"Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde." (Handelingen 2: 46)
Maar hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’
Uit: Lucas 11: 28 (NBV)
Wij willen met daden U danken
voor 't heil, dat G' ons nu reeds bereidt.
Sterk verder ons in het geloven.
U zij thans ons loflied gewijd.
Ja, bij U, trouwe Heer,
daar vinden wij ruste steeds weer.
Ja, bij U, trouwe Heer,
daar vinden wij ruste steeds weer.
[8] Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld. [9] Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ [10] De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde.
[11] U kent de huidige tijd: het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen. [12] De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. [13] Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. [14] Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt.
Uit: Romeinen 13 (NBV)
O Heer, maak mij gelijker
aan ’t beeld van Uwen Zoon;
mijn hart aan liefde rijker,
een plaatse U ter woon!
‘k Wil daartoe mij verbinden
met Uw gezant, o Heer!
Dat Hij mijn ziel kan vinden,
kan vormen tot Uw eer.
O, dat geheel mijn wezen
dan word’ een open brief,
waar ieder in kan lezen:
"Ook mij heeft Jezus lief!"
Profetie over de komende glorie De geest van God, de HEER, rust op mij,
want de HEER heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft hij mij gezonden,
om aan verslagen harten hoop te bieden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan geketenden hun bevrijding...
Uit: Jesaja 61: 1 (NBV)
1 Loof de Heer! Hij is de liefde,
Hij verlaat de Zijnen niet.
Van Zijn aangezicht straalt vreugde,
ook als 't onze droefheid biedt.
2 Loof de Heer! Hij is vol mildheid.
Bracht het onweer bijna nacht,
'thans glanst schoner de natuur nog,
straalt de regenboog vol pracht.
3 Loof de Heer! Ook voor de regen,
die weer vruchtbaar maakt het land
en vervuld van Godes zegen
houdt het bloempje bukkend stand.
4 Loof de Heer! Ook onder tranen,
als ons leed soms wordt bereid.
Wees dan stil, want door dit alles
rijpt het zaad voor d' eeuwigheid.
De aanklacht tegen Paulus en zijn verdediging voor Felix
... evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan.
Uit: Handelingen 24: 15 (NBV)
Een genadestroom vol van zaligheid
welt uit 't liefdevolle Jezushart;
brengt de zondaar rust, maakt het hart verblijd,
loutert mij in vreugde en in smart.
O Heer Jezus mijn, 'k mag hier bij U zijn
en gevoel Uw reine liefdegloed.
Ja, Gij deelt mij mee ware zielevree.
Uw genade smaakt zo wonderzoet.
[14] Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea:
“Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping:[15] Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm. Was u maar koud of warm! [16] Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal ik u uitspuwen. [17] U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. [18] Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien.
Uit: Openbaring 3 (NBV)
Hebt gij dan geen tijd voor Jezus?
Zie, hoe wachtend Hij daar staat.
Ach, wil spoedig toch besluiten,
eer Hij wenend van u gaat.
Uit: Tweede couplet van lied 334, NAK-gezangboek: "Ernstig dringt een grote vraag toch"
Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
[12] Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. [13] Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’
Uit: Matteüs 9 (NBV)
O, zalig 't huis, waar allen, die daar dienen,
doordrongen zijn van hun zo grootse taak.
En al hun werk met liefd' en trouw verrichten,
dit steeds beschouwend als een heil'ge zaak.
Waar oud en jong elkaar als huisgenoten,
als kind'ren Gods erkennend, achting bien;
in wederzijdse liefde en waardering
het wezen van de Vader wordt gezien.
[8] Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. [9] Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.
Uit: Filippenzen 4 (NBV)
Mij naar Uwe wil te voegen,
in het stil zijn blij en rein,
zonder woorden, met genoegen
aller knechten knecht te zijn.
Nooit met gaven trots te pronken,
niet naar aardse roem te lonken,
deze wijsheid bid ik nu,
hoogverheven God, van U!.
Bron: Eerste couplet van lied "283", NAK-gezangboek
[11] Wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer,
wie trots was, buigt het hoofd.
Want de dag komt
dat alleen de HEER hoog verheven is.
[12] Op die dag zal de HEER van de hemelse machten
zich keren tegen ieder die hoogmoedig is en trots,
tegen ieder die zich verheven acht – ze worden vernederd! –
Uit: Jesaja 2 (NBV)
Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
[28] Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. [29] Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, [30] want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Uit: Matteüs 11 (NBV)
Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, 38 want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft.
Uit: Johannes 6: 37-38 (NBV)
"Kom tot Mij, kom, kom herwaarts, kom!
Gij allen die belast zijt en beladen
en in Mij vindt gij de rust die Ik u geef.
Kom tot Mij, tot Mij
en gij vindt rust voor uwe ziel.
Wie tot Mij komt, tot Mij komt,
werp Ik niet uit, werp Ik niet uit,
werp Ik niet uit in eeuwigheid."
Dit nodend woord van Jezus: "Kom, kom, kom"
klinkt nog op aard uit der Apost'len mond
tot ieder, die in hen geloven kan.
En wie 't hoort, die zegge: Ja, ik kom!"
en hij kome vrij, wie dorst heeft, kome vrij!
Wie wil, die neem' om niet,
wie wil, die neem' om niet.
Ja, wie wil, die neem' om niet
het levenswater vrij.
Wie wil, die neem' om niet,
wie wil, die neem' om niet.
Ja, wie wil, die neem' om niet
het levenswater vrij!
Bron: Lied 613, NAK-koorboek
Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
[14] Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. [15] Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. [16] Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, [17] werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
[18] ‘De Geest van de Heer rust op mij,
want hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven,
[19] om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
[20] Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. [21] Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’
Uit: Lucas 4 (NBV)
1 Kom, laat ons Sion bouwen
met vreugdevol vertrouwen
in Jezus' naam en kracht!
Zijn werk zal blijven groeien
en zo in volheid bloeien
tot niets meer op voleinding wacht.
2 Voelt gij u welgeborgen
en leeft gij zonder zorgen,
daar gij de Heer behoort?
Dan zal het u toch storen
dat velen gaan verloren,
die nimmer hoorden hier Uw woord!
3 O, red toch deze armen
en leid hen met erbarmen
tot aan dit zegenoord,
waar God nog door Zijn boden
weer levend maakt de doden
door het beloofde waarheidswoord.
4 Gij noemt u volk des Heren,
Zijn roem wilt gij begeren.
Zijt g' Hem zo toegedaan?
Dan kunt gij toch niet dulden
dat velen onder schulden
en onverlost ten ondergaan?
5 Kom, laat ons Sion bouwen
met vreugdevol vertrouwen,
die hemelstad van licht.
Wie aan dit werk zijn leven
en krachten heeft gegeven,
bestaat straks voor Gods aangezicht.
Vrede waar gerechtigheid heerst [1] Een koning die rechtvaardig regeert
en leiders die leiden volgens het recht
[2] zijn als een beschutting tegen de wind,
als een schuilplaats voor een wolkbreuk,
als waterstromen in een dorre streek,
als de koele schaduw van een rots
in een dorstig, uitgedroogd land.
[3] Ogen zullen niet langer blind zijn,
oren luisteren weer aandachtig;
[4] de onbezonnen geest verwerft kennis en inzicht,
de tong van stotteraars spreekt vloeiend en vlot.
[5] Dan wordt een dwaas niet meer edel genoemd,
een bedrieger niet langer aanzienlijk.
Uit: Jesaja 32 (NBV)
Welzalig hij, die al zijn kracht,
zijn hulp alleen van U verwacht,
die kiest de welgebaande wegen.
Gaat ook zijn pad door een woestijn,
Gij zult een frisse bronwel zijn,
Gij stort op hem een milde regen;
een regen, die hem overdekt,
verkwikt en weer tot zegen strekt.