@all
Van herder Yntema uit Sneek (inmiddels overleden) herinner ik mij dat hij zich wel eens uitdrukte in de woorden:
"Dat is geen vanzelfheid!" Het was in "the good old Seventies". Wanneer hij sprak van "vanzelfheid" dacht ik: dat is geen correct Nederlands woord... Dit is dus vast ook de reden waarom ik het niet ben vergeten. Toch ontging het mij niet wat deze markante dienaar destijds telkens weer bedoeld had te zeggen. Sta bijvoorbeeld eens even stil bij het volgende:
"Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is?" 1 Korintiërs 4: 7 (NBV) Wat logisch lijkt of als zodanig wordt ervaren, is bij nader inzien soms juist helemáál niet zo vanzelfsprekend. In de meest uiteenlopende situaties werd ik hier later met mijn neus bovenop gedrukt. Zo luisterde ik een keer naar een interview op de radio met een Israëlische schrijver. Op de een of andere manier kwam het aantal jaarlijkse verkeersdoden in Nederland ter sprake; tenminste, deze schrijver merkte erover op:
"Is er wel eens iemand die bij zo'n statistisch gegeven -want zo worden ook dergelijke cijfers veelal ervaren- met grote beslistheid zegt: 'En dat accepteer ik dus niet!'?! In Israël gaat het uiteraard om minder verkeersdoden per jaar; het land is immers kleiner. Maar een overheid zou kunnen stellen: die prijs ieder jaar opnieuw voor ons weggedrag is onaanvaardbaar; punt! Desondanks speelt er hier een zekere acceptatie."
Hier valt een parallel te trekken met het ledenverlies in de Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland. Het merendeel van de leden in "the good old Seventies" is de kerk ontvallen. Ik wil dat geen "vanzelfheid" noemen! Geboorte- en sterftecijfers houden elkaar normaalgesproken namelijk wel ongeveer in evenwicht. Andere oorzaken speelden dus een rol waardoor gaandeweg zelfs hele gemeenten van de aardbodem verdwenen. Intussen loopt de aanhoudende krimp zodanig in de kijkerd dat deze niemand meer kan ontgaan. Of er nu 3.000 kerkgangers te noteren zijn op de zondagochtenden of al 200 minder; de noodtoestand kan worden afgekondigd! Wat nu? (...) "De dienaren" zullen zich er wel volop mee bezighouden, kunnen de overige gemeenteleden nu argeloos apostolisch denken. Het is naar mijn vaste overtuiging echter juist deze
naïviteit (!) waardoor men de totale ondergang over zichzelf heen afroept. Natuurlijk: "de dienaren" zullen zelf óók wel vinden dat zíj erover gaan. Waar gaan "de dienaren" in de Nieuw-Apostolische Kerk immers níet over? Die gaan overal over!! Buiten hun om gaat niemand überhaupt ergens over! De kerk waarover wij nu spreken is werkelijk een kerk die zichzelf heeft opgesplitst in twee werelden. Enerzijds zijn er "de dienaren" en verder nog... de overigen. Maar is dat in het werk Gods (!) wel echt een "vanzelfheid"? Hoe naïef was het dan feitelijk om het tóch te geloven?
Groet,
BakEenEi
P.S.
Hoe goed waren die "good old Seventies" eigenlijk? Toen ik het bovenstaande schreef, dacht ikzelf meer aan de samenleving destijds in zijn geheel. Ik heb daar plezierige herinneringen aan! "In de gemeenschap" daarentegen tekenden zich voor mij in die tijd de eerste zorgelijke ontwikkelingen af, zoals het gekleed gaan in "zwart-wit" wanneer je meezong in het jeugdkoor of als je organist was. Toen men dat later "feestkleding" noemde, vond ik dat ronduit bespottelijk. De grootste afknapper in dat opzicht was voor mij een jeugddag in Groningen. Tot dan toe was ik ervan uitgegaan dat D.Ap. Schumacher zelf degene was geweest die in ons land de bedoelde dresscode had willen introduceren. Dit bleek echter helemaal niet het geval te zijn! Het hele idee ervan kwam simpelweg voort uit de koker van iemand die op hem indruk wilde maken. De op één na grootste afknapper was in 1978 het nieuwe gezangboek. Achteraf bleek dat stamapostel Streckeisen juist nog had gestimuleerd om er tevens een aantal oude liederen in op te nemen. Die suggestie was door iemand die op hem indruk wilde maken toen van de hand gewezen want men wilde "volkomen één" zijn.
Anderen zullen zich nog wel "de kerstboom" herinneren die uit de kerk verbannen was, net als snorren en baarden, en "heidense attributen" zoals dasspelden. Ik snapte niet wat dat allemaal speciaal met het werk Gods van doen had. De zogenaamde feestkleding bij koorleden heb ik altijd gruwelijk lelijk gevonden, want doordat ieder er zijn of haar eigen draai aan gaf was het gewoon bij elkaar geen gezicht. Nu kan ik er om lachen, doch hooguit twee seconden per keer...
Wat mij trouwens net te binnen schoot is het volgende. In het district Hannover van apostel Klingler (officieel moet ik natuurlijk zeggen: in de gebiedskerk "Mitteldeutschland, Polen, Slowakei, Weißrussland" van districtsapostel Klingler) kregen de gemeenteleden een jaar of zeven, acht geleden allemaal een brief voorgelegd waarin het er om ging dat men zich per gemeente wilde beraden op de situatie in de gemeente over een jaar of tien: "Hoe zal uw gemeente eruit zien over 10 jaar?" De bedoeling was dat allen zich erbij betrokken zouden voelen om als het ware met de tijd mee te gaan. Dit hield vanzelf ook in dat men gezamenlijk onder ogen zou zien dat een gemeente zou vergrijzen of dat er juist voor zondagsschoolactiviteiten een verbouwing nodig was; en zijn er tegen die tijd nog wel genoeg broeders en zusters die allerlei taken op zich willen nemen? Van een vriend hoorde ik dat een en ander flink wat deining had gegeven want tot dan toe was het gebruikelijk geweest dat gemeenteleden al dergelijke zaken overlieten aan "de dienaren". Velen vonden dan ook dat dit hele onderwerp zuiver een zaak was van "de dienaren". Maar apostel Klingler dacht hier anders over! Hoe het hiermee verder precies heeft uitgepakt, weet ik eerlijk gezegd niet. Wel vernam ik naderhand dat er in de kerkgemeenten een groot draagvlak ontstond voor veranderingen die werkelijk noodzakelijk bleken te zijn.
Wat velen zich ondertussen niet realiseerden is dat het internationale kerkbestuur zich was gaan beraden op veranderingen in de geloofsleer en waartoe de bevindingen zouden leiden. Grote onrust onder ingewijden is daarvan thans het gevolg. Bij Glaubenskultur verschenen dienaangaande deze week twee nieuwe "Premium-Artikel": "Neues Selbstbewusstsein - Alte Exklusivität" alsmede "Aufgeblasen und doch im Schrumpfzustand". Zie
http://www.glaubenskultur.de/. Volgens het eerste artikel zouden recentelijk alle kerkelijke ambtsdragers er in een speciaal schrijven nogmaals (in aansluiting aan eerdere berichtgeving over de herziene geloofsbelijdenis) op zijn gewezen dat de kerk het ambt van apostel nodig heeft om in alle opzichten te voldoen aan haar taakstelling:
waar het ambt van apostel voorhanden is in verbondenheid met de stamapostel die Petrus' opdracht volbrengt, bestaat de geestelijke bediening tot het juiste beheer van de drie sacramenten. Anders gezegd:
zonder tussenkomst van een nieuw-apostolische apostel kan niemand een kind van God zijn en kan het Heilig Avondmaal niet geldig worden toegediend! Voor de Heilige Waterdoop maakte de kerkleiding eerder al een uitzondering want dit sacrament zou aan de kerk in zijn geheel zijn toevertrouwd en daarmee niet exclusief gekoppeld aan de Nieuw-Apostolische Kerk. Voor alle duidelijkheid: andersgezinde christenen zijn "nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" (laatste herziene editie) pas kinderen van God indien zij van een nieuw-apostolische apostel het sacrament van de Heilige Verzegeling hebben ontvangen. Leg dit maar eens zonder gêne uit wanneer je als "kind van God" in contacten met anderen, die volgens de nieuw-apostolische geloofsleer hooguit christenen kunnen zijn, iets vertelt over je geloof! Bij sollicitaties, op school, enzovoort. Daar komt nog bij dat stamapostel Leber in diens Woord van de maand in maart 2009 letterlijk verklaarde:
"... volgens ons nieuw-apostolische geloofsinzicht is het aan het apostelambt gegeven om de Heilige Schrift uit te leggen". Dat geloof je toch niet?!! Denk alleen maar aan de geschiedenis over Filippus -die geen apostel was zoals van hem een naamgenoot, doch een evangelist- en de Ethiopiër (Handelingen 8, vanaf vers 26).