben neer te leggen. Indien het volk murmureert, wordt zulks om redenen van het bovenstaande niet op prijs gesteld. Er heerst eenrichtingverkeer in de communicatie. Dat heet: dictatuur.
Terugkomend nu op de rangen en standen; in de Nieuw-Apostolische Kerk onderscheidt men dus aanzienlijken en minder aanzienlijken. Het gezag van een priester kan niet tippen aan het gezag van een apostel. Wat een priester uiteenzet kan te allen tijde worden overruled door wat elke ambtsdrager met een opvolgende hogere geestelijke bediening daarbij achteraf nader uiteenzet. Individuele gelovigen behoren hun eventuele vragen eerst voor te leggen aan de geestelijk verzorger met het voor ieder persoonlijk eerste hogere ambt. Komt men er niet uit, dan moet men in beginsel zijn bij de geestelijk verzorger met het tweede hogere ambt, enzovoort. Velen raken gaandeweg ontmoedigd en geven het op...
Hier raken wij de kern van de toenemende momentele leegloop in deze kerk. De organisatie met haar onderhand venijnige top-bottom communicatie komt zichzelf nu tegen. Het beleid communiceert allang niet meer met de doelgroep. Werelden van verschil dreunen in hun voegen. Voorgangers begrijpen nog wel een beetje waardoor gemeenteleden moeite kunnen hebben met de opgelegde geloofsopvattingen, maar districtsdienaren staan daarbij "tussen twee vuren in". Zij namelijk vormen het scharnierpunt in deze hiërarchische organisatie. Dat werkt allerhande tegenstellingen in de hand want ofwel je kiest onvoorwaardelijk voor de één dan wel je kiest voor de ander, óf je kiest onmogelijk: voor allebei.
Wat is er samenvattend gebeurd?! Gelovigen zijn niet als gelijken naast elkaar blijven staan doch onder hen bevonden zich sommigen die zo vrij waren zich boven de anderen te verheffen, wat aanvankelijk van harte alom werd toegejuicht. Daar komt dus "naïviteit" bij kijken: met een "Godsgezant" als leider sta jezelf ook sterk. Jezus Christus daarentegen leerde toch werkelijk heel wat anders. Bij Hem komt het er juist op aan dat over en weer de een de ander wil dienen! Dan zijn kinderen Gods voor elkaar volkomen gelijkwaardig. Dan wordt er geen ontmoedigingsbeleid losgelaten op wie in nota bene steeds meer geestesnood met brandende vragen worstelt. Thans worden vragenstellers gezien als lastposten!
Doordat districtsdienaren die in de organisatie de genoemde tussenlaag vormen er weinig zicht op krijgen wat in de dagelijkse praktijk het denken en handelen bepaalt onder leden van de internationale kerkleiding, doch men veelal geneigd zal zijn er eenvoudig vanuit te gaan dat de werkzaamheid van de Heilige Geest bij "de toebereiding van de bruid des Heren op het wederkomen van de Heiland" volkomen centraal staat, wordt dit ook voorgehouden aan de gelovigen. Aangezien de kerkleiding zich met talloze publiciteitsinitiatieven gedurig profileert en zij geregeld statements afgeeft die tot grote verwarring en ongerustheid leiden, komen ook bij districtsdienaren steeds vaker brandende vragen op.
Bestuurders worden dus niet zelden geconfronteerd met boze brieven. Boos omdat vragenstellers, los van de kwestie die ter beantwoording wordt voorgelegd, hevig teleurgesteld zijn in de manier waarop men in een lang (!) voortraject amper serieus werd genomen. Nieuw-apostolische kinderen Gods horen namelijk dankbaar te zijn en blij, zij dienen ook niet toe te geven aan gevoelens van ongenoegen en ontevredenheid, zij oefenen geduld en helpen de ambtsdragers. Als er iets voorvalt bedekken zij dat met de mantel der liefde. Zij blijven "in de navolging". Kortom, wie dan desondanks nog wat te vragen of te klagen heeft; die moet nog véél leren om waardig te zijn voor de Dag der eerste opstanding...
Aldus heeft er in de Nieuw-Apostolische Kerk voor menigeen stilaan een welhaast verstikkend klimaat kunnen ontstaan. Niettemin pretenderen de stamapostel en de districtsapostelen dat wat zij verkondigen en wat hun handelwijze is binnen en buiten de kerk ieders respect en navolging verdienen - omdat God door wie zij rechtstreeks zijn gezonden het exact zo wil. Wie zich zelfs bij Zijn wil niet kan neerleggen, wordt in feite tussen de regels door vriendelijk verzocht de consequenties daarvan te aanvaarden. Enkele jaren geleden werd de geloofsleer nog eens aangescherpt op het punt van wie zich kinderen Gods mogen noemen en wie niet, en hoe de kracht van de Heilige Geest exclusief aan hen toekomt.
Apostolisch-zijn houdt in dat gelovigen voor zichzelf besluiten de nieuw-apostolische geloofsopvattingen tot in detail onvoorwaardelijk voor goddelijke waarheid te houden. In de praktijk moet dit betekenen dat men handelt overeenkomstig de instructies van "de verzorgende dienaren". Met het stellen van vragen kan men het best wachten want God, die een kenner der harten is en een hoorder der gebeden, zal zeer zeker antwoorden doch in geen geval eerder dan op Zijn tijd. Met fascisme, kadaverdiscipline of machiavellisme heeft dit volgens de verantwoordelijke leidinggevenden allemaal niets van doen: onze God is een God van orde en regel en Hij spreekt niet naar de kittelachtigheid van ons gehoor.
Daar sta je dan. Je mocht wel blij zijn, maar niet bang, bedroefd of boos. Je voelt je gekrenkt. Emotioneel was je niet in beeld. Wat is de kerk voor jou in feite nog meer dan alleen maar een soort van activiteitenfabriek? Al je vertrouwen had je ingezet, "de firewall" uitgezet, je beste krachten gaf je bovendien; maar je spontaniteit ben je kwijt; je bent vermurwd. Wáár is het misgegaan?! Wanneer had je béter kunnen weten?! Wat zullen de mensen wel zeggen in de wereld om je heen, nu je bij de pakken neer zit. Waar heb je dit in godsnaam aan verdiend?! (...) Je voelt je misbruikt; gewoonweg verkracht - door de geestelijk elite in de kerk waar jij je hele ziel en zaligheid aan had verbonden. Waar blíjf je nu?!
Op zo'n manier blijf je toch nergens?! Maar let nú op... Deze situatie valt te overzien! Toen je ooit een splinter in één van je vingers kreeg, probeerde je die er meteen uit te halen. Maar wat deed je onder lijdensdruk, toegebracht (!) middenin "de gemeenschap"?! Je durfde misschien niet eens "Au!" te roepen. Kinderen Gods gaan hun weg immers "in stilheid en vertrouwen". Ja ja, maar zó enorm ongenuanceerd liggen de verhoudingen in het werk Gods bepaald niet. Je bent in geestelijk opzicht "door rood" gereden. Niet één enkele keer, maar honderden keren. Alarmsignalen wuifde je weg want je was... gehersenspoeld. Jazeker, gebrainwasht; op het verkeerde been gezet. Kun je daarvan af?! Natuurlijk!!
Achter de schermen zal men zich bij de internationale kerkleiding op het ogenblik wel hevig verongelijkt voelen. Toch keert ook hier de wal het schip. Er is roofbouw gepleegd; op gezinnen (van "dienaren"), op weldenkende welwillende medewerkers en op vele anderen die uit hun kracht zijn gehaald. Zoiets kan in het werk Gods pertinent niet de bedoeling zijn. Maar van nature willen mensen zich nu eenmaal graag ergens aan overgeven; ergens in opgaan; wegdromen. Op zichzelf hoeft daar niets op tegen te zijn. Aan de andere kant echter getuigt het van volwassenheid als je je niet iets laat afnemen wat anderen niet toekomt. Mocht dit onverhoopt een keer tóch wel gebeuren, wees dan gewaarschuwd.
Nooit heeft het de bedoeling kunnen zijn als slaven te worden gegijzeld binnen een religieus machtsbestel. Het element waarin mensen zich fijn kunnen ontplooien is juist vrijheid!! Vrij om te zijn die je bent. Vrij om te worden die je zijn wilt. Vrij om vol verwondering over de schepping waar je deel van uitmaakt kleur te geven aan elkaars leven. En ook vrij om maar zo vrij te zijn die waardevolle vrijheid te koesteren, er zuinig op te zijn. Bij God vertegenwoordigt niemand iemand... Hij ziet een ieder voor vol aan. Laat dat de groten der aarde maar duidelijk zijn! Geen macht of overheid heeft sinds mensenheugenis stand gehouden. Laten wij luisteren naar ons eigen lichaam, naar onze geest en naar onze ziel.
Het licht heeft géén gemeenschap met de duisternis en God legt geen superheffing op. Niemand heeft het recht om afbreuk te doen aan de persoonlijke waardigheid van een naaste. Wij hoeven ons niet opgejaagd te voelen doch laten wij maar gaan waar God ons leidt. Hoe kun je dat weten? Dat kan doordat God geen geheimtaal spreekt. Als wij Zijn liefde beantwoorden in geest en waarheid, baant Hij een weg waar wij die niet zouden zien. Het is beter daders van het Woord te zijn dan alleen hoorders. Wij kunnen van onze vrijheid namelijk iets moois maken! Het zou bijvoorbeeld best eens "zaliger" kunnen maken te geven dan te ontvangen. Desnoods geef je iemand om wie je geeft een waarschuwing!
"Wat betekent voor jullie persoonlijk 'bevrijding'?", zo vroeg een vader die in zijn gemeente ook voorganger was eens aan zijn kinderen, tieners destijds. Diens zoon, een jaar of zestien, zeventien, antwoordde prompt: "Geen gezeur aan mijn kop!!" En daar wilde hij het ook verder maar bij laten. Bevrijding; zou dat ook betekenen dat er met een zware plof een dikke envelop op onze deurmat kan vallen waarmee bij nader inzien een pak godsdienstige leerstellingen blijkt te zijn toegezonden? Wat een ellende! Hoe kom je eraan, en: hoe kom je ervan af?! De verzakelijking ten top. Stel je voor dat huwelijken binnenkort alleen nog maar worden voltrokken bij acceptatie van een pakket vol met gedragsvoorschriften.
Het zouden "verstandshuwelijken" worden en relaties die wiskundig te ontleden zijn. In een klimaat echter van liefde en wederzijdse toegenegenheid zal niemand zich opgesloten voelen. Maar dan wil je toch aan de andere kant ook niet gevangen zijn in een of ander vernuftig uitgedokterd denksysteem waarbij ook nog telkens allerhande essenties moeten worden aangepast? Wie tot overmaat van ramp pas achteraf tot de ontdekking komt op die manier desondanks te zijn ingepakt is toe aan een persoonlijke bevrijdingsdag. Dat is in beginsel een dag als alle andere dagen, zij het met dit verschil dat er ergens een punt achter wordt gezet en dat je jezelf een groot venster cadeau doet waar licht doorheen valt.
Zo, "en er was licht"!! Weg met de gedurig laaghangende bewolking; weg met elke dag roet in het eten; weg die eeuwige grauwsluier in je leven. "Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder!" Schud het stof van je af, huil uit, doch lééf!! Er komt al genoeg bij kijken om je in de maatschappij staande te houden; om elke dag weer brood op de plank te hebben en om in de uitverkoop nog iets van je gading te vinden. God is overal. "Ons Malta" is precies waar ieder zich nu op dit moment bevindt. "Heer, wat wilt Gij dat ik doe?" Het zit hem niet speciaal in de indrukwekkende grote dingen, in heldendaden of in een hoop uiterlijk vertoon. Ruim eerst van binnen de boel maar eens heerlijk op. In je hart; ja, in jezelf.
Laat je niet achter de broek aan zitten. Er bestaat nu trouwens wel een goede reden om jezelf eens te trakteren, en geniet daarbij even niet met mate. Alles moet tegenwoordig halfvol zijn. Is er nog wel iemand die weet hoe slagroom echt smaakt? Vanaf nu, nu de Heer onze Herder is, kiezen wij voor het volle licht. Niemand hoeft te doen alsof hij of zij een ander is. Ga nieuwsgierig op zoek naar je verborgen talenten en sluit vooral niet uit dat ook anderen nog een paar mooie eigenschappen achter de hand hebben gehouden. Het is voorbij met de treurnis op de weg die achter ligt. Waren wij feitelijk niet al sinds jaar en dag voorbestemd om kinderen van het licht te zijn? Die worden niet blij in het donker.
Luister naar de stem die zachtkens spreekt... Herneem je persoonlijke vrijheid want die komt alleen jouzelf toe. Begin aan een nieuwe agenda, zonder méér plichtplegingen dan die waar je niet onderuit komt. Kies voor een "hard reset". Bedenk overigens dat wie vroeger door God in benarde levensomstandigheden werd uitgeleid, wel op Hem moest kunnen vertrouwen. Men belandde op onbekend terrein. Als wij zoiets opeens óók in werkelijkheid meemaken, hoe zouden wij dan onze geschiedenis later het liefst opgetekend willen zien?! Tussen geloof en vertrouwen is er... nog een wereld van verschil. Geloven doe je in het echt! Anders geloof je alleen maar in de geschiedenis van hen die geloofd hebben.
Houd voeling met de oorsprong van de pijlers in je leven. Er is ons namelijk veel aangereikt; niet alles hebben wijzelf verworven. Wie een vel papier zou pakken en zou nadenken over wat waardevol is, welke bezigheden je kracht geven, en je zou opschrijven waar je naar uitziet; zou dat niet eens de moeite waard kunnen zijn? Al te gemakkelijk zijn wij vooral voorwerpen van een zelfgekozen 24-uurs economie. Maar die economie kan net zo goed wat anders worden ingericht. Als mensen wordt gevraagd wat er in hun leven belangrijk is, in volgorde van belangrijkheid, blijkt bij nadere beschouwing vrijwel altijd (!) dat men aan al die waardevolle zaken beslist niet in dezelfde volgorde de nodige aandacht schenkt.
De Heilige Geest laat zich niet kluisteren aan de leerstellingen van een kerk. Er zijn geen aanwijzingen voor dat God zich de les laat lezen. Sommigen hebben engelen gehuisvest zonder het zelf te weten. De Almachtige zendt die Hij zenden wil. Mag Hij ons een seintje geven wanneer wij op enig moment even iets voor Hem kunnen betekenen? Niemand hoeft ermee te wachten een naaste de hand ten bonde te reiken totdat een kerkbestuurder daar ooit groen licht voor geeft. Mensen kunnen zich een hoop verbeelden maar God zelf bestuurt zijn eigen Werk. Goddank staat er in de bijbel dat niet weinige doch juist vele laatsten de eersten zullen zijn. Wie vergeet in liefde te werk te gaan, kan overnieuw beginnen.
In de Nieuw-Apostolische Kerk worden gelovigen opgeofferd voor eigenzinnige intellectuele denkbeelden van haar bestuurders. De organisatie is zó hiërarchisch opgezet dat plaatselijke ambtsdragers uit loyaliteit aan hun meerderen zich zullen neerleggen bij het beloop van de meeste zaken. Wanneer bijvoorbeeld in een locale gemeente er een gezin wegvalt doordat het zich laat uitschrijven in het kerkregister, onttrok de aanloop naar het doorgaans stille "vertrek door de achterdeur" zich vaak al aan ieders waarneming doordat de diverse laatste contacten plaatsvonden op "een hoger echelon". Op de kerkvloer wordt dan aangenomen dat alles eraan is gedaan om ieder voor "het werk Gods" te behouden...
Wat ondertussen echter bijna niemand zich goed en wel realiseert is dat de kerkleiding per se níet heeft geworsteld met in elk geval één moreel dilemma, en dat hangt samen met het zesde gebod: "Pleeg geen moord". Indien namelijk op enig moment de afweging moet worden gemaakt "veranderen wij iets aan de organisatiestructuur of laten wij deze kritisch ingestelde mensen met hun overigens terechte opmerkingen maar gewoon vallen, al ging het ze zuiver om de gerechtigheid van God", gebeurt sowieso het laatste! Wie aan de top staat van de ambtelijke piramide heeft altijd gelijk. Eén of twee, tweehonderd of twintigduizend vragenstellers; men moet wijken voor "de krachtige hand van leiding".
Het aangeduide dilemma valt te vergelijken met bijvoorbeeld een politieke kwestie waarbij aan een weldenkende persoon wordt gevraagd iemand uit de weg te ruimen, zodat het leven van ongetwijfeld meerdere anderen behouden blijft. Betrokkene verwerpt in eerste instantie de naar diens vaste overtuiging immorele gedachte aan een mogelijke moord. Maar dan denkt hij na over zijn vermeende "goede geweten": is het niet bij nader inzien egocentrisch om het leven van velen voor onbeduidend te houden? Uiteindelijk komt de desbetreffende persoon tot het inzicht dat ook ijdelheid een factor van betekenis is want hij was er trots op altijd een principieel tegenstander te zijn (geweest) van moord en doodslag...
De merkwaardige overeenkomst tussen de opstelling van "hoge dienaren" in de Nieuw-Apostolische Kerk en het dilemma van de persoon in de geschetste politieke kwestie is helaas dat de kerkleiding mensen opoffert omwille van "het systeem". Het systeem dat met name regelt dat ieder consequent naar boven toe in de organisatie moet meehelpen om "het werk des Heren" vorm te geven naar het inzicht van de kerkleiding. Dat zou namelijk "een afgebeden zaak" zijn. Op ten minste twee kernpunten gaat die redenering echter volledig mank: in het echte werk des Heren wordt niemand opgeofferd die de gerechtigheid van God zoekt, en in het echte werk des Heren regeren er geen bazen en bovenbazen.
Juist de kerkleiding wordt hier geplaagd door ijdelheid; door hoogmoed. Alles moet dienen ten bate van hun machtsbestel. Daardoor staan gelovigen continu bloot aan psychische aanvallen. In feite is er sprake van een destructieve relatie. Men wordt op vele manieren gemanipuleerd. Daardoor word je uitgehold. Na verloop van tijd weet je niet meer wat goed is of verkeerd; je geeft je gewonnen. Wie echter de tirannieke trekken van het beschreven machtsbestel eenmaal herkent, doet er verstandig aan er ogenblikkelijk afscheid van te nemen. Weliswaar zal er vervolgens tijd nodig zijn om de toegebrachte geestelijke verwondingen te doen genezen, maar bedenk daarbij: zó meedogenloos was God zéker niet!!
Ach, in mijn gemeenschap is het best wel fijn.
De broeders en zusters houden elkaar in het oog en leven bij ziekte en rouw maar ook bij geboorte en jubilea echt met elkaar mee.
De jeugd en de ouderen staan na afloop van de dienst gezellig met elkaar te praten over allerlei en eenmaal in de maand bij het koffiedrinken na de dienst blijven de meesten gezellig in de bijzaal om met elkaar in contact te komen.
De jaarlijkse kerstviering is van het niveau wat een zooitje maar wel erg gezellig en zo aten we met elkaar heerlijk diverse stampotten en dronken warme chocolademelk.
Het koor is stukken kleiner geworden en kan vaak niet zingen op woensdag vanwege te weinig aanwezige zangers maar onlangs was er een uitvoerinkje buiten ons eigen gebouw en de vele aanwezige niet-nakkers prezen de koorzang met kwalificaties als: "Prachtig gezongen, hemelse stemmen en bijzonder muzikaal"
De priesters (nu nog maar 2, dat waren er drie) zijn begaan met de broeders en zusters en staan bij ziekte direct naast je bed, oprecht bezorgd en zéér geïnteresseerd. Degene die als voorganger momenteel de honeurs waarneemt heeft een boeiende spreektrant en lardeert zijn predikingen met voorbeelden uit het dagelijks leven. Wat ik bijzonder fijn vind is dat hij maar zelden over de wederkomst spreekt, zijn verhaal gaat veel meer over de hedendaagse praktijk en de invulling van je apostolisch-zijn in het leven van alledag.
Ook onze districtsverzorger, de Oudste is uit het goede hout gesneden. Zijn diensten worden doorgaans zéér goed bezocht want hij heeft een echte boodschap die hij zeer helder en overtuigend brengt waarbij hij de frictie en frustratie in het leven niet schuwt.
Onlangs was apostel Klene bij ons en las die een zelfgeschreven brief voor, de gemeenschap was ontroerd door de openheid en oprechtheid die in zijn woorden lag. Niet sentimenteel boehoe-emotioneel maar echt geroerd! Niet door één of ander snotterig tranentrekkend kinderverhaaltje zoals apostel de Bruin veelal placht te bezigen maar juist de actualiteit gebruikend en de algemeen geldende christelijke naastenliefde voorop-stellend.
Niet exclusief apostolisch-zijn maar inclusief! De mens is legio!
De gemeente zong de door apostel Klene met zorg gekozen oude apostolische liederen met het nodige enthousiasme en het ouderwetse apostolische gevoel "Oh, wat heerlijk hier te zijn..." maakte zich van allen meester.
Zo maar enkele bespiegelingen van een broeder uit de NAK die durft te beweren dat het echt niet allemaal kommer en kwel is!
We kunnen ons allemaal wel erg druk maken over wat er landelijk gebeurt of dreigt te gebeuren maar het meeste wat de broeders en zusters bindt heeft plaats op het locale niveau, dus liggen ook daar hun solidariteit en medebetrokkenheid. De landelijke kerk bestaat nauwelijks.
In mijn gemeente is geen satelietschotel, als er een aansluitingsdienst is gaan uit onze gemeenschap feitelijk aleen de ambsbroeders erheen, de gewone broeders en zusters zien dit als een vrije zondag! Zo zover de betrokkenheid bij de landelijke kerk (om over de internationale kerk nog maar te zwijgen).
Het is niet voor niets dat broeders en zusters steeds meer hun lidmaatschap op de "Onze Familie" opzeggen, geen interesse meer bij de boven-locale zaken!
Nog onlangs stond ik met een groepje medebroeders en zusters te kwekken en kregen we het over een naburige gemeente 15 kilometer verderop slechts. Niemand van de 6 NAKkers die hierbij mij stond wist dat daar een nieuwe kerk zou worden gebouwd en niemand wist dus ook wáár en waarom, dit ligt natuurlijk ook aan de kerkleiding die hierover nooit informeert zefs niet op de eigen NAK-site!
Een prachtige brief, echt waar, en het doet mij goed te vernemen dat uw gemeente feitelijk een geheel zelfstandige Apostolische gemeente is, niet meer staande in de éénheid.
Ook Internationaal hebben jullie het voor gezien gehouden. Het tijdschrift ‘’De Onze familie” hebben jullie ook opgezegd.
Fantastisch, gefeliciteerd!
Feitelijk een kleine gemeente bestaande uit Struisvogels(…) Koppen in het zand, dan horen en zien we niets. Vroeger zongen we een oud lied, dat nu heel actueel gaat worden:
Een weinig lijden nog…Een weinig tranen nog(…) En de VOLEINDING is DAAR.
En dan die tranentrekkende brief van ‘’Apostel” Peter Klene… OP de website staat ook een brief van hem vol leugen en bedrog.
Groet,
Tosca
Moeten de Schapen en de Lammeren de Herder weiden en hoeden? Zo is het wel in de Nieuw Apostolische Kerk, de Apostelen hebben altijd feest van de ‘’tienden’’
In slechts enkele uren tijd beschreef u op dit forum zojuist de grootst mogelijke tegenstellingen binnen de Nieuw-Apostolische Kerk. Zeer herkenbaar overigens want ook ikzelf heb ik zo'n situatie nog enige tijd kunnen functioneren. Toch valt het een en ander níet (!) met elkaar te rijmen. Het is faliekant verkeerd als broeders met een taak op het vlak van zielzorg zich met gebruikmaking van offerontvangsten "in zaken" begeven zonder (!) daarbij transparant te zijn. Het is ook faliekant verkeerd als broeders met een taak op het vlak van zielzorg zich met gebruikmaking van ieders vertrouwen beroemen op hun pogingen tot verzoening met zielen die eerder door toedoen van de kerkleiding het slachtoffer werden van "zinloos geestelijk geweld", zonder (!) daarbij transparant te zijn. En is het net zo faliekant verkeerd als broeders met een taak op het vlak van zielzorg zich met gebruikmaking van een valse identiteit (!) op het standpunt stellen dat God de leerstellingen afkondigt die zijzelf hebben verzonnen, zonder (!) daarbij transparant te zijn. Samenvattend: het Geestdodende klimaat wat hiermee wordt bevorderd komt niemand ten goede. Goddelijk leven kan er onmogelijk bij gedijen.
Natuurlijk is er véél mis in de NAK.
Dat kunnen we met elkaar al vele jaren constateren.
De info-avond van 4 december was niet een donderslag bij heldere hemel, iedereen deed héél verbaasd over wat er toen gebeurde maar feitelijk was het gewoon de zoveelste stap in een proces van ont-geestelijking van de NAK.
Los van het dáár toen verkondigde verhaal stond mij die avond de sfeer tegen; koud en zakelijk!
Veelgehoord (ook op deze site): Het ging fout toen de dienarenambtsbroeders werden...
De huidige NAK is al vanaf de samenvoeging van de oude HAZEA met de "boodschap-lovers-NAK" steeds verder verambtelijkt en verzakelijkt.
Toen (nog onder stamapostel Fehr) de toenmalige (sixties-)versie van het aloude embleem werd vervangen voor het huidige exemplaar kon je het al zien: alle gebogen lijnen in het embleem waren rechtgetrokken, rechte golven nota bene; hoe bestaat het?! De ei-vorm was verdwenen en het van oorsprong zo geweldige ontwerp was opeens koud en afstandelijk; bekijk ze maar eens goed!
Misschien kan iemand die beter in digitaal geweld is dit (beide emblemen) hier eens naast elkaar plaatsen.
Ik heb daar toen niemand over gehoord, het lijkt wellicht triviaal maar hieraan was al duidelijk de koers te zien: rechtzinnig!
Langzamerhand deden in steeds meer kerken ook de stoelen hun intrede i.p.v. banken.
Opnieuw lijkt dit onbeduidend, een stoel zit toch veel lekkerder....?
In feite wordt je echter bedot: een stoel staat in de psychologie betreffende zitmeubilair voor: solitair en individueel terwijl een bank juist samenbindend werkt door haar betekenis: samenzitten, gemeenschap/niet alleen.
Zo slaat de NAK wel vaker de plank mis.
Dit soort voorbeelden van het embleem en van de banken versus stoelen zijn slechts signalen van een véél groter probleem: Een steeds verder doorgevoerde dogmatisering en daarmee gepaard gaande verambtelijking en daardoor onstuitbaar: verstarring!
Ja in dit soort cosmetische veranderingen is de NAK altijd goed geweest (in Duitsland winnen de NAK -kerken zelfs regelmatig prijzen voor hun baanbrekende architectonische ontwerp: supermodern en vernieuwend). We weten echter allemaal wat er in de kerken wordt gepredikt en dat is zeker niet modern en nauwelijks met de tijd meegegaan.
Een nieuw project om de basis zoet te houden en de criticasters de wind uit de zeilen te nemen: de nieuwe liturgie: oude wijn in nieuwe vaten?
Het wordt al weken (maanden inmiddels zelfs) met veel tam tam aangekondigd: een nieuwe liturgie rondom het avondmaal om het avondmaal nog meeer de belangrijke plaats te geven die het toekomt.
In feite komt het neer op een paar andere woorden, wat meer ruimte eromheen, wat vooral nog meer tijd in beslag zal nemen wat maar goed is ook want de huidige preekkwaliteiten zijn nou niet om over naar huis te schrijven dus meer tijd voor het avondmaal houdt automatisch in minder tijd voor de prediking want de diensten langer laten duren; dat risico zal men niet willen lopen want de NAKkers zijn véél te blij met de diensten van hooguit één uur en geen minuut langer...
In mijn plaatselijke gemeenschap halen de meeste broeders en zusters de schouders hierover op; een andere vorm van avondmaal vieren: "Ach het zal wel meevallen allemaal, feitelijk blijft alles bij het oude, toch?"
@basis
Wat je schrijft is heel leuk en doet me goed dat jullie allemaal nog zo blij zijn in je eigen kerk.
Maar jullie offeren keurig jullie tienden aan de bouwput.
Als jullie dat geld nu eens in een eigen potje hadden gedaan dan hadden jullie straks ook nog een plek om leuk samen te zijn .
Want voor je het weet heeft het triootje de kerk van jullie onder de kont verkocht en hebben jullie niks meer .
De naam voor jullie clubgebouw kan dan zijn bv onze toneelclubje apostolisch genoegen
Kunnen jullie de grootste teneelspeler van de nak wel eens inhuren apostel Klene das een beroepspeler - Zijn dagelijks werk.
Mvg Hia .
De drie-eenheid binnen de N.A.K. G G G Geld Geld Geld