Re: Tussenbalans en hoe nu verder...
Geplaatst: wo 10 feb 2016, 16:38
@LeviLevi schreef:(...)
Vooral een schuldcomplex en ANGST aanpraten is het credo voor de nog volgende 'trouwe' broeders en zusters.
Het is hetzelfde verhaal als in de weekdiensten waar het altijd gaat over trouw blijven.
(...)
Uit: Bericht op "Ma 08 Feb 2016, 16:18"
@all
Over "ANGST aanpraten" gesproken... Precies, dat is toch wel vaak uitdrukkelijk de teneur. Ik denk dat velen, voornamelijk onbewust, echt er angstvallig níet aan moeten denken welk onheil je over jezelf zou afroepen als je "de hand van leiding (gegeven in onze dierbare stamapostel en de met hem verbonden apostelen en trouwe dienaren)" loslaat, al was het -zoals bij twijfel- soms maar heel even of een beetje. Onmiddellijk bevind je je dan desondanks "nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" al op een hellend vlak:
- Tosca schreef:(...)
Even een spontane reactie van mijn kant op het recent gepubliceerde artikel over het verslag in de Unsere Familie van de dienst in Oeganda op zondag 29 maart jl., gehouden door stamapostel Wilhelm Leber en bijgewoond door o.a. districtsapostel De Bruijn.
Van stamapostel Leber waren hierbij door het webteam twee citaten geel gemarkeerd, namelijk in het begin van de prediking...
- [begin citaat 1]
Wir stehen auf einem Felsen. Ich erinnere daran, dass Jesus einst zu Petrus sagte: „Du bist Petrus, und auf diesen Felsen will ich meine Gemeinde bauen, und die Pforten der Hölle sollen sie nicht überwältigen" (Matthäus 16,18). Wir als die Gemeinde stehen auf dem Felsen. Solange wir mit diesem Felsen verbunden sind, haben wir Kraft. Diese Kraft befähigt uns, den Teufel zu überwinden, ja, alle Geister zu bezwingen. Aber wenn man nicht mehr auf dem Felsen steht, wenn es anderen Mächten gelingt, diese Verbindung zu unterbrechen, dann verliert man sofort seine Kraft. Dann ist man nicht mehr gesegnet. Dann verliert man den Glauben und kann die Liebe Christi nicht mehr wahrnehmen. Deshalb ist es so wichtig, auf diesem Felsen gegründet zu sein, mit dem Stammapostel verbunden zu bleiben, Verbindung mit den Aposteln zu haben, so oft wie möglich in die Gottesdienste zu gehen. Stehen wir nicht mehr auf dem Felsen, sind wir unserer Kraft beraubt und werden zum Spielball der Geister.
[einde citaat 1]
- [begin citaat 2]
Auch Zweifel ist Sünde.
[einde citaat 2]
Uit: Bericht -op het voormalige Forum van Bauke Moesker- op "Vr 17 Jul 2009, 15:30", in de thread "NIET NAVOLGEN STAMAPOSTEL...IS VERLOREN."
Zie onder bij N.B. voor het volledige bericht. - [begin citaat 1]
- Redactie schreef:(...)
Op 20 februari 2011 schetste de huidige stamapostel, Herr Dr. Wilhelm Leber, blijkens een publicatie in het tijdschrift Unsere Familie (Nr. 9/2011), diens persoonlijke denkraam met de historische woorden:
- "Ich kann mir vorstellen, dass der eine oder andere nicht sicher ist, ob die Neuapostolische Kirche Gottes Werk ist.
Sind solche Zweifel nicht wie eine Krankheit?"
(...)
Uit: Bericht door Redactie op "Zo 12 Feb 2012, 21:09" in de thread "Neuapostolische Kirche International - Statuten 29.09.2010"
Zie ook het bericht op "Za 15 Nov 2014, 13:47" in de thread "Bilaterale contacten NAK/VAG (Gesprächskreis Bottrop)" - "Ich kann mir vorstellen, dass der eine oder andere nicht sicher ist, ob die Neuapostolische Kirche Gottes Werk ist.
- zefyr schreef:(...)
Een verontrustend citaat van districtsapostel Schneider viel mij op tussen de vele bijdragen van de scribenten op eerdergenoemde website.
'"Zweifel ist eine sehr gefährliche Krankheit, die muss sofort bekämpft werden. Wenn ein Zweifelsgedanken sich in uns festsetzt, dann müssen wir ihn sofort bekämpfen." - so Jean-Luc Schneider am 20.09.09 beim "Mitdienen" in Konstanz'
(...)
Uit: Bericht door Zefyr op "Za 14 Apr 2012, 21:08" in de thread "stamapostelhelper J.-L. Schneider"
Zie ook het bericht op "Wo 11 Dec 2013, 13:14" in de thread "Welkom"
Echter, wie zich door de jaren heen op bovenbeschreven wijze -zonder enig kwaad te vermoeden- geduldig heeft laten "vermanen", wordt zich in de regel pas van de mogelijke bijwerkingen bewust wanneer de symptomen daarvan helderder tevoorschijn komen. Maar ook dan zullen velen nog niet snel geneigd zijn op hun eigen intuïtie te vertrouwen. Wij moesten toch "geen ongenoegen en ontevredenheid" bij ons laten opkomen? Het ging er toch om in de "dienaren" een "onbegrensd vertrouwen" te hebben? Het was toch veel fijner om "blij en dankbaar" te zijn? Dus, dan hield je jezelf maar weer voor dat het "kind'ren Gods" betaamt om "te zaâm in stilheid en vertrouwen langs doornen en dist'len het smalle eerst'lingspad" te "volgen" (vgl. lied 644, NAK-koorboek). Zo praatte je voor jezelf -angstvallig- alles recht wat -dwangmatig- vast niet krom zou zijn. Immers, hier werd toch "de tale Kanaäns" gesproken zoals die ons al van kindsbeen af was bijgebracht? Kortom, je riep jezelf tot de orde. Dapper (doch stilletjes met de moed der wanhoop) zette jij je eroverheen. Het glas dat jammer genoeg halfleeg scheen, was nu alweer halfvol.
Nu kwam het er op aan dat wij de listen van de Satan voortaan sneller zouden doorzien, zodat bij ons aanstonds de vrede niet opnieuw zo gemakkelijk te roven viel.
In tal van opzichten hoopten wij met vergelijkbaar inwendig geworstel "de goede strijd" te strijden (vgl. 1 Tim 6: 12; 2 Tim 4: 7). Maar betrof het hier ook feitelijk de goede strijd? Waren wij met al deze niet zelden energieverslindende en anderszins tergende overdenkingen niet in werkelijkheid in een soort van vicieuze cirkel terechtgekomen? Waarom druisten zaken, die met het verstand niet te rijmen waren, vaak net zo hard in tegen onze gevoelens? Moest het op die manier worden begrepen dat gelovigen zichzelf hebben te overwinnen? Hoe dan ook, ieder ploeterde voort, er (met het verstand op nul en de blik op oneindig) van uitgaande dat psychische lijdensdruk categorisch dient tot onze vorming en voleindiging in het geloof. Zo zaten wij allemaal in hetzelfde fenomenologische schuitje - en dat schept een band. Ondertussen prezen de "dienaren" ons dat wij zo ons best deden. Ondertussen ook vroeg slechts een enkeling zich hardop af of er geen situaties, uitzonderingen (!), denkbaar zijn waarbij ten onrechte keuzemomenten, die er misschien wel degelijk zijn, achteloos als onbeduidend zijnde worden weggewuifd.
Sta er nú alsjeblieft even bij stil van Wie wij ons verstand kregen en van Wie onze diepste gevoelens. Wie schiep ons naar Zijn beeld en gelijkenis en Wie vond daarna dat het goed (!!) was dat wij, naargelang de omstandigheden, blij kunnen zijn, bang, bedroefd of boos - en op ieders palet alle gemoedsstemmingen daartussenin? En: Wie rustte ons toe met de voortreffelijke gave om onraad te kunnen bespeuren; om te kunnen twijfelen?!
TjerkB schreef:(...)
Twijfel ís helemaal geen gevaarlijke ziekte zoals inmiddels twee zogenaamde stamapostelen het laten voorkomen! Wie niet kan twijfelen, handelt roekeloos en mogelijk zelfs gewetenloos! Denk aan de ANWB-slogan "Bij twijfel niet inhalen!"
(...)
Uit: Bericht op "Di 21 Jan 2014, 15:44" in de thread "Transparantie of zelfbevlekking?"
Nu echter tot the point: als het in de Nieuw-Apostolische Kerk aan "dienaren" ligt, mogen anderen wel nu en dan twijfelen doch per se níet aan hen of in hun kerk!TjerkB schreef:(...)
Overigens, het kunnen twijfelen is een goddelijke gave!! Wie nergens meer een gevaar in ziet, wie geen enkel risico meer fatsoenlijk inschat; die is er snel geweest.
(...)
Uit: Bericht op "Za 14 Nov 2015, 20:08" in de thread "Tussenbalans en hoe nu verder... "
Zijzelf daarentegen twijfelen (!) aan de lopende band aan de geloofwaardigheid van de bij hun kerkgenootschap aangesloten leden. Sommigen pestten ze zelfs weg...
Toen ik mij van deze godgeklaagde misstand meer en meer bewust werd, ben ik uiteindelijk maar zo vrij geweest om zonder twijfel de vicieuze cirkel te doorbreken.
Al in 2009 klom ik in de pen om in deze samenhang licht in de duisternis te scheppen. Zie onder.
Groet,
TjerkB
N.B.
Tosca schreef:(INGEZONDEN)
Aan allen die het lezen willen
Dilemma
Even een spontane reactie van mijn kant op het recent gepubliceerde artikel over het verslag in de Unsere Familie van de dienst in Oeganda op zondag 29 maart jl., gehouden door stamapostel Wilhelm Leber en bijgewoond door o.a. districtsapostel De Bruijn.
Van stamapostel Leber waren hierbij door het webteam twee citaten geel gemarkeerd, namelijk in het begin van de prediking...
... alsmede - aan het einde van de dienst:
- [begin citaat 1]
Wir stehen auf einem Felsen. Ich erinnere daran, dass Jesus einst zu Petrus sagte: „Du bist Petrus, und auf diesen Felsen will ich meine Gemeinde bauen, und die Pforten der Hölle sollen sie nicht überwältigen" (Matthäus 16,18). Wir als die Gemeinde stehen auf dem Felsen. Solange wir mit diesem Felsen verbunden sind, haben wir Kraft. Diese Kraft befähigt uns, den Teufel zu überwinden, ja, alle Geister zu bezwingen. Aber wenn man nicht mehr auf dem Felsen steht, wenn es anderen Mächten gelingt, diese Verbindung zu unterbrechen, dann verliert man sofort seine Kraft. Dann ist man nicht mehr gesegnet. Dann verliert man den Glauben und kann die Liebe Christi nicht mehr wahrnehmen. Deshalb ist es so wichtig, auf diesem Felsen gegründet zu sein, mit dem Stammapostel verbunden zu bleiben, Verbindung mit den Aposteln zu haben, so oft wie möglich in die Gottesdienste zu gehen. Stehen wir nicht mehr auf dem Felsen, sind wir unserer Kraft beraubt und werden zum Spielball der Geister.
[einde citaat 1]
Al tientallen jaren staan er in het tijdschrift Unsere Familie (dat twee keer per maand verschijnt en dat afgezien van het Duits ook in andere talen uitkomt) verslagen van gehouden diensten door de stamapostel. Ik neem aan dat de achterliggende gedachte is dat dit wereldwijd de eenheid in de nieuw-apostolische geloofsleer bevordert. De stamapostel spreekt niet alleen in diens hoedanigheid van voorzitter van het internationale kerkbestuur doch eerst en vooral als "eerste knecht Gods op aarde" en "rechterhand van Jezus Christus". Zo werd het in de diensten -die ik 50 jaar lang bijwoonde- althans vaak aangehaald. Intussen volg ik de ontwikkelingen niet meer zo aandachtig, maar nu las ik het artikel dat handelt over de dienst in Oeganda.
- [begin citaat 2]
Auch Zweifel ist Sünde.
[einde citaat 2]
Bij het laatste citaat, over de zondigheid van degenen bij wie gevoelens van twijfel opkomen, kneep mijn hart als het ware ineen. Wat immers een benauwende uitspraak! De timing van deze uitspraak, vlak voor de zondenvergeving en de viering van het Heilig Avondmaal, maakt ook dat je vrijwel geen bedenktijd meer hebt om te beseffen wat je misschien te verwijten viel doch om de schuldvergeving maar niet mis te lopen capituleer je waarschijnlijk terstond en onvoorwaardelijk. Tenminste, zo stel ik het mij voor. Vervolgens weet je één ding zeker: twijfelen is zondigen want dat vernam je rechtstreeks vanaf "het levende altaar", opgericht binnen de muren van jouw kerk en uitgesproken door "de zegenaar" die in navolging van destijds apostel Petrus nu de rots belichaamt waarop Jezus Christus zijn gemeente bouwt.
Uitspraken (als deze) van de stamapostel zullen door lezers van het verschenen verslag van de dienst in Oeganda snel wereldwijd in de openbare erediensten worden geciteerd, waarna vele anderen deze nog zullen herhalen en aanhalen. Echter, wie zich door zo'n beklemmende uitspraak vervolgens emotioneel in een benarde positie gemanoeuvreerd voelt, zal het tóch eenvoudig met die uitspraak moeten doen - net als op TV in het programma van "De Rijdende Rechter". Als de stamapostel namelijk iets zegt, weegt dat bijna oneindig veel zwaarder dan wanneer God iets openbaart door een kind, of door iemand die volgens de richtlijnen van de kerk geen "zegenaar" is. Met ander woorden: je hebt het voor wáár aan te nemen. Zo niet: dan moet je maar weten wat ervan komt. In elk geval zondigt voortaan een ieder die toch (eerst) nog wel eens ergens aan twijfelt tegen beter weten in. En je weet het: wier zonden daarom niet kunnen worden vergeven, hebben tegenover God wanneer het er straks op aankomt héél wat uit te leggen.
Benauwend dus, zo'n uitspraak. Vind ik!
Van apostel Petrus is in deze samenhang de volgende passage bewaard gebleven:
Bevrijdend, zulke woorden - denk ik. Eén bijbelboek eerder, namelijk de Brief van Jakobus, eindigt trouwens veelzeggend...
- Heb elkaar vóór alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden.
Uit: 1 Petrus 4: 8 (NBV)
... net als deze zelfde Brief ook veelzeggend begint:
- [19] Broeders en zusters, als een van u afdwaalt van de waarheid en een ander laat hem daarheen terugkeren, [20] dan mag hij weten: wie een zondaar van het dwaalspoor terugbrengt, redt hem van de dood en wist tal van zonden uit.
Uit: Jakobus 5 (NBV)
Dat is toch duidelijk een troostrijke gedachte! Waarom duidelijk? Er staat: "Komt een van u wijsheid tekort?"! Eén van u - een kind, iemand anders, of ikzelf... God ik dé Liefde; Hij die dé Liefde is, "Onze Vader, Die in de hemelen zijt" (vgl. Mat. 6: 9) - bij Hem mogen kinderen "hardop denken". Die laat je beslist niet door andere kinderen bangmaken, al vervult één van die andere kinderen ook de functie van voorzitter van een internationaal kerkbestuur en zijn allen aan hem ingevolge de door dit kerkbestuur zelve uitgevaardigde "Vragen & Antwoorden" hoogachting (en niets dan hoogachting) verschuldigd:
- [5] Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. [6] Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. [7] Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen.
Uit: Jakobus 1 (NBV)
Daarom: de ware rotsgrond is "de rotsgrond van geloof en vertrouwen". Het vaste vertrouwen... op basis van de liefde Gods! Daarbij verbleken alle menselijke maatstaven. Bovendien geldt in werkelijkheid:
- [46] Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was. [47] Jezus merkte wat hen bezighield en hij nam een kind bij zich, dat hij naast zich neerzette. [48] Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ [49] Daarop zei Johannes: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij u niet samen met ons volgt.’ [50] Jezus zei tegen hem: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’
Uit: Lukas 9 (NBV)
Met vriendelijke groet,
- Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde.
Uit: 1 Korintiërs 12: 26 (NBV)
TjerkB - 17 juli 2009
Bron: Bericht -op het voormalige Forum van Bauke Moesker- op "Vr 17 Jul 2009, 15:30", in de thread "NIET NAVOLGEN STAMAPOSTEL...IS VERLOREN."