In aansluiting aan mijn bericht in deze thread op "wo 08 jan 2014, 14:07" nog een tweetal commentaren:
Bron: Ingezonden reacties bij Glaubenskultur-Magazine n.a.v. het Premium-Artikel "Druck von oben - Ein Kommentar von Andreas Krämer, Leipzig" d.d. 06-11-2013
Vroeg of laat lopen dan -door de betrachte struisvogelpolitiek- de zaken muurvast. Je kunt met je goeie gedrag wel constant stokstijf in de "geloofsgehoorzaamheid" willen staan, maar dat ontslaat niemand van een persoonlijke verantwoordelijkheid. Vandaar dat het voor mij aan godsdienstwaanzin grensde toen stamapostel Leber in februari 2006 in diens "Woord van de maand" opriep tot een onbegrensd vertrouwen in hemzelf en een paar anderen die toen al duidelijk de weg kwijt waren! Voor wie dan blíjft wegkijken nadert ontegenzeglijk het moment waarop de wal het schip zal keren. Ik wilde mijn broeders en zusters op die manier niet laten verongelukken en klom "meer dan eens" in de pen, maar het maakte de meesten geen biet uit. Ook ík had in de geloofsgehoorzaamheid moeten blijven staan om het heerlijke einddoel "te kunnen en te mogen" bereiken. Ammehoela, zou ik willen uitroepen! Wie loopt er nu toch in 's hemelsnaam met open ogen in de val?! Dat is "Blödsinn", zoals andersdenkenden in "de wereld om ons heen" het waarschijnlijk beter begrijpen.Onrust
« Antwoord #7 Gepost op: 28-08-2007, 19:52:48 »
@all
Er is onrust ontstaan in de Nieuw-Apostolische Kerk. De opkomst van het Internet heeft daarbij een katalyserende werking gehad. Wat is er gebeurd? In het ontdekkend licht van Zijn genade werd de geloofsbeweging aan een nadere beschouwing onderworpen. De uitkomsten zijn totaal ontnuchterend. Enkele punten:
In zo’n chaotische situatie is er vanzelf nog maar heel weinig plaats voor saamhorigheid. Veiligheid en geborgenheid voor gelovigen zijn doorgaans ver te zoeken. Vertrouwelijke informatie blijft vaak niet vertrouwelijk. Wie geestelijk beschadigd wordt door macht en manipulatie wordt vooral aan diens lot overgelaten. Zang, muziek en allerhande evenementen moeten de bovenbeschreven omstandigheden camoufleren. Ondertussen gaat deze kerk ten onder.
- - alleen personen die via een aantal opvolgende geestelijke bedieningen in de organisatie zijn opgeklommen, krijgen tevens zeggenschap over geldzaken
- door de aandacht die nodig is voor de behartiging van organisatorische en bedrijfseconomische aangelegenheden houden leidinggevenden te weinig tijd over voor de geestelijke verzorging van naasten
- deze “ondergeschikten” hebben op dat punt niets in te brengen
- er is geen enkele uitwerking voorhanden over wat aangesloten leden onder zielzorg mogen verstaan
- de kerkleiding duldt geen machtskritiek en een degelijke klachtenregeling ontbreekt
- t.a.v. de macht die men uitoefent op grond van bestuursfuncties zijn er bijna geen procedures en regels
- leden kunnen nergens enig recht aan laten toetsen
- er bestaat geen enkele waarborg voor (de kwaliteit en de continuïteit van) zielzorg
- niemand vanuit de organisatie neemt het gegarandeerd voor je op wanneer je met zinloos geestelijk geweld onheus wordt bejegend
- bij de leden vindt men geen krachtig correctief vermogen om zaken te verbeteren
Onmachtig om aan deze problematiek het hoofd te bieden, roept de kerkleiding op tot een onbegrensd vertrouwen en drukt men gelovigen op het hart gevoelens van ongenoegen en ontevredenheid van zich af te werpen. Tegelijkertijd graaft men zich in tegen de klaarheid die sommigen weten te brengen in het beloop van de gebeurtenissen rond de Boodschap van St.Ap. Bischoff. Provocerend bestempelde St.Ap. Leber die Boodschap als een goddelijke openbaring, waarmee alle slachtoffers ervan in een handomdraai tot martelaren werden. Martelaren, kennelijk in de zin van "veel martelaren, weinig apostelen", voor wie tegenwoordig in Canada en omstreken geen zoenoffer te veel is (vgl. 2 Mak. 12: 38-45).
Doordat een geloofsovertuiging onze ziel en zaligheid raakt, kan misère op dit gebied heel wat met mensen doen. Niemand wacht op berichtgeving waarmee een belofte of een ideaal wordt ontluisterd. Mijn gevoel bij de zaken die er in het leven bijzonder toe doen is echter: als je iets doet, doe het dan ook goed! Omdat ik niet onverschillig sta tegenover het geloof, ben ik altijd leergierig geweest. Maar in mijn kerk leerde ik steeds nadrukkelijker hoe het met de meeste dingen beter ánders kan. Dat is geen fijne manier om kennis en meer inzicht op te doen.
Met tegenzin heb ik wat nu hierboven staat opgeschreven, doch ook in het besef dat het nieuw-apostolische geloof volgens mij handelde over het goud der waarheid, over het kristallen meer, over de verschillen met klatergoud, met alles wat voorbij zal gaan. Welnu, als dan dé Liefde, de liefde des Vaders overblijft; wáárom is dát dan niet ieders toetssteen? Is het liefdevol om de zeggenschap over alles naar je toe te trekken? Is het liefdevol om geen orde te scheppen in de chaos? Is het liefdevol om een andere kant op te kijken wanneer een naaste gewond langs de kant van de geloofsweg ligt? Is het liefdevol om ten koste van anderen niet aan je eigen tekortkomingen te werken? Is het liefdevol om aan mooie woorden geen daden te verbinden? Is het liefdevol om je te storen aan de wanhoop van degenen die jíj ergert? Is het liefdevol om de barricaden te verafschuwen die slachtoffers beklimmen?
Het zou niet verkeerd zijn als in de Nieuw-Apostolische Kerk het besef herleeft dat je ook onder een hagenpreek zalig kunt worden. Het zit hem namelijk niet in 2.000 jaar schriftgeleerdheid. Niet voor niets liet Friedrich Nietzsche (1844-1900) optekenen dat hij wel christen had willen zijn, als die er maar verloster uitzagen! Zonder onvoorwaardelijke naastenliefde verzandt men in futiliteiten, in uitspraken "voor de Bühne", in haat en nijd. Word streetwise, en je ziet de smoking gun!
- Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet.
Uit: Jakobus 5: 16
Mvg,
JP
Groet,
TjerkB
P.S.
Elders gelezen: Im Konfirmandenunterricht sagte die Pastorin: "Ich bin sicher, dass es einen Gott gibt." Eine Konfirmandin fragte: "Woher wissen Sie, dass es nicht zwei gibt?" Zie verder 1 Samuël 26: 19, Lucas 16: 13.