[Bijgewerkt: 21.00 uur]
@all
Het optreden in China van stamapostel Schneider, zoals dit vanuit de Nieuw-Apostolische Kerk nu wordt getoond in een filmpje op Facebook, zou ik een voorbeeld willen noemen van hoe er onder de gelovigen eerst verwarring ontstaat en er aansluitend verdeeldheid opkomt. Aan de lichaamstaal van Jean-Luc Schneider valt af te leiden dat hij -als evidente driftkop- een probleem heeft met agressieregulatie. Prima. Wie zelf nooit last heeft van boosheid, werpe de eerste steen. Always Look on the Bright Side of Life...
In het recente verleden sprak men bij een bulderend betoog vanaf "het levende altaar" van een "vermanende arbeid", waarvoor God ongetwijfeld goede redenen had. Wie daaraan twijfelde, werd al gauw gezien als meelijwekkend want ofwel je was overgevoelig, en dat is ziekelijk, ofwel je gedraagt je als een ongelovige Thomas, en dat verdient ieders afkeuring. Kortom, je nam je wel in acht voordat je er überhaupt wat van zei.
Wat in werkelijkheid ziekelijk was, was uiteraard dat je helemaal nergens wat van moest willen zeggen. Alles diende "tot onze vorming en voleindiging", óók de obstakels die er op deze manier op de geloofsweg waren neergelegd door "de dienaren die ons voorgaan", ongeacht of zulks bij hen verband kon houden met narcistische persoonlijkheidstrekken, om maar een zijstraat te noemen, of met andere onhebbelijkheden.
Gaandeweg kwam ik er in de Nieuw-Apostolische Kerk achter dat "dienaren" zich zowat per definitie -en dan ook nog naarmate ze hoger op de "ambtsladder" staan- méér kunnen veroorloven dan álle "overigen" en dat al deze "overigen" dit zowat per definitie hebben te gedogen. Rechtsongelijkheid dus, en dat uit naam van God?!
"Eigen meningen en inzichten" zijn "nach dem neuapostolischen Glaubensverständnis" in de beginsel uit den boze. Naarmate het echter "hoge(re)" "dienaren" betreft, worden anderen geacht steeds meer de werkzaamheid van de Heilige Geest te willen zien in wat bij dezen feitelijk nog steeds vooral "eigen meningen en inzichten" kunnen zijn. Hierdoor wordt het je steeds meer extra kwalijk genomen als je het niet eens zou zijn met extra "hoog geplaatsten" in de hiërarchische organisatie van nieuw-apostolische "Godsgezanten". Dat dit in de praktijk tot excessen kan leiden, mag duidelijk zijn. En
dat daarbij slachtoffers vallen, mag evenzeer duidelijk zijn.
In de jaren '50 van de vorige eeuw kwam het tot excommunicaties omdat de allerhoogste "dienaar", de toenmalige stamapostel Johann Gottfried Bischoff, op diens woord moest worden geloofd, ook toen hij tot in het absurde kwalijk doordraafde. Bij bosjes sloegen destijds de "ongelovige Thomassen" in de Nieuw-Apostolische Kerk overboord. Had men zich "
trouw en vast aaneengesloten" achter de stamapostel geschaard, dan had niemand iets kunnen overkomen, zo luidde op 4 december 2007 het ongemeen harde standpunt van de zoveelste ambtsopvolger van de voornoemde omstreden stamapostel. Zeven jaar later wenste de kerkleiding alsnog, zij het tot op zekere hoogte (!), een en ander te betreuren, alsof het de Heilige Geest niet eerder gegeven was om tot op zekere hoogte (!) waarheid te spreken. (...)
In Nederland hebben wij er nooit veel van gemerkt, maar in Duitsland kleefde de Nieuw-Apostolische Kerk mede op grond van het voorgaande altijd nog het etiket aan van een sekte. Daar kwam nog bij dat de geloofsleer, zonder dat de kerkleiding dat open en eerlijk communiceerde met de aangesloten leden, meermalen op cruciale punten was gewijzigd. In de jaren '90 hadden velen onderhand wel door, dat de inhoud van het boekje "Vragen en Antwoorden" niet meer per se strikt moest worden uitgelegd, maar vrijwel niemand wist daar het fijne van. Dan is het natuurlijk niet verwonderlijk als er "
ongenoegen en ontevredenheid" opkomt - door toedoen in feite van de in geestelijk opzicht zwalkende kerkleiding (al behoort om redenen van het bovenstaande juist de kerkleiding niet te worden bekritiseerd).
Om het gezichtsverlies te stoppen dat de kerkleiding opliep, móest het roer dus worden omgegooid. Ook daaromtrent werden de bijzonderheden vervolgens niet openlijk gecommuniceerd. Het heeft zo'n tien tot vijftien jaar geduurd, maar toen was -in 2012- het ei uitgebroed: de (eerste) nieuw-apostolische catechismus. Achteraf bezien heeft voor de kerkleiding steeds één ding vastgestaan: laat niemand tornen aan de hoge goddelijke autoriteit van onszelf als "hoge(re)" "dienaren".
Enkele citaten uit de "
Katechismus der Neuapostolischen Kirche":
(...)
Ich freue mich, den vorliegenden Katechismus — dessen Erstellung mein Amtsvorgänger, Stammapostel Fehr, initiiert hat — allen Glaubensgeschwistern zum 150-jährigen Bestehen der Neuapostolischen Kirche zur Verfügung stellen zu können. Es würde mich auch freuen, wenn dieses Werk bei Gläubigen anderer Kirchen auf Interesse stieße. Herzlich lade ich alle ein, sich mit den Inhalten des Katechismus zu beschäftigen.
Das Buch bringt gemeinsame Grundüberzeugungen aller Christen zum Ausdruck. Daneben werden die Besonderheiten des neuapostolischen Glaubens entfaltet. Der Katechismus ist geschrieben aus dem Glauben und für Glaubende. Es sei betont, dass bei allen Auffassungsunterschieden die Neuapostolische Kirche anderen Kirchen mit ihren Lehraussagen große Wertschätzung entgegenbringt.
Der Katechismus ist ein Grundlagenwerk. Er ist ein Maßstab für das neuapostolische Glaubensleben. Sicherlich beantwortet das vorliegende Buch nicht alle Detailfragen. Es eröffnet viele Möglichkeiten für den Dialog und für die Auseinandersetzung mit Zeitthemen.
Eine Arbeitsgruppe, überwiegend aus Aposteln bestehend, hat dieses Grundlagenwerk erstellt. Die Bezirksapostelversammlung hat die Arbeit in wesentlichen Etappen begleitet. In enger Abstimmung mit mir ist der vorliegende Text fertiggestellt worden
Uit: Zum Geleit (door stamapostel Wilhelm Leber)
(...)
Es obliegt dem Stammapostel aufgrund seiner lehramtlichen Vollmacht, derartige Aufschlüsse aus dem Heiligen Geist zu verkündigen und zur verbindlichen Lehre der Neuapostolischen Kirche zu erklären.
Uit: § 1.3
(...)
Ab 1897 bildete sich das Stammapostelamt als das führende Amt der Kirche heraus, das Friedrich Krebs bis zu seinem Tod im Jahr 1905 bekleidete.
Uit: § 11.3.3
Terwijl ik in deze catechismus met lezen nog niet eens aan het eerste hoofdstuk was begonnen, stonden mijn haren al recht overeind want las ik het goed? Leden van de Nieuw-Apostolische Kerk moeten méér voor wáár houden dan christenen! (...) Dat is dus precies al sinds jaar en dag mijn probleem, dacht ik - als christen.
Op gezag van de internationale bestuursvoorzitter bij de Nieuw-Apostolische Kerk, de "stamapostel", zouden gelovigen naast het Evangelie van Jezus Christus dus méér moeten verinnerlijken dan wat dienaangaande in de Bijbel staat. Goed dat Wilhelm Leber er eerlijk voor uitkomt, dacht ik, maar hiermee weet ik ook al meteen genoeg: vanaf hoofdstuk 1 valt alles met een korrel zand te nemen. Omzichtig probeert men met deze catechismus naast het Evangelie van Jezus Christus een ideologie op te tuigen en aan de man/vrouw te brengen. Bij paragraaf 11.3.3 brak mijn klomp toen ik zag hoe in het voorbijgaan opeens
"das Stammapostelamt als das führende Amt" zonder welke onderbouwing of rechtvaardiging dan ook de revue passeerde. Hoezo derhalve
"Es obliegt dem Stammapostel aufgrund seiner lehramtlichen Vollmacht, derartige Aufschlüsse aus dem Heiligen Geist zu verkündigen... " Dit laatste brengt mij op het volgende:
„Wie kleine Jungen oder kindliche Menschen“
naktuell.de: Denken Sie, dass die sich wandelnden gesellschaftlichen Prozesse und Einflüsse in der heutigen Zeit nicht doch einen starken Einfluss haben und zwangsläufig Änderungen am System bewirken?
G. Sepers: "Unsere Kirche ist wie eine letzte Insel, auf der das hierarchische System konserviert wird. Weil wir so stramm organisiert sind, würde jede Änderung zu einem großen Abfall führen. Die Geschwister haben überhaupt nicht gelernt, zu diskutieren oder mit Dialog umzugehen. In ihrer gesellschaftlichen Entwicklung haben sie das wohl gelernt, aber in der Kirche überhaupt nicht. Das betrifft gebildete Leute genauso wie kindlich gläubige Leute. Es ist erstaunlich, dass große Männer in unserer Gesellschaft – ich habe das öfter erlebt – Professoren, Direktoren, Präsidenten von großen Unternehmen usw., innerhalb unserer Kirche sich wie kleine Jungen oder kindliche Menschen verhalten. Das ist sehr erstaunlich!" (...)
Bron: "Dahinter steckt immer das konservative Denken",
http://www.naktuell.de/0105/0105003.html
... alsmede...
- [52] Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’ [53] Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. [54] Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken. [55] Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. [56] Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem. [57] De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij. [58] Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’ [59] Dit alles zei hij in de synagoge van Kafarnaüm toen hij daar onderricht gaf.
[60] Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: ‘Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?’ [61] Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: ‘Ergeren jullie je hieraan? [62] Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was? [63] De Geest maakt levend, het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd heb is geest en leven. [64] Maar sommigen van jullie geloven niet.’ Jezus wist namelijk vanaf het begin wie er niet geloofden en wie hem zou uitleveren. [65] ‘Daarom heb ik jullie gezegd,’ zei hij, ‘dat iemand alleen bij mij kan komen als het hem door de Vader gegeven is.’ [66] Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee.
[67] Jezus vroeg nu aan de twaalf: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’ [68] Simon Petrus gaf antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, [69] en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.’ [70] Jezus zei: ‘Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van jullie een duivel.’ [71] Hiermee doelde hij op Judas, de zoon van Simon Iskariot, want hij, een van de twaalf, zou hem uitleveren.
Uit: Johannes 6 (NBV)
... én:
- Bijeenkomst van de apostelen
[1] Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. [2] Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. [3] Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig over de bekering van de heidenen, iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte. [4] Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. [5] Enkele gelovigen die tot de partij van de Farizeeën behoorden, gaven echter te verstaan dat ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden.
[6] De apostelen en de oudsten kwamen bijeen om nader op deze zaak in te gaan. [7] Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei: ‘Broeders, u weet dat God mij al in het begin uit uw midden heeft gekozen om de boodschap van het evangelie onder de heidenen te verspreiden en hen tot geloof te brengen. [8] God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft. [9] Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, want hij heeft hen door het geloof innerlijk gereinigd. [10] Waarom wilt u God dan trotseren door op de schouders van deze leerlingen een juk te leggen dat onze voorouders noch wijzelf konden dragen? [11] Nee, we geloven dat we alleen door de genade van de Heer Jezus gered kunnen worden, op dezelfde wijze als zij.’ [12] Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen had verricht.
Uit: Handelingen 15 (NBV)
Voor de duidelijkheid heb ik hierboven ook de context geciteerd. Waar het mij nu om gaat, is dit... In de Bijbel lezen wij:
"Simon Petrus gaf antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, [69] en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.’ " Dat is absoluut een heel ander getuigenis dan wat helaas ook mijn persoonlijke ervaringen zijn met de geloofsdwang (!) waaronder wij ons in de Nieuw-Apostolische Kerk door de jaren heen hadden te conformeren aan de veranderlijke hersenspinsels van de ene na de andere stamapostel en de op hun gezag als onschendbaar gewaande kompanen.
Slotsom:
gebakken lucht.
Groet,
TjerkB
![Gechoqueerd :shock:](./images/smilies/icon_eek.gif)