In november 2008 publiceerde het WebTeam enkele pagina's uit de Nederlandse vertaling van "Die Machtfalle. Machtmenschen in der Gemeinde", een lezenswaardige verhandeling over heersers in de kerk. De schrijvers ervan, Volker en Martina Kessler, zijn verbonden aan de Christelijke Hogeschool voor Management in het Duitse Gummersbach. In diens "Woord vooraf" bij dit boek merkt de psycholoog Kees Roest onder meer op:
- Als psycholoog word ik regelmatig geconfronteerd met mensen die zich op de één of andere manier misbruikt voelen door een oudste, ouderling, predikant, of wie er ook maar leiding geeft binnen een christelijke gemeente. Het gaat daarbij lang niet altijd om vormen van seksueel misbruik. Dat laatste komt helaas ook geregeld voor, maar veel vaker merk ik dat er sprake is van meer subtiel misbruik. Zodanige uitoefening van macht, dat een gemeentelid zich erdoor gemanipuleerd voelt, in het nauw gedreven, beroofd van vrijheid, aangetast in zijn of haar integriteit. (...)
Wanneer ik nog eens kritisch naga, wat nu het grootste probleem is voor mensen die misbruikt zijn of worden, dan is het wel dat het zo lang duurt voor iemand zich werkelijk realiseert dat niet hij of zij, maar de betreffende dader van alles mankeert. De machtsfiguur weet vaak zo veel schuldgevoel bij de ander te bewerkstelligen, dat de ander jarenlang denkt dat alles alleen aan hemzelf ligt. Dat wordt nog versterkt door het feit dat die ander door anderen op handen gedragen kan worden en bekend kan staan als vriendelijk, charmant, intelligent, sociaal bewogen en diep geestelijk. (...)
Machtsmisbruik is ook niet beperkt tot de gemeente, maar doet zich ook bijvoorbeeld op grote schaal voor in gezinnen, scholen, het gevangeniswezen, de politiek en de gezondheidszorg, kortom: overal waar mensen met mensen werken. Diverse inzichten uit dit boek kunnen zo naar deze terreinen worden doorgetrokken.
- In zijn boek Makmennesketi i menigheten (Machtsfiguren in de gemeente) vat de Noor Edin Lövås zijn ervaringen als volgt samen: "Na veertig jaar zielszorg ben ik ontzet over de omvang van het leed dat machtsfiguren individuele christenen en christelijke groepen en gemeenten aandoen." Machtsfiguren zijn volgens Lövås' observatie vaak charmant en intelligent en komen heel humoristisch over. Bovendien zijn ze vaak succesvol: het werk of de gemeente groeit. Zo wordt het moeilijk om hen te ontmaskeren. Daarom is het belangrijk dat we ons bewust worden van de tactieken die machtsfiguren toepassen. Hieronder zijn acht geliefde en effectieve tactieken bij elkaar gezet, zodat de betrokkenen zich daarop kunnen instellen:
- 1. Selectieve waarneming
De machtsfiguur vergeet de wensen van anderen. `Hebben we dat besloten? Ach, dat herinner ik me helemaal niet' - 2. Afleiden
Als een machtsfiguur wordt aangesproken op een voor hem onaangenaam onderwerp, probeert hij de afleidingstactiek, om zich niet bloot te hoeven geven. Als iemand het aandurft om openlijk te vragen hoe het besluitvormingsproces in de gemeente verloopt, leidt de machtsfiguur het gesprek af met niet terzake doende vragen: `Wie had vrijdag vergeten om de jongerenruimte af te sluiten?' Een machtsfiguur wil onaangename kwesties niet oplossen of de verantwoordelijkheid op zich nemen voor mogelijke fouten. Hij brengt het gesprek op een ander onderwerp. - 3. Zichzelf vrijpleiten/de schuld op anderen afschuiven
Met 'maar het was allemaal goed bedoeld' probeert de machtsfiguur zichzelf vrij te pleiten. In werkelijkheid laat deze uitspraak zien dat hij voor anderen probeert te bepalen wat goed voor hen is.
In een christelijk jasje zal zijn rechtvaardiging er zo uitzien dat er een beroep op God wordt gedaan: `Ik heb erom gebeden. God heeft mij laten zien dat ik deze lampen moest kopen, zelfs als jullie daar anders over denken.' Vrome machtsfiguren rechtvaardigen hun handelen door net te doen alsof ze het voor God doen.
Net zoals een alcoholverslaafde zijn partner verantwoordelijk stelt ('Omdat jij zo zeurt, ben ik aan de drank!'), schuift de aan macht verslaafde de schuld op anderen af: 'Als ik niet ingrijp, loopt het immers niet.' 'Het is jouw schuld dat er in onze gemeente zoveel mensen ontevreden zijn.'
De machtsfiguur onttrekt zich aan zijn verantwoordelijkheid door zichzelf vrij te pleiten en de schuld op anderen af te schuiven. - 4. Verborgen of openlijke intimidatie
De machtsfiguur vraagt onverwacht in een onuitgemaakte discussie: `Hoe lang geloof jij eigenlijk al? ... Tja, sinds zeven jaar' en zijn onuitgesproken opvatting is: `Dan is het immers duidelijk dat ik me met mijn gemeente-ervaring van tientallen jaren door jou niets hoef te laten zeggen.' Een medewerkster van een christelijke organisatie wees de directeur op een probleem. Hij gaf haar als antwoord: 'Ik zie het probleem niet. Maar zou het misschien zo kunnen zijn dat er met uw gebedsleven iets niet in orde is?'
De intimidatie kan ook heel openlijk plaatsvinden. Een aankomend zendeling hoorde tijdens zijn stage van zijn mentor: `Denk maar niet dat je me kwijt bent als je uit de gemeente de zending in gaat. Mijn arm reikt tot in Pakistan.'
Sommige machtsfiguren hebben de pretentie dat alleen zij in direct contact met God staan en dreigen met 'Als je je van mij afkeert, keer je je van God af' tegenover degenen die zich aan hun invloed willen onttrekken. - 5. Oproepen van schuldgevoelens
'Het schuldgevoel van anderen is het lievelingswapen van machtsfiguren.' Ze misbruiken het eerlijke geweten van anderen. Ze kunnen goed observeren en uiten zelden beschuldigingen die nergens op slaan. Als ze tegen iemand zeggen: 'Dat heb je verkeerd gedaan', krimpt degene die berispt wordt vaak inwendig ineen. Wie constant geconfronteerd wordt met dit soort beschuldigingen, wordt overgevoelig. Dan ontstaat de volgende paradoxale situatie: aan de ene kant zal het slachtoffer de machtsfiguur afwijzen terwijl hij hem aan de andere kant naar de ogen zal kijken om niet opnieuw kritiek te krijgen. Met het wapen van de schuld ondergraaft de machtsfiguur het gevoel van eigenwaarde van de ander. Er komt een moment dat de ander volledig onzeker is gemaakt en niet meer weet wát hij moet doen en hóe hij dat moet doen. Hulpeloos wendt hij zich tot de machtsfiguur. Deze troost hem: 'Vertrouw op mij, doe het zoals ik het zeg, dan doe je het goed.' - 6. De rol van slachtoffer spelen
'Als jullie nou ook eens naar mij zouden luisteren', klaagde de vrouw bij besluitvormingsprocessen. In werkelijkheid danste de hele gemeente naar haar pijpen. - 7. Het ontkennen/bagatelliseren van feiten
De machtsfiguur weigert toe te geven dat iemand door zijn gedrag schade is berokkend. Een predikant verwaarloosde zijn gezin om zijn ambities in zijn kerkelijke carrière te bevredigen. Door te zeggen 'Wie, ik? Ik doe het toch in dienst van de Heer?' ontkende hij zijn egoïstische motieven – ook tegenover zichzelf. De machtsfiguur probeert van een berg een molshoop te maken door anderen te verwijten dat ze van een mug een olifant maken. - 8. Liegen/de feiten verdraaien
Soms kun je er moeilijk achter komen of iemand liegt. Er zijn situaties waarin je zelfs niet eens weet dat er tegen je gelogen wordt, tot het te laat is natuurlijk. Sommige mensen hebben de gemeente in hun greep doordat ze constant met een niet nader omschreven `meerderheid' schermen. 'De meerderheid van de gemeente is van mening dat we deze kansel moeten afschaffen.' Als je erop door zou vragen, zou je vaststellen dat deze persoon met vijf van de tweehonderd gemeenteleden heeft gesproken. Hij weet dus slechts wat drie procent van de gemeente denkt. Hij weet niet wat de meerderheid denkt. Als iemand openlijk schermt met een meerderheid, is het goed openlijk door te vragen wie dat dan allemaal gezegd heeft.
Het kan ook zijn dat de machtsfiguur zich helemaal niet bewust is van het feit dat hij niet de waarheid spreekt. Op grond van zijn selectieve waarneming denkt hij waarschijnlijk dat zijn uitspraken echt waar zijn.
- 1. Selectieve waarneming
Klik >>HIER<< om verder te lezen.
Het WebTeam