Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Alles wat rond het thema van dit Forum extra aandacht verdient
Gebruikersavatar
TjerkB
Berichten: 3118
Lid geworden op: di 03 dec 2013, 15:28

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door TjerkB »

Baldwins51 schreef: do 27 jun 2024, 20:13(...)
Nu dreigt een beslissing genomen te worden o.b.v. een niet passende vraagstelling.

(...)

@Baldwins51
@all

Een enkele voorafgaande vraag...

Werd in de organisatie niet van lie­ver­lee eerder al de relevantie omvergeworpen van de leer van Christus en de profeten, de handelingen van de apostelen, de christelijke jaartelling, het Apostolicum, de Testimonia van rond 1835 én wat dies meer zij? Kwam hier wel iets voor in de plaats?

Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
Gebruikersavatar
TjerkB
Berichten: 3118
Lid geworden op: di 03 dec 2013, 15:28

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door TjerkB »

TjerkB schreef: ma 01 jul 2024, 22:08(...)
Kwam hier wel iets voor in de plaats?

(...)

@all

Wat ik graag wilde aanstippen, bracht lang geleden ook de lieddichter tot uitdrukking in het voor velen vast nog wel bekende onderstaande lied:



In beide coupletten worden wij aangesproken op wat ons naar het evangelie van Christus Jezus zou mogen bezielen en wat daarbij kan knellen:

Houd uw uitverkiezing hoog,
Eerst'ling! hoe 't ook stormen moog'
Dat geen Geest u ooit ontroov’
’t Machtig, kinderlijk geloof!
Houd op Jezus ’t oog gericht...


(...)

Ga, bewust van 't hemelsch doel
Godskind! door dit aardsch gewoel



Zo werden wij ons ervan bewust dat het in de geloofspraktijk weerbarstig kan uitpakken, maar geruststellend werden wij er óók van verzekerd:

Maar d'Apostel bidt ook nu:
Dat Gods volk op deze aard'
Voor misleiding blijv' bewaard.



Wie dit al van kindsbeen af vertrouwd in de oren klonk, kan m.i. later zomaar vergeten te beseffen dat toch óók de bezongen leidslieden de weg kwijt kunnen raken. Desondanks heeft menigeen dit in de apostolische beweging wel degelijk ondervonden - met soms aangrijpende gevolgen.

Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
Gebruikersavatar
ZwartSchaap
Berichten: 185
Lid geworden op: wo 21 okt 2015, 13:23

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door ZwartSchaap »

@ Allen,
Gedurende de zeer moeilijke periode waarin Apostel Jochems naast D.Apostel Van Oosbree
werkte (1939-1946) kon hij niet openlijk tegen de steeds verder dwalende Van Oosbree verzet aantekenen.
Jochems ging er van uit dat Van Oosbree door zijn hogere leeftijd alsmede een steeds verdere ongezondheid
op korte termijn in de rust zou treden.
Tijdens de door Jochems in deze jaren gehouden diensten liet hij zeer regelmatig het bovenstaande lied zingen.
HOUD UW UITVERKIEZING HOOG EERSTLING HOE HET OOK STORMEN MOOG.
Tijdens het zingen van dit lied dirigeerde hij dan zelf ook mee vanaf het altaar.
Langs deze weg probeerde Jochems extra te waarschuwen voor de onevangelische leer die uitging van Van Oosbree.
Baldwins51
Berichten: 11
Lid geworden op: za 14 okt 2023, 09:08

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door Baldwins51 »

Op de website van het Apostolisch Genootschap vond ik onderstaande informatie over het naamassociatie-onderzoek van het genootschap, dat zich graag voorstaat op zijn religieus humanistische identiteit. Het ApGen heeft een onderzoek laten uitvoeren door het bureau 37°Celsius en gaat nu een campagne starten om zijn naamsbekendheid te vergroten. Ik kan me de reclames van Zigt en Zeal van enige jaren geleden nog goed herinneren met posters op bushokjes en reclamespotjes op de radio. Wat heeft die campagne destijds opgeleverd? Voldoende naamsbekendheid in ieder geval niet, dat blijkt wel uit de huidige behoefte. Het ledenaantal daalt nog steeds, dus ledenwinst leverde de eerdere campagne evenmin op. Is zo'n campagne geen "weggegooid geld" als uit eerdere ervaring en onderzoek is gebleken, dat de naam Apostolisch Genootschap een drempel vormt en streng kerkelijke associaties oproept? En over de negatieve invloed van het boek "Apostelkind" werd op de ledenbijeenkomst van 8 juni j.l. wel heel gemakkelijk heengestapt.
Zie: https://www.apgen.nl/landingspaginas/na ... onderzoek/
Gebruikersavatar
TjerkB
Berichten: 3118
Lid geworden op: di 03 dec 2013, 15:28

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door TjerkB »

@all

Mogelijk valt het onderstaande nog eens te overwegen...

FUNDAMENTEELE
GRONDSLAGEN
DES GELOOFS


VAN DE
HERST. APOST. ZENDING-GEMEENTE
IN DE EENHEID DER APOSTELEN
IN NEDERLAND EN KOLONIËN

SAMENGESTELD
DOOR DEN APOSTEL J. H. VAN OOSBREE


UITGAVE :
CENTR. ADMIN. DER H.A.Z.G. - AMSTERDAM, 1936


  • FUNDAMENTEELE GRONDSLAGEN DES GELOOFS.
    De Hersteld Apostolische Zending-Gemeente in de Eenheid der Apostelen onderscheidt zich van alle andere in-God-geloovende menschen:

    Ten eerste, krachtens het wezen van haar naam. Het wezen van den naam „Apostel" en „Apostolisch" (van Grieksche herkomst) beteekent gezant of boodschapper, hetgeen tot de voor de hand liggende gevolgtrekking leidt, dat degenen, die dezen naam dragen, dientengevolge een geestelijke opdracht of zending te vervullen hebben;

    Ten tweede, dat hare leden ten opzichte van het wereldhuishouden naar den geest gasten en vreemdelingen op aarde zijn, uit hoofde waarvan zij achten, gehoorzaamheid verschuldigd te zijn aan de bestaande staatsmacht van het land hunner inwoning, zonder zich op eenigerlei wijze in politieke geschillen te mengen;

    Ten derde, dat zij — hoewel eveneens doordrongen zijnde van de alom-tegenwoordigheid Gods — voornamelijk gelooft in een God, Die nabij is, Die Zich door woord en sacrament openbaart aan degenen, die Hem als zóódanig aanvaarden en in Hem gelooven;

    Ten vierde, dat zij — een Goddelijke instelling zijnde — overeenkomstig haar karakter ook op waarlijk Theocratische (Goddelijke) wijze geregeerd wordt, naardien zij als „Lichaam van Christus" — in tegenstelling met alle staatkundige en kerkelijke „lichamen" (welke véél-hoofdige besturen hebben) — door slechts één hoofd geleid en bestuurd wordt.


    DE APOSTOLISCHE GEMEENTE GELOOFT:
    1. Dat de groote „Macht der Liefde" de Schepper en Onderhouder aller dingen is, die met den verzamelnaam God aangeduid en aangesproken wordt;
    2. Dat Hij, naar Jezus' woord, Geest is over alle geesten en Heer over alle geestenheerschappijen;
    3. Dat Hij geen „partij-vormende God" is, maar in Zijne alles en allen omvattende Vaderliefde met geduld, barmhartigheid en goedertierenheid al het geschapene „bestaansmogelijkheden" verschaft en — wat het schepsel „Mensch" betreft — zelfs tot in alle eeuwigheid;
    4. Dat er buiten Hem nóg een machtige geest bestaat, die met den verzamelnaam satan of duivel aangeduid wordt;
    5. Dat deze geest al hetgeen van God komt en God genaamd wordt, vijandig tegenover staat;
    6. Dat deze geest — alhoewel hij naar de openbaring van Petrus en anderen een der hemelvorsten of lichtvorsten moet zijn geweest — door Jezus vorst der duisternis en ook vorst der aarde genoemd wordt;
    7. Dat deze geest, die — in tegenstelling met den God der Waarheid — naar Jezus' woord een leugenaar en zielemoordenaar is, zich overeenkomstig zijn aard en wezen ten allen tijde heeft voorgedaan en heden nog voordoet als een „engel des lichts"; dat hij — al naar gelang hem dit in zijn satanisch drijven het meest wenschelijk voorkomt — zich tijdovereenkomstig als „anti-christ" openbaart, hetzij door toepassing van zijn aloude tactiek van „verdeel en heersch", hetzij door als tegenhanger van den waren Christus aan te sturen op een (maar dan oogenschijnlijke) eenheid;
    8. Dat ook de mensch een geestesproduct is, afkomstig uit de geestensferen Gods, bestemd om — nadat hij den hem toegemeten tijd op aarde heeft doormaakt — tot God weder te keeren. (Prediker 12 : 7);
    9. Dat blijkens Jozua 24 : 15: „Kiest u heden, wien gij dienen wilt!" den mensch (die een eigen wil bezit) de vrijheid gelaten wordt, zich een god te kiezen, dien hij wil, door wiens geest hij alsdan geleid wordt;
    10. Dat de Geest des Heeren wil, dat alle menschen Hem verkiezen en zich door Zijn Geest laten leiden, naar den zin der woorden: Ik wil van Mijn Geest uitgieten over alle vleesch!" (Joël 2 : 28-29);
    11. Dat met het komen van den Zoon des menschen, „Jezus de Christus", vervuld werd de zoo veelvuldig aan de Vaderen gegeven belofte, n.l. dat Hij onder en bij de kinderen der menschen wilde wonen en wandelen;
    12. Dat Zijn lichaam rein menschelijk was, van waaruit de Geest Gods Zich door „woord en handeling" in volheid openbaarde;
    13. Dat Hij, betreffende de vervulling der bovengenoemde belofte Gods, met recht de Eersteling genoemd kon worden (dus geen eenling) ;
    14. Dat Jezus als Eersteling de „volkomenheid" heeft bereikt, welke door niet één mensch hier op aarde bereikt kàn worden;
    15. Dat tot op dezen tijd de beloften Gods vervuld worden, en te allen tijde, (dus ook heden) , „menschen" hun aanzijn verkrijgen, die — daartoe vóórbestemd zijnde — als tijdovereenkomstige Monden en Gezanten Gods op aarde werkzaam Zijn (Jeremia 1 : 5): „Eer lk u in moeders schoot formeerde heb lk u gekend en heb Ik u geheiligd (afgezonderd); Ik heb u den volke tot profeet gesteld!" ;
    16. Dat het Wezen van den Geest Gods dus in en door woorden en handelingen van die menschen waargenomen kan worden naar Jezus' woord in Mattheus 4 : 4: „De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den Mond Gods uitgaat!"
    17. Dat, zoals de ervaringen bewijzen, te allen tijde slechts een klein deel der menschen den God der Goden heeft verkoren, en zich door Zijn Geest liet leiden;
    18. Dat de „zin" der woorden daardoor vervuld wordt, n.l.: „Zoovelen als er door den Geest Gods geleid worden, die zijn Kinderen Gods!" (Rom. 8 : 14);
    19. Dat de vorst der duisternis en des doods zich eveneens door menschen aan menschen openbaart (Joh. 8 : 41 en 44); Jezus zeide tot de farizeën: „Gij doet de werken uws vaders!?" waarop zij tot Hem zeiden: „Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben éénen Vader, namelijk God!" Daarop antwoordde Jezus o.m.: „Gij zijt uit den vader den duivel en wilt de begeerten uws vaders doen!";
    20. Dat, op grond van vele beloften, de Geest des Heeren alle menschen wil helpen, naar den „zin" der woorden: „lk wil, dat zij Mij allen kennen, de kleinen zoowel als de grooten!" (Jer. 31 : 34);
    21. Dat dus tijdovereenkomstig menschen hun aanzijn verkrijgen, die door den Geest des Heeren vóórbestemd zijn, door welke Hij Zich aan de menschen door woord en handeling wil kenbaar maken;
    22. Dat onder de vele liefdesaanbiedingen en openbaringen van den Geest Gods, drie daar van een bijzondere bedoeling of strekking hebben, n.l. de in den Bijbel genoemde: Doop, Avondmaal en Verzegeling;
    23. Dat alle aanbiedingen in verschillende woorden en handelingen (als vormen) gehuld worden, maar dat nimmer de „vorm" de hoofdzaak is, doch wèl de daarin aangeboden geesteskern of geestesbedoeling;
    24. Dat die kern of geestesbedoeling een „geheimnisvolle verborgenheid" genoemd kan worden, die echter in waarneembare vormen (woord en handelingen) aangeboden wordt en daardoor een „Sacrament" genaamd wordt;
    25. Dat in het sacrament „Doop" de Geest Gods bedoelt, den mensch, die in Hem gelooft en Hem in Zijn zaligmakende „Verschijning" liefhebbend aanvaardt; in verbinding te brengen:

      Ten eerste met één Zijner vele namen als daden, n.l. Zijn „Vaderwezen";
      Ten tweede met Zijn van Hem uitgaand Leven (in den Bijbel „Zoon" genaamd), dat een vrijmaking van zonden en een verlossing van alle geestesmachten bedoelt, om daardoor zaligheid aan te brengen;
      Ten derde met Zijn Heiligen Geest, om hem in dit aardsche leven terzijde te staan, te onderwijzenn en te vertroosten, waarin Zijn Vaderwezen Zich „volkomen" openbaart;
    26. Dat de „zin" van het Heilig Avondmaal bedoelt, de verstoringen van den menschelijken geest met des Heeren Geest op te heffen en de erkende zonden door Zijn verzoenend woord middels Zijn Gezanten te vergeven; (Joh. 20 : 23): „Zoo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven!"
    27. Dat deze liefdesdaden, voor het menschelijke waarnemingsvermogen verborgen zijnde, in een daarvoor afgezonderd, geheiligd creatuur (brood en wijn) dus op sacramenteele wijze aangeboden worden; en deze slechts door het geloof in woord en handeling aanvaard en geëigend kunnen worden;
    28. Dat deze liefdesaanbiedingen op dezelfde sacramenteele wijze gemeenschappelijk en onderling aan elkander bevestigd zullen worden, naar den zin van het Jezuswoord: „Want indien gij de menschen hun misslagen vergeeft, zal ook uw Hemelsche Vader u vergeven". „Maar indien gij de menschen niet vergeeft, zal uw Vader ook u uw misslagen niet vergeven" (Matth. 6 : 14-15);
    29. Dat de in den Bijbel genoemde verzegeling een „vastlegging" is van het zielsbeeld en de geestesgestalte van den betreffenden mensch, op het moment, dat hij als vóórbestemde, ná voorafgaande vrijmaking van de dienstbaarheid der onreine geesten door des Heeren Geest, middels Zijn Gezant wordt aanvaard, geëigend en aangewezen als mede-dienende in het Christusrijk, vanwaar het heil en de verlossing aller geslachten der aarde uitgaat; (Rom. 8 : 29-30): „Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zij onder vele broederen; En die Hij tevoren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, deze heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, deze heeft Hij ook verheerlijkt!"

      (Met het bovenstaande wordt bedoeld, dat het zielsbeeld en de geestesgestalte „vastgelegd" worden in de Gemeenschap der Geheiligden, het Lichaam van Christus, door Jezus aangeduid als „hemelen" en „Boek des eeuwigen Levens."
      (Luk. 10 : 20 en Openb. 20 : 12)
    30. Dat — op grond van de vele beloften, die reeds vervuld zijn — ook de nog niet vervulde beloften op Gods tijd en op Gods wijze vervuld zullen worden;
    31. Dat dus onder meer ook vervuld zal worden de belofte Zijner toekomst, n.l. dat alle koninkrijken der aarde des Heeren zullen zijn; dat Hij van zee tot zee zal regeeren, zoo wijd men volken kent, en dat alle volken als één kudde onder één Herder bestuurd en geleid zullen worden;

      (Openb. 11 : 15) : „En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden groote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijnen Christus, en Hij zal als koning heerschen in alle eeuwigheid!"

      (Psalm 72 : 8 en 11 ) : „En Hij zal heerschen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. Ja, alle koningen zullen zich voor Hem nederbuigen, alle heidenen zullen Hem dienen!" (Joh. 10 : 16 a): „En het zal worden ééne kudde en één Herder!"

      (Openb. 21 : 3—5): „En ik hoorde een groote stemme uit den hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is bij de menschen, en Hij zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen; en de dood zal niet meer zijn, want de eerste dingen zijn weggegaan. En die op de troon zat, zeide: Zie, ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en getrouw!"

      (Openb. 20 : 6): „Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heerschen duizend jaren!"
    32. Dat op grond van het bovenstaande ook deze belofte door des Heeren Geest zal worden vervuld middels menschen, die door Zijn Geest bewoond, bestuurd en geleid worden.
      (Jes. 11 : 1—10, Matth. 25 : 31—34).

„MARAN-ATHA!"
(de Heer komt!)

Groet,
TjerkB
"Das Schweigen zu einer Untat, die man weiß, ist die allgemeinste Art unserer Mitschuld" (Max Frisch)
Gebruikersavatar
ZwartSchaap
Berichten: 185
Lid geworden op: wo 21 okt 2015, 13:23

Re: Een nieuwe naam voor Het Apostolisch Genootschap?

Bericht door ZwartSchaap »

@ Allen,

Met belangstelling las ik, Fundamentele grondslagen des geloofs van de
Herst. Apost. Zending-gemeente, samengesteld door den Apostel
J.H van Oosbree uitgegeven in 1936.

Onderaan de pagina is vermeld, Maran- atha ( De Heer komt )
Elf jaar eerder (1925) werd door van Oosbree de Voorganger en Evangelist Smid van de
gemeenschap Enkhuizen het Ambt afgenomen.
Korte tijd voor deze afzetting had van Oosbree zijn schoonzoon Smid bevolen om de vermelde
tekst MARAN-ATHA op de voorgevel van het kerkgebouw te verwijderen.
Daarbij sprak Van Oosbree de woorden uit, de heer hoeft niet meer te komen want die is er al
tegelijker tijd wijzend op zich zelf en zei HIER STAAT DIE HEER.
Het Apostolisch genootschap heeft van Oosbree altijd gepresenteerd als de man met visie en
de enige met het juiste inzicht als een soort ijkstaaf te Parijs (de absolute meter)
Mogelijk komt menigeen nog tot andere gedachten.

ZwartSchaap
Plaats reactie

Terug naar “Nieuws en andere actuele zaken”