@all
Bij nader inzien (gelet ook op de informatie die men bij het
Netzwerk Apostolische Geschichte heeft verzameld en voor een ieder toegankelijk heeft gemaakt) zijn er achter de schermen onder "hogere verantwoordelijke leidinggevenden" altíjd al gespannen verhoudingen geweest door onderscheidene "politieke bloedgroepen" in het apostolische werk. Door o.a. de "Boodschap van stamapostel Johann Gottfried Bischoff" namen de tegenstellingen echter extreem toe. Andere oorzaken van haat en nijd (!) onder de "Godsgezanten" waren -uiteraard- verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden, met name samenhangend met economische macht. Onder de bedrijven door moest er vanzelf "mooi weer" worden gespeeld, zodat naar buiten toe niet snel de indruk zou worden gewekt dat het "werk Gods" (...) mensenwerk is. Hooggeplaatsten voelden haarfijn aan dat hun aanzien zou afbrokkelen indien de gelovigen lucht zouden krijgen van al het ongenoegen wat gedurig de onderlinge betrekkingen overschaduwde. Op de kerkvloer ondertussen was er weinig behoefte aan een blik achter de schermen: wie in de wolken leeft, riskeert liever niet uit de droom te worden geholpen. Dan wil de liefde immers blind zijn. Jarenlang hebben die beide krachten elkaar in evenwicht gehouden, maar in de jaren '80 kantelt dit.
Toen de Nieuw-Apostolische Kerk sterk begon te groeien, zo in de tijd dat stamapostel Bischoff aantrad, stuurde hij het er op aan dat de huisdrukkerij van de kerk een familiebedrijf werd. Met offerontvangsten kwam dit tot stand. Al in de jaren '50 was de familie Bischoff hiermee schatrijk geworden. Stamapostel Bischoff stond op de loonlijst als "redacteur". Op deze manier streek hij echter nog een hoger salaris op dan het topinkomen dat hij zich met instemming van het apostelcollege bij de kerk had kunnen veroorloven. Uiteraard werden wel alle onkosten bij de kerk gedeclareerd. Dit soort van achtergrondinformatie werd natuurlijk met niemand gedeeld, maar als je het te weten komt, krijg je wel -met terugwerkende kracht- een andere kijk op de zaak. Nee, niets menselijks was de "Godsgezanten" vreemd.
De (districts)apostel Peter Kuhlen die eind jaren '40 tot stamapostelhelper werd gewijd, wilde naar alle waarschijnlijkheid iets doen aan het machtsmonopolie dat meer en meer uitging van dit familiebedrijf. Hiermee waren voor vader Johan Gottfried en vooral voor zoon Friedrich Bischoff de rapen gaar. Wat er daarna gebeurt, heeft de geschiedenis ons inmiddels geleerd. Naderhand werd werkelijk alles in het werk gesteld om de aangesloten leden in de waan te laten dat de "Einheit im Apostelkreis" niet verbroken was. Er waren bij wijze van spreken alleen maar boze geesten verdreven. De enige manier om de beerput afgedekt te houden was om vervolgens overal het zwijgen toe te doen, zogenaamd om geen "genadetijd" te verspillen aan vijanden en tegenstanders van het "werk Gods". Meesterlijk bedacht.
Hierna (na het overlijden in 1960 van stamapostel Bischoff) breekt voor de Nieuw-Apostolische Kerk een periode aan van "wederopbouw". Doordat echter de vermeende vijanden en tegenstanders niet waren "uitgeroeid" (...), zijn er nog altijd "tekenen van leven" van hun kant, waar met name nieuw-apostolische familieleden vaak geen raad mee weten. Onder
stamapostel Urwyler (1978-1988) komt daardoor de discussie op: hoe zouden wij nu eigenlijk met elkaar om moeten gaan? Het antwoord dat er dan door de internationale kerkleiding wordt geformuleerd komt er op neer dat betrokkenen vriendelijk en zelfs gastvrij kunnen worden bejegend maar dat men daarbij het verleden beter kan laten rusten. Dit laatste standpunt was natuurlijk de uitkomst van een politieke consensus onder de haviken!
Na de jaren '80 handelt het bij de internationale kerkleiding in niet onbelangrijke mate over de geloofsleer want daar is allerhande kritiek op. Wanneer deze kritiek meer en meer ook op straat komt te liggen, zoals door de opkomst van het Internet, kan men er niet omheen om, afgezien van represailles tegen de nu opeens uit geheel ander hout gesneden "vijanden en tegenstanders van het werk Gods", ook te besluiten tot een inhoudelijke reactie. Maar om met zo'n reactie geen lawine van nieuwe kritiek over het "werk Gods" af te roepen blijkt vervolgens een hels karwei te zijn. Als dat gigantische dilemma na een kleine 20 jaar bedwongen lijkt te zijn, wordt men bij het internationale kerkbestuur bijna euforisch van geluk. Met alsdan de verschenen Catechismus van de Nieuw-Apostolische Kerk in de kribbe, wordt deze omarmd alsof het kindje Jezus opnieuw geboren is. Wat een zegen, welk een genade. Doch in feite had de geschiedenis zich hier herhaald. De "Boodschap van stamapostel Johann Gottfried Bischoff" was destijds "geneutraliseerd" met de stelling dat God de plannen had gewijzigd "om der uitverkoren wille"; nú bestond het grote voorrecht eruit dat God het heilsplan zowat compleet zou hebben ontvouwd. De "Boodschap van stamapostel Wilhelm Leber" luidt dus: aldus spreekt de Heer.
[wordt vervolgd]
Groet,
TjerkB