ACE schreef:@WT
Ooit heb ik mij opgewonden dat iemand Judaspenningen op het altaar had gesplaatst.
Deze broeder was zich er destijds al terdege van bewust wat er zich op die plek afspeelde.
Ik had het pas tientallen jaren later door.
Groet,
ACE
@ACE
Hoe onbeduidend zulke voorvallen op het eerste gezicht misschien ook lijken; het zijn
dé tekenen aan de wand die "verantwoordelijken" aan het denken moeten zetten. Je bent namelijk verantwoordelijk om daadwerkelijk verantwoordelijk te kunnen zijn. Op de C.A. had een collega destijds in zijn werkkamer een prent opgehangen waarop -onder het toeziend oog van een herder (!)- een hele stroom schapen was te zien die op een ravijn af rende en daar ook in stortte. Eén of twee schapen probeerden tegen de stroom in te gaan... Een onmiskenbaar teken aan de wand. Het was tóen al een schreeuwend protest tegen de lafhartigheid van herders, machtsfiguren in de kerk die natuurlijk wijselijk op de rand van de afgrond zelf (als zoutpilaren) blijven staan, op het moment dat de schapen die ze de dood in jagen, nog steeds in allerijl de richting volgen die ze door hun misleiders wordt voorgehouden.
Weliswaar bespraken wij deze werksituatie later met stamapostel Fehr, maar dat gesprek leidde er níet toe dat de "arbeidsomstandigheden" beter werden. Het geestelijk klimaat in de Nieuw-Apostolische Kerk werd en wordt namelijk beheerst door
de arrogantie van de macht. Plaatselijk kan men daar soms enige afstand van nemen, maar daarna houdt het in de regel al gauw weer op met de vrede en harmonie. Vandaar dat ik op verzoek van broeder Bauke Moesker in februari 2010 beschreef hoe de kerk in feite bestaat uit twee gescheiden werelden, met de districsdienaren er tussenin. Zie ook mijn berichten van 27 oktober 2010 in de thread "
Achtergrondinformatie Nieuw-Apostolische Kerk". De authentieke verontwaardiging van Helmut Winner in Siberië is eenzelfde teken aan precies dezelfde wand. Liever laten de "verantwoordelijken" zo iemand vallen dan dat zijzelf eens de hand in eigen boezem steken.
Groet,
BakEenEi