Re: Hooguit weten wij wat wij kunnen weten!
Oorspronkelijk bericht door BakEenEi » di 13 dec 2011, 18:21
[Bijgewerkt: 23.00 uur]
@all
Ten slotte; een quote uit mijn brief van 6 december 2009 aan een verantwoordelijk bestuurslid...
Tijdens de dienst vanochtend die wij weer bijwoonden in [Z] (vanwege na afloop catechisatie voor [X] en [Y]), moest ik denken aan onze gesprekken en aan met name één e-mailbericht uit onze correspondentie. Zie onder. Fijne herinneringen ook aan jouw ouders kwamen bij mij op. Zal ik nog een keer wat schrijven, of niet, zo ging het in mij om. Inmiddels zijn wij thuis. Laat ik het toch maar wél doen, besloot ik.
De arbeid bij ons handelde over Marcus 2 met in vers 3 de wonderlijke opmerking "
Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd", wat nu feitelijk de oorzaak ervan was dat mijn gedachten "afdwaalden". Voor het gemak "knip en plak" ik (uit de NBV) even de betreffende paragraaf:
- ------------------------------------------------------------------------
Jezus’ gezag betwist
[1] Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend
dat hij weer thuis was. [2] Er stroomden zo veel mensen toe dat er
zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun de
heilsboodschap. [3] Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die
door vier mensen gedragen werd. [4] Omdat ze zich niet door de
menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de
plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten
ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. [5] Bij het
zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden
worden u vergeven.’
[6] Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en
die dachten bij zichzelf: [7] Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat
godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! [8]
Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u
zoiets? [9] Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw
zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”? [10] Ik
zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden
te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: [11] ‘Ik zeg u, sta
op, pak uw bed en ga naar huis.’ [12] Meteen stond hij op, pakte
zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en
loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.
------------------------------------------------------------------------
Weet je wat ik dacht?! Als iemand hulpbehoevend is en er dan "vier mensen" zijn die er samen voor zorgen dat er helpende hulp (!) binnen diens bereik komt; wat hebben deze vier personen hier dan doortastend en moedig gehandeld. Mijn volgende gedachte was: voor wie zou ikzelf met Gods hulp (!) één van zó'n viertal willen zijn? Wie gun ik op dit ogenblik het allermeest om de liefde des Vaders terug te vinden? Je vindt het misschien hoogst merkwaardig en onbegrijpelijk, maar toen ik dacht ik aan jou... want [A]: er kloppen een paar dingen niet meer. Ik hoef hierbij niet veel uit te leggen want de pijnlijke situatie is jouzelf wel duidelijk. Wel kan ik in het kort het volgende erover zeggen. Wat er -in Europees verband- binnen de Nieuw-Apostolische Kerk nu feitelijk gebeurt is "de verzuiling op herhaling". Zoals er in [Q], toen ik nog een kind was, een openbare kleuterschool was, een christelijke en een katholieke; en een openbare voetbalvereniging, een christelijke en een katholieke; zo wil de Nieuw-Apostolische Kerk zich nu onderscheiden en self-supporting zijn. Afgezien van 10% zielzorg is men dan voor het overige bezig met maatschappelijk engagement, en daar gaat héél veel tijd in zitten; zó veel tijd en energie zelfs dat dienaren "verlamd raken". Verlamd evenwel in de zin van wat daarover wordt beschreven in Hebreeën 12:
- ------------------------------------------------------------------------
[12] Hef daarom uw slappe handen op, strek uw knikkende knieën,
[13] en kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet
verder ontwricht raakt, maar juist geneest.
------------------------------------------------------------------------
Voel je alsjeblieft niet beledigd - dat is helemaal niet nodig. Wees daarentegen liever blij dat er in de wereld soms nog ergens een sprankje liefde voorhanden is. Doordat ik de afgelopen week enkele berichten plaatste bij NAKtuell, stuurde een onbekende nieuw-apostolische broeder in Duitsland mij per e-mail later iets ongelofelijk moois toe. Nadat gisteravond bij ons thuis enkele cadeautjes waren uitgepakt, las ik het door. Het betrof een vertaling van het Engels in het Duits uit 1946 van een schrijven van Henry Drummond (ons welbekend) over de liefde Gods. Het werd voor mij het mooiste Sinterklaargeschenk dat ik ooit in mijn leven kreeg... Ik stuur het afzonderlijk in drie gedeelten (omdat ik geen kans zag de totale bestandsgrootte ervan sterk te verkleinen) straks naar jou door.
Onbeantwoord.
Zie hieronder tevens mijn bericht op
"za 01 jan 2011, 14:56" in de thread "Samen... "
BakEenEi schreef:@all
Samen... trokken wij met elkaar op, toen de hoofdzaak nog centraal stond. Wij kwamen in de gemeenschap om "het goddelijke" met elkaar te delen; om te ervaren hoe Hij kan zegenen waar twee of drie in Zijn naam samen zijn gekomen. Het ging niet om het imposante van menselijk kunnen, om onszelf, om vormen en namen. God zag het hart aan. Het ontbrak ons aan niets. Als broeders en zusters vulden wij elkaar aan. "Krachtig bouwt de Heer, als vrucht van 't kruis, door Zijn trouwe knechten Zijn geheiligd Huis". Dat zongen wij met overtuiging, vooral ook het refrein van dit bekende oude lied: "O, dat is zalig en heerlijk, Jezus maakt ons Zich gelijk; heilstaat voor ieder begeerlijk, Hij maakt ons gelukkig en rijk." Wij kwamen samen, met velen of met weinigen, in kerk of zaal, bij een ziekbed of rond een graf; maar het ging ons om het eeuwige; om "de liefde des Vaders". Ieder was een radertje in Zijn werk; géén "mensenwerk". Wij wisten: " 't Is, Heer, Uw werk, van U alleen, het werk waarin wij staan; daar Heer, Gij zelf de Bouwer zijt, kan't nimmermeer vergaan". Het was dus zeer zeker niet óns werk, waarin Hij "geacht werd" te staan! Veeleer ging het om fijne verhoudingen waarin goddelijk leven kan gedijen. Wij zongen ook: "O, zalig 't huis, waar allen die daar dienen, doordrongen zijn van hun zo grootse taak; en al hun werk met liefd' en trouw verrichten, dit steeds beschouwend als een heil'ge zaak. Waar oud en jong elkaar als huisgenoten, als kind'ren Gods erkennend, achting biên; in wederzijdse liefde en waardering het wezen van de Vader wordt gezien." Zo was de gemeenschap opgebouwd; het Vaderhuis: "uit onbehouwen stenen". "De liefde als fundering, die alles samenhoudt."
En dan klinkt er als het ware vanuit de verte trompetgeschal: de machtigen maken hun opwachting. De groten der aarde zijn in aantocht. De hogeren, de verantwoordelijken, de leidinggevenden. Een "Oberhirte", een "geistliches Oberhaupt aller neuapostolischen Christen", een "Kirchenpräsident und Stammapostel". Maar zongen wij niet: "Sion, wil de poort verhogen. Zie, uw Koning komt met vreê. Geef Gods Zoon de hoogste ere, Hij brengt 's Vaders zegen mee."? Nu echter verschenen er opeens "hoge dienaren" alsof zij speciale afgezanten waren van hoge vertegenwoordigers van het koninkrijk der hemelen, en zij allen wensten als zodanig met de meeste hoogachting heiligheid en onschendbaarheid te genieten! Het lied "Waar Apost'len staan, breekt Gods Geest zich baan, worden alle dingen 'nieuw' gemaakt" kreeg een volkomen andere betekenis. Zij wezen namelijk níet de weg "waarop Jezus reeds is vóórgegaan"! Echter, wij waren met een geheel ander verlangen naar Zijn huis gekomen... zoals het klinkt in het lied "Komt tot Mij, komt; kom herwaarts, komt!" Biddend en indachtig aan... "Aan des Heilands voeten worden door Zijn woord al mijn stille beden openlijk verhoord. Ja, Zijn liefd' in woord en daad voert mijn ziel in zaal'ge staat. Aan des Heilands voeten is mijn liev'lingsoord. 'k Mag daar gaarne toeven, luist'rend naar Zijn woord." Zíjn woord! Was het wel Zíjn woord wat ons nu te verstaan werd gegeven? " 'k Heb gestreden, veel gebeden, vreemde ogen zagen 't niet. Toch heb 'k immer U beleden, U, die meer het hart aanziet." (...) "Jezus, Heiland mijner ziele, 'k roep U aan in bange nood", want deze "hoge dienaren" dienen niet; zij heersen. Samen... terug naar Gods ordeningen!
Groet,
BakEenEi
Groet,
BakEenEi